ECLI:NL:RBOBR:2013:2807

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
11 juli 2013
Publicatiedatum
10 juli 2013
Zaaknummer
01/045198-01
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met ernstige persoonlijkheidsproblematiek en recidivegevaar

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 11 juli 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die in 2002 ter beschikking was gesteld na een veroordeling voor poging tot doodslag. De terbeschikkingstelling was eerder verlengd, maar de officier van justitie heeft opnieuw verzocht om verlenging voor de duur van twee jaar. Tijdens de openbare zitting op 27 juni 2013 zijn de ter beschikking gestelde, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde ernstige persoonlijkheidsproblematiek vertoont, waaronder een antisociale persoonlijkheidsstoornis, en dat er een hoog risico op recidive bestaat. Het rapport van de kliniek benadrukt dat de ter beschikking gestelde begeleiding en controle nodig heeft om recidive te voorkomen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, afgewezen en in plaats daarvan de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist, maar dat er ook ruimte moet zijn voor resocialisatie. De rechtbank heeft besloten dat de situatie over een jaar opnieuw moet worden beoordeeld.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Parketnummer: [01/045198-01]
Strafrecht

Parketnummer: 01/045198-01

Uitspraakdatum: 11 juli 2013

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1969],
verblijvende in[kliniek].

Het onderzoek van de zaak.

Bij vonnis van de rechtbank van 24 januari 2002 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 29 juni 2012 met één jaar verlengd. Deze verlenging is door het gerechtshof te Arnhem op 8 november 2012 bevestigd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 6 mei 2013 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 27 juni 2013.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige en de ter beschikking gestelde en zijn raadsman gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het rapport van [kliniek] d.d. 12 april 2013, opgemaakt door drs. M.W.J. [deskundige], hoofd behandeling, drs. M. Badr, psychiater, en drs. A.J. de Groot, locatiedirecteur behandeling en zorg, plv. hoofd van de inrichting;
  • de omtrent de ter beschikking gestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van de ter beschikking gestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van onder meer poging tot doodslag, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Dit misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In
voornoemd rapport van [kliniek]is onder meer het navolgende gesteld:

(…) Bij betrokkene is sprake van ernstige persoonlijkheidsproblematiek in de vorm van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken. De score op de PCL-R is hoog en in het verleden was sprake van ernstige verslavingsproblematiek binnen een crimineel milieu, hetgeen geleid heeft tot ernstig gewelddadig gedrag en het indexdelict. Over het algemeen is bovengenoemde problematiek moeilijk behandelbaar, ook vanwege de afwezigheid van lijdensdruk. Hoewel extrinsiek bepaald, heeft betrokkene zich gecommitteerd aan de behandeling in de zin dat hij de geboden behandelonderdelen volgt.
Buiten de setting zijn echter voor betrokkene belangrijke en niet altijd te vermijden risicosituaties (bijvoorbeeld in aanraking komen met een crimineel milieu, drugsgerelateerde situaties, situaties waarin betrokkene gekrenkt wordt) aanwezig. Betrokkene blijkt ook niet adequaat te controleren bij eerder onbegeleid verlof. Persoonlijkheidskenmerken als een lage frustratietolerantie, status- en krenkinggevoeligheid en moeite met het uitstellen van de behoeften, zullen, gezien de problematiek, aanwezig blijven en de verwachting is dat deze meer op de voorgrond komen te staan in minder gestructureerde situaties. Het zich meermalen niet houden aan verlofvoorwaarden, zoals blijkt uit de informatie van ex-partner, is hier een goed voorbeeld van. Een resocialisatietraject zal dan ook geleidelijk en gecontroleerd moeten plaatsvinden. Met name omdat betrokkene zelf niet aangeeft zich niet aan de voorwaarden te hebben gehouden, hier ook geen signalen over afgeeft. Betrokkene blijkt ook zich niet te houden aan afspraken en voorwaarden bij eerder onbegeleid verlof.
Betrokkene zal blijvend begeleiding en controle nodig hebben om recidive in criminaliteit en middelengebruik te voorkomen. (…)
De prognose is dat betrokkene op termijn zal resocialiseren in de maatschappij middels werk en een blijvend noodzakelijke zorgprothese. Gezien de beperking van betrokkene, de hoge mate van psychopathie en de blijvende behoefte aan externe structurering en begeleiding wordt geleidelijke afbouw van het dwangkader voorgesteld middels diverse verlofkaders. (…)
Gezien het feit dat betrokkene zich slechts beperkt tot het doen van wat hij moet doen, de nog aanwezige persoonlijkheidsproblematiek, het hoge risico op schijnaanpassing (hoge PCL-R) het snel overvraagd en overschat worden en zelf niet om hulp vragen, het nog te doorlopen begeleid verlof, de te verwachten duur van het resocialisatietraject, het belang van het op termijn geleidelijk afbouwen van begeleiding en controle en vormgeven van een goede zorgprothese, en de inschatting van het recidivegevaar bij beëindiging van de maatregel als hoog met de ondersteuning daarbij van de diverse risicotaxatie-instrumenten (…), adviseren wij de TBS-maatregel te verlengen voor de duur van twee (2) jaar en continuering van de verpleging van overheidswege. (…)

