ECLI:NL:RBOBR:2013:4256

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
26 juni 2013
Publicatiedatum
29 juli 2013
Zaaknummer
896241/13-400
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens vertrouwensbreuk na ongepaste privéactiviteit door manager

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 26 juni 2013 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Dela Natura- en Levensverzekeringen N.V. en haar manager, [verweerder]. Dela verzocht om ontbinding op grond van een dringende reden, die zou zijn ontstaan door de organisatie van een seksueel getint programma tijdens een teamuitje. De manager had een privéactiviteit georganiseerd die niet alleen ongepast was, maar ook de reputatie van Dela in gevaar bracht. De kantonrechter oordeelde dat de activiteit niet als een louter privéactiviteit kon worden beschouwd, gezien de rol van de manager en de context waarin deze activiteit werd aangeboden. Dela stelde dat de vertrouwensbreuk zo ernstig was dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet meer mogelijk was.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de manager zijn verantwoordelijkheden als leidinggevende heeft veronachtzaamd door een activiteit te organiseren die niet in lijn was met de kernwaarden van Dela. Ondanks dat de manager aanvoerde dat hij een goed presterende manager was en dat de activiteit in zijn vrije tijd plaatsvond, oordeelde de kantonrechter dat hij de grenzen van acceptabel gedrag had overschreden. De kantonrechter concludeerde dat de arbeidsovereenkomst moest worden ontbonden wegens een verandering in de omstandigheden, waarbij de manager geen recht had op een neutrale vergoeding, maar wel een vergoeding van één maandsalaris kreeg.

De beslissing van de kantonrechter benadrukt het belang van professioneel gedrag van managers en de verantwoordelijkheden die zij hebben, zelfs buiten werktijd. De uitspraak is een belangrijke reminder voor werkgevers en werknemers over de gevolgen van grensoverschrijdend gedrag en de impact daarvan op de werkrelatie.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Kanton Eindhoven
zaak/rolnr.: 896241/13-400
beschikking d.d. 26 juni 2013
inzake
de naamloze vennootschap
Dela Natura- en Levensverzekeringen N.V.,
gevestigd te Eindhoven,
verzoekende partij,
gemachtigde mr. H.F.A Leenders, advocaat te Eindhoven,
tegen:
[verweerder],
wonende te[plaats],
verwerende partij,
gemachtigde: mr. B.E.J.M. Tomlow, advocaat te Utrecht.
Partijen worden hierna aangeduid als respectievelijk “Dela” en “[verweerder]”.

1.Het verloop van het geding

1.1
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
. het 7 mei 2013 ter griffie ontvangen verzoekschrift met producties;
. het op 3 juni 2013 ter griffie ontvangen verweerschrift met producties;
. de bij brief van 4 juni 2013 door de gemachtigde van Dela toegezonden aanvullende producties.
1.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 5 juni 2013. Ter zitting waren aanwezig namens Dela: [J.], directeur [afdeling] en bestuurder, [E.], hoofd arbeidszaken, bijgestaan door mr. H.F.A. Leenders voornoemd, en ook de verwerende partij in persoon, bijgestaan door mr. B.E.J.M. Tomlow voornoemd. De gemachtigden hebben ter gelegenheid van de zitting pleitaantekeningen overgelegd. Van het verhandelde ter zitting is aantekening gehouden.

2.Het verzoek

2.1
Dela heeft de kantonrechter verzocht de arbeidsovereenkomst tussen partijen op korte termijn te ontbinden op grond van een gewichtige reden, primair gelegen in een dringende reden, dan wel een verandering in de omstandigheden, zonder toekenning van een vergoeding aan [verweerder].
2.2
[verweerder] heeft primair verzocht het verzoek af te wijzen en subsidiair verzocht aan hem bij ontbinding van de overeenkomst een vergoeding toe te kennen ter hoogte van € 100.000,-- bruto.

