ECLI:NL:RBOBR:2013:2857
Rechtbank Oost-Brabant
- Voorlopige voorziening
- mr. de Koning
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake intrekking drank- en horecawetvergunning en exploitatievergunning
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 12 juli 2013 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van een horeca-exploitant. De burgemeester van 's-Hertogenbosch had op 27 juni 2013 de drank- en horecawetvergunning en exploitatievergunning van de verzoeker ingetrokken, na bevindingen van illegale gokactiviteiten in de horeca-inrichting. De verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om schorsing van het besluit. De voorzieningenrechter heeft de spoedeisendheid van het verzoek erkend, maar oordeelde dat de burgemeester op basis van de beschikbare informatie terecht had besloten tot intrekking van de vergunningen. De voorzieningenrechter benadrukte dat de korte termijn voor het indienen van een zienswijze geen reden was voor schorsing, aangezien de rechtsbescherming in deze fase niet primair is gericht op de belanghebbende, maar op de juiste vaststelling van de feiten. De voorzieningenrechter concludeerde dat de burgemeester voldoende aannemelijk had gemaakt dat er in de horeca-inrichting werd gepokerd om geld, wat in strijd is met de Wet op de Kansspelen. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af en stelde dat de burgemeester gehouden was om de vergunningen in te trekken op grond van de Drank- en Horecawet. De uitspraak werd gedaan zonder proceskostenveroordeling.