De ter beschikking gestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:

Ik heb sinds januari 2013 geen verloven, ook geen begeleide verloven, meer. Er was geen vertrouwen in mij. Ik kan mezelf goed overeind houden, daar heb ik geen partner voor nodig. Een jaar geleden zaten we hier en zou ik naar Altrecht gaan. Kort daarna bleek echter dat dat niet doorging, omdat het te duur was. Ik ben pas tweeënhalve week geleden naar een andere afdeling overgeplaatst. U houdt mij voor dat ik niet heb gemeld dat ik een simkaart had. Ik was op het station en daar deelden ze simkaarten uit. Dat was een soort van reclamefolder. Ik heb daar niet mee gebeld, ik was die simkaart gewoon alweer vergeten. Het klopt ook dat ik een rekening heb geopend zonder dit te melden en dat ik een auto heb bestuurd zonder rijbewijs. Ook is het zo dat mijn toenmalige vriendin kleding voor mij heeft betaald, maar het geld heb ik nog gewoon. Ik heb een goede verstandhouding met de moeder van mijn kinderen. Ik mag van de kliniek geen contact met mijn kinderen hebben. Ik heb mijn kinderen gezien na zoveel jaren. Dit hadden ze voor mij als verassing geregeld, ik wist daar niets vanaf. Ik heb daar niks over gezegd uit vrees mijn verlof kwijt te raken.
U zegt mij dat de prognose nu in vergelijking met die van een paar maanden geleden anders is. Ik ben eerlijk gezegd wel een beetje kwaad op de kliniek.
Ik ben van mening dat de risicoprognose niet klopt. Ik ben al 11,5 jaar clean van harddrugs. Ik heb heel veel verloven gehad, die wel goed zijn gegaan. De aanvraag voor transmuraal verlof was al afgewezen, voordat de kliniek van de incidenten op de hoogte werd gesteld. De kliniek heeft op 4 januari 2013 vernomen dat er incidenten hadden plaatsgevonden. De beslissing tot afwijzing was al genomen en pas daarna zijn de incidenten bekend geworden.
De
deskundige [deskundige], optredend namens voormelde inrichting, heeft het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
De rechtbank was in de laatste verlengingsbeslissing van oordeel dat de kliniek niet voortvarend genoeg zou hebben gehandeld. De kliniek kan zich hier niet in vinden. In 2007 is betrokkene in de kliniek gekomen. In 2009 zijn wij met het begeleid verlof en in 2011 met het onbegeleid verlof gestart. De kliniek is van mening dat dan niet gezegd kan worden dat niet voortvarend is gehandeld. Wij hebben aangegeven dat de periode van het onbegeleid verlof, een minder gestructureerde setting, de moeilijke periode zou worden.
Sinds 10 juni 2013 is betrokkene naar de andere afdeling overgeplaatst. De overplaatsing heeft pas toen plaatsgevonden, omdat er niet eerder plek was. Betrokkene heeft zijn begeleid verlofkader behouden. Hij heeft echter geen begeleide verloven meer genoten. Dit heeft te maken met het feit dat er sprake is van geschonden vertrouwen. Betrokkene moet eerst het vertrouwen van de kliniek weer terugwinnen. Zodra dat vertrouwen er weer is, kan uitvoering aan de begeleide verloven worden gegeven.
Het accent ligt op het psychopathisch construct. Ik wijs u in dat verband op bladnummer 12 van het verlengingsadvies in combinatie met de PCL-R scores. Daar moeten we met name op letten. Het is belangrijk dat hij een goed netwerk krijgt. Hier moet aan worden gewerkt. Betrokkene heeft wel een heel steunend, maar geen corrigerend, netwerk. Betrokkene zal moeten leren dat hij afspraken moet nakomen en dat hij betrouwbaar blijft. Op de vraag hoe het kan dat het gerechtshof te Arnhem in haar arrest verzoekt de uitplaatsing van betrokkene te realiseren en de kliniek met een verlengingsadvies van twee jaar komt, het volgende. Wij hebben gezegd het een langdurig traject is, dat zorgvuldig moet dienen te geschieden. De zitting bij het gerechtshof was in november 2012. Op dat moment leek het allemaal goed te gaan en waren de incidenten de kliniek nog niet bekend. Na de incidenten heeft betrokkene zijn onbegeleid verlofkader verloren. Je zet dan een stap terug in de tijd, waardoor het traject langer gaat duren. Het vertrouwen moet worden hersteld. De onbegeleide verloven zullen weer moeten worden opgestart en het transmuraal verlof zal ook nog moeten gaan plaatsvinden.
De raadsman vraagt mij waarom er tussen de zitting bij de rechtbank van juni 2012 en november 2012 niet is doorgegaan met de aanvraag voor het transmuraal verlof. Wij zijn hier wel mee doorgegaan. Het moet worden geschreven, hetgeen tijd kost, een aantal maanden. Intussen werd ook gewacht op de beslissing in hoger beroep. Begin 2013 is het in de interne verloftoetsingscommissie besproken. De aanvraag is afgewezen. Het viel precies samen met het bericht dat er incidenten hadden plaatsgevonden.