3.De beoordeling

3.1
Tussen partijen staan de volgende feiten vast.
[verweerder], geboren op [geboortedatum], is sinds 3 januari 2011 in dienst bij Dela als [manager] tegen een bruto maandsalaris van € 8.053,59 exclusief 8,33% vakantietoeslag en overige emolumenten. Op 9 april 2013 is hij op non-actief gesteld.
3.2
Dela heeft primair aan het verzoek ten grondslag gelegd dat [verweerder] zijn plichten als werknemer heeft veronachtzaamd en roekeloos met de belangen van Dela en haar medewerkers is omgegaan waardoor een ernstige vertrouwensbreuk is ontstaan. Hij heeft dat gedaan door het organiseren van een aanvullend programma bij een teamuitje. Dat aanvullend programma heeft hij aangekondigd via de mail waarin ook de uitnodiging van het reguliere programma was vervat. Het aanvullend programma is als volgt in de mail aangekondigd (productie 3 bij verzoekschrift).
(…)
Ondeugd op de Wallen
Omdat ik dan toch in Amsterdam ben, ga ik daarna privé nog even door. Voor degene die dat nu al weten dat zij ook zin in meer hebben kunnen zich vrijwillig aansluiten bij [R.] en mij voor avond “Ondeugd op de Wallen”. Dit valt buiten de teamdag en vraagt een bijdrage van EUR 35,- per persoon. Let op! Dit is echt buiten het programma, puur een privé aangelegenheid en de titel “Ondeugd op de Wallen” doet wat vermoeden. Overigens biedt het programma voldoende voor vrienden én vriendinnen…. Meer geef ik niet prijs☺.
Zeven medewerkers hebben aan het aanvullend programma deelgenomen.
Het programma hield in dat de medewerkers één voor één geblinddoekt een ruimte zijn binnengevoerd zonder te weten wat hen te wachten stond.
“Bij binnenkomst in de ruimte kwamen twee halfnaakte vrouwen voor en achter tegen de medewerkers aan staan, waarbij met een nat washandje hun handen werden gewassen. Vervolgens werd een striptease-act opgevoerd door een aantal vrouwen. Voor de drie vrouwelijke medewerkers was er een mannelijke stripper aanwezig. Daarna werden er door de vrouwelijke strippers erotische lapdances uitgevoerd, waarbij de strippers zich volspoten met slagroom en de medewerkers verzocht werden de slagroom van hun naakte lichamen (borsten) af te likken.”(uit het verzoekschrift)
Dela is medio april 2013 van de activiteit die op 13 januari heeft plaatsgevonden op de hoogte geraakt door een medewerker die niet bij de activiteit aanwezig is geweest.
Dela is van mening dat de handelwijze van [verweerder] buitengewoon ongepast en ongewenst is. In zijn functie dient hij een voorbeeld te zijn voor zijn personeel en door het organiseren van een activiteit met een hoog gehalte aan seksualiteit heeft hij zich onmogelijk gemaakt en afbreuk gedaan aan het gezag dat hij als manager moet hebben. Ook heeft hij door de activiteit Dela in diskrediet gebracht met schade aan de reputatie van Dela. De activiteit past niet binnen de kernwaarden van Dela. Dela neemt het [verweerder] kwalijk dat hij de activiteit niet eerder zelf gemeld heeft, opdat Dela zelf maatregelen had kunnen nemen om reputatieschade te voorkomen. Tot slot zou het ongewenste gedrag niet op zich zelf staan. [verweerder] is eerder gewezen op ongewenst en ongepast gedrag.
3.3
[verweerder] heeft aangevoerd dat hij een voortreffelijk presterende manager is en Dela van een manager geen onberispelijk gedrag mag verwachten. De activiteit is in de vrije tijd georganiseerd en op de inrichting van de privétijd behoort de werkgever geen invloed uit te oefenen tenzij, zo begrijpt de kantonrechter, er sprake is van direct en concreet nadeel voor de werkgever. De door hem georganiseerde activiteit past binnen en is in lijn met de bedrijfscultuur. Daardoor heeft [verweerder] er geen rekening mee hoeven houden dat het organiseren van deze activiteit zou leiden tot een ontslag vanwege een dringende reden. Hij wil wel toegeven dat hij achteraf vindt dat het organiseren van deze activiteit niet verstandig is geweest, omdat de combinatie van seks en werk “gevoelig” ligt.
