Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
[gedaagde 4],
[gedaagde 5],
[gedaagde 6],
[gedaagde 7],
[gedaagde 8],
[gedaagde 9],
Servatius”. Gedaagden in de hoofdzaak zullen gezamenlijk worden aangeduid als “
[gedaagden]”. Gedaagden in de hoofdzaak sub 1 en 9 zullen “
[gedaagden 1 + 9]” worden genoemd. Gedaagden in de hoofdzaak sub 2 t/m 8 (tevens eisers in dit incident) zullen “
[gedaagden 2 t/m 8]” worden genoemd. Interveniënt (tevens eiseres in het incident) zal “
Achmea” worden genoemd.
1.De procedure
- het vonnis in het incident (tussenkomst) van 17 april 2013,
- de incidentele conclusies tot het treffen van een voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv (opheffing beslag) van [gedaagden 2 t/m 8] (27 maart 2013) en van Achmea (8 mei 2013),
- de incidentele conclusie van antwoord van Servatius.
2.De feiten in het incident
3.De vorderingen in het incident
[gedaagden 2 t/m 8]
- het rechtskarakter van de aansprakelijkheidsverzekering;
- de positie van Servatius als beslaglegger/verzekeringnemer;
- de stand van de procedure;
- de te verwachten kosten;
- de financiële draagkracht van de verzekerden;
- artikel 6 EVRM;
- het non-peius beginsel;
- de nemo plus regel.
4.Het verweer in het incident
- dat Servatius een deugdelijke vordering heeft ingesteld;
- dat [gedaagden] Servatius aanzienlijke schade hebben toegebracht;
- dat [gedaagden] wisten of althans behoorden te weten dat met de verzekering mede werd beoogd om Servatius verhaalsmogelijkheden te bieden in geval van (interne) bestuurdersaansprakelijkheid;
- dat [gedaagden] hebben bijgedragen aan het ontstaan van de huidige situatie door een verzekering af te sluiten met een zo beperkte verzekerde som;
- dat Achmea hoe dan ook – met of zonder beslag – slechts hooguit 2,5 miljoen Euro behoeft uit te keren;
- dat Servatius enkel beslag heeft gelegd op de verzekeringsaanspraken en niet op de (overige) vermogensbestanddelen van [gedaagden] waardoor zij geacht moeten worden daaruit de kosten van hun verweer te voldoen.
5.De beoordeling in het incident
6.De beslissing
11 september 2013voor het nemen van een conclusie van antwoord door [gedaagden 2 t/m 8].