De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:

Het openbaar ministerie heeft een vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar ingediend. Ik persisteer bij de vordering. Het advies van [kliniek] en toelichting van de deskundige hierop zijn helder. De voortzetting van de terbeschikkingstelling is nodig. Ook gezien het tijdspad dat deskundige schetst, persisteer ik bij de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
De
raadsman van de ter beschikking gesteldeheeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
In januari 2013 zijn alle verloven stil gelegd. In maart 2013 heeft mijn cliënt het begeleid verlofkader weer teruggekregen. We zijn inmiddels weer een aantal maanden verder en mijn cliënt heeft hij nog steeds geen begeleid verlof gehad. Mijn cliënt is pas recent naar de andere afdeling overgeplaatst. De kliniek zegt dat het vertrouwen er nog niet is.
Mijn cliënt heeft vanaf 2011 tot en met eind 2012 onbegeleid verlof gehad. Er hebben 329 verlofbewegingen plaatsgevonden. Er is geen positieve test op verdovende middelen geweest. Indien mijn cliënt zo verschrikkelijk onbetrouwbaar en, vanwege zijn problematiek, impulsief zou zijn, dan hadden we dat gezien. Er is geen sprake van agressie geweest. De verloven verliepen vlekkeloos. Hier komt een einde aan als tegen de kliniek wordt gezegd dat mijn cliënt zich niet aan de voorwaarden heeft gehouden.
Bij een van de verloven vond een ontmoeting met zijn kinderen plaats. Mijn cliënt was er niet van op de hoogte dat die ontmoeting zou plaatsvinden. Ik vind het begrijpelijk dat je dan contact hebt met je kinderen. Natuurlijk kan gezegd worden dat het had moeten worden gemeld, maar mijn cliënt was bang dat hij dan zijn verloven zou verliezen.
Mijn cliënt heeft een rekening geopend. Dit was voor als hij transmuraal verlof zou hebben. Er is niks met de rekening gebeurd. Ten aanzien van het geld dat hij voor de kleding had