3.4
De kantonrechter overweegt als volgt.
3.4.1.
[verweerder] heeft in de eerste plaats aangevoerd dat de door hem voor het personeel georganiseerde activiteit als een privéactiviteit moet worden beschouwd, omdat de activiteit buiten het verplichte programma van het teamuitje viel en een iedereen vrij was om er aan deel te nemen. De kantonrechter is van oordeel dat waar een manager aan zijn medewerkers een activiteit aanbiedt, deze activiteit niet meer als louter een privéactiviteit kan worden gezien. Dit klemt te meer waar de activiteit vanuit en aansluitend aan een teamuitje wordt aangeboden. Dat ook [verweerder] een duidelijk verband ziet tussen deze activiteit en het werk, blijkt al uit zijn stelling dat hij zich ervan bewust is dat de combinatie van seks en werk gevoelig ligt. Wat Dela [verweerder] kwalijk neemt, is niet dat hij privé dergelijke activiteiten onderneemt, maar dat hij ze organiseert voor zijn medewerkers en er met zijn medewerkers zelf aan deelneemt. De kantonrechter deelt het standpunt van Dela dat de verantwoordelijkheid van de manager niet bij het einde van de werktijd stopt. Als hij met zijn personeel op stap gaat in het kader van een door hem georganiseerde activiteit, ook al is dat buiten werktijd, blijft hij als manager verantwoordelijk. Als een manager meegaat met een door het personeel georganiseerde activiteit, blijft hij ook in zijn rol van manager, maar dat is zeker en nog meer het geval waar hij de activiteit zelf organiseert en aanbiedt.
3.4.2.
Bij de beoordeling van de vraag of terecht een beroep is gedaan op een dringende reden voor de ontbinding van de arbeidsovereenkomst dienen de omstandigheden van het geval te worden betrokken.
Dela heeft, zoals hierboven weergegeven, aangevoerd dat [verweerder] door de organisatie van deze activiteit niet meer te handhaven is.
Ter onderbouwing van zijn stelling dat een activiteit als door hem is georganiseerd, niet kan leiden tot ontslag, heeft [verweerder] verwezen naar Kerst- en Nieuwjaarsborrels waar onbeperkt drank wordt geschonken en werknemers afspreken om in de Eindhovense binnenstad verder te gaan feesten. Ook op managementdagen gedragen managers zich “bandeloos, innemend en onbegrensd”. Bij een van die dagen is de Baja Beach Club in Rotterdam bezocht waar schaars gekleed personeel erotisch vertier verleent, met de slagroomspuit als attribuut en met close dancing. De direct leidinggevende van [verweerder] is tijdens zijn huwelijk een relatie met een ondergeschikte aangegaan. Dela is verder ook niet bij toeval achter de activiteit van [verweerder] gekomen. Er is sprake geweest van een directe en gerichte wraakactie van een medewerker van [verweerder] die boventallig is verklaard. De schorsing is onnodig diffamerend en ongegrond. Ook hebben de medewerkers van [verweerder] geen directe en concrete schade van het uitje ondervonden en hebben zij [verweerder] nooit aangesproken op de ongeoorloofdheid van zijn gedrag. De verklaring van de medewerkers dat zij zich ongemakkelijk hebben gevoeld, het uitje op de grens of over de grens vonden, trekt hij in twijfel. Binnen het team is met verbijstering op het ontslag gereageerd. Hij citeert in zijn verweerschrift vier verklaringen met bedankjes voor de avond. Ook citeert hij enkele verklaringen waarin men medeleven betuigt tegenover hem.
3.4.3.
Dat bij [verweerder] sprake is van een patroon van grensoverschrijdend gedrag is naar het oordeel van de kantonrechter niet voldoende aannemelijk geworden. Verder vermelden Dela en [verweerder] onfatsoenlijk gedrag van personeel en ook van managers bij gelegenheden waarbij personeel en ook managers van Dela elkaar buiten het bedrijf ontmoeten. Dat vooral [verweerder] zich structureel aan grensoverschrijdend gedrag schuldig zou hebben gemaakt, is niet echt duidelijk geworden. Dela heeft niet nader onderbouwd gesteld dat achteraf van vrouwelijke personeelsleden is vernomen dat [verweerder] zich tegenover hen schuldig zou hebben gemaakt aan seksuele intimidatie. Gelet op de vaagheid van de verklaring en het feit dat deze niet onderbouwd is, kan dit in dit verband geen rol spelen.
Bij het doorvragen door de kantonrechter over bandeloos gedrag door personeel van Dela kan [verweerder] niet anders verklaren dan dat personeel gaat feesten en dat hij weet dat personeel dan ook in Eindhoven blijft overnachten en dat het nog wel eens wil gebeuren dat overmatig drankgebruik leidt tot seksuele contacten. Aannemelijk is geworden dat bij allerlei gelegenheden heel veel drank kan worden en ook wordt genuttigd, maar dat daarbij ook seksueel geladen en in dat licht grensoverschrijdend gedrag plaatsvindt, is niet duidelijk geworden. Zo heeft de direct leidinggevende van [verweerder] wel toegegeven een intieme relatie met een ondergeschikte medewerkster te hebben gekregen, maar dat was in een periode dat hij al gescheiden was van tafel en bed en deze medewerkster, die nu zijn echtgenote is, heeft Dela snel na het ontstaan van de relatie verlaten. Dat na afloop van de recepties en andere Dela-feestjes medewerkers afspreken het feest in uitgaansgelegenheden op Stratums Eind voort te zetten, overtuigt nog niet dat Dela een bedrijfscultuur van bandeloosheid en onbegrensdheid kent of dat grensoverschrijdend gedrag tot de cultuur van Dela behoort en door Dela wordt goedgekeurd.
Het bezoek aan de Baja Beach Club in Rotterdam van [een managementteam] met de direct leidinggevende van [verweerder] beziet de kantonrechter anders. [verweerder] heeft foto’s overgelegd die hij van de site van de Beachclub heeft gehaald om aan te tonen dat in die club “schaars gekleed personeel erotisch vertier verleent”. De leidinggevende van [verweerder] stelt de taferelen van de foto’s in de gelegenheid niet te hebben waargenomen.
Mogelijk zijn op de avond dat het Managementteam van Dela de club heeft bezocht geen erotische activiteiten vertoond (er is ook niet gesteld dat de foto’s van die avond zijn) maar kenmerk van een dergelijke club is wel dat personeel schaars gekleed gaat. De leidinggevende van [verweerder] heeft in het kader van de in deze procedure gemaakte verwijten daarmee zeker niet het goede voorbeeld gegeven voor wat betreft het uitkiezen van een geschikte gelegenheid om met collega’s en ondergeschikten de avond door te brengen.
3.4.4.
Het voorbeeld dat de leidinggevende van [verweerder] heeft gegeven, en de staat van dienst van [verweerder] dragen ertoe bij, dat naar het oordeel van de kantonrechter niet van een dringende reden tot ontslag sprake kan zijn. Daarbij is ook van belang, dat hoewel niet van een echte privéactiviteit kan worden gesproken, [verweerder] wel heel duidelijk is geweest in zijn aankondiging van het aanvullend programma. Hij heeft een programma aangekondigd, op eigen kosten, op vrijwillige basis en op een zodanige wijze dat degenen die mee zijn gegaan konden vermoeden dat ze in de omgeving van de wallen een erotisch getint programma konden verwachten.
Het voorgaande leidt er echter niet toe dat Dela ten onrechte het vertrouwen in [verweerder] als manager is verloren. De activiteit kan ondanks de door [verweerder] aangebrachte scheiding niet als een activiteit in de vrije tijd van [verweerder] worden gezien. (zie hiervoor overweging 4.3.1.). [verweerder] heeft door het organiseren van deze seksueel geladen activiteit grenzen die een manager in acht behoort te nemen, ruimschoots overschreden.
3.4.5.
De kantonrechter is gelet op het voorgaande van oordeel dat de arbeidsovereenkomst wel dient te worden ontbonden vanwege wijziging van omstandigheden. Dela heeft terecht het vertrouwen in [verweerder] als manager verloren. [verweerder] geeft aan het achteraf onverstandig te vinden de “ondeugende” activiteit te hebben georganiseerd, omdat de combinatie werk en seks moeilijk ligt. Dela had er rekening mee moeten houden volgens [verweerder], dat zij kennis heeft gekregen van de activiteit door een medewerker die op [verweerder] wraak zou willen nemen. Wat hier ook van zij, van een manager mag zodanig gedrag worden verwacht, dat niemand de ruimte heeft om hem op deze manier in verlegenheid te brengen. Wanneer medewerkers afspreken dat zij anderen maar niet zullen vertellen wat de activiteit heeft ingehouden en er onderling met collega’s beter niet over gesproken kan worden, betekent dit dat het gedrag grensoverschrijdend is geweest, ook volgens de normen van die medewerkers en ook al heeft de activiteit aan de deelnemers geen directe schade berokkend. Hoewel ook het ontbreken van schade en nadeel in twijfel kan worden getrokken waar men de activiteit ten opzichte van collega’s maar geheim wilde houden en men, zoals enkele deelnemende medewerkers hebben verklaard, het moeilijk vond thuis uit te leggen wat men had meegemaakt.
Enkele medewerkers zouden hebben verklaard met [verweerder] mee te leven en hem als een goede leidinggevende te hebben ervaren. Dit leidt er echter niet toe dat [verweerder] bij Dela zou moeten worden gehandhaafd.
3.4.6.
Gelet op het voorgaande zal het verzoek van Dela tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van een verandering van omstandigheden worden toegewezen. De arbeidsovereenkomst tussen partijen zal met ingang van 15 juli 2013 worden ontbonden.
3.4.7.
Op basis van het over en weer gestelde staat vast dat geen verband bestaat tussen de indiening van het verzoekschrift en de in artikel 7:685 BW bedoelde opzegverboden.
3.5.
De verandering in de omstandigheden is in overwegende mate aan [verweerder] te verwijten. Om die reden ziet de kantonrechter geen aanleiding om aan hem in het kader van de ontbinding van de arbeidsovereenkomst een zogenaamde neutrale vergoeding toe te kennen. Een vergoeding van één maandsalaris als tegemoetkoming voor [verweerder], volstaat.
3.6.
Gelet op het voornemen de arbeidsovereenkomst te ontbinden en aan [verweerder] een vergoeding als voornoemd toe te kennen, wordt Dela eerst nog in de gelegenheid gesteld haar verzoek desgewenst in te trekken.
3.7.
Gelet op de aard van de procedure zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat ieder der partijen de eigen kosten zal dienen te dragen.

4.De beslissing

De kantonrechter:
stelt Dela in de gelegenheid om tot uiterlijk 4 juli 2013 haar verzoek in te trekken door middel van een schriftelijke verklaring aan de griffier, alsmede aan de gemachtigde van [verweerder];
bij handhaving van het verzoek:
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 15 juli 2013;
kent aan [verweerder] ten laste van Dela een vergoeding toe van € 8.724,45 bruto en veroordeelt Dela voor zover nodig om deze vergoeding aan [verweerder] te betalen;
bij handhaving en intrekking van het verzoek:
compenseert de proceskosten in die zin dat ieder der partijen de eigen kosten dient te dragen.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.H. Kobussen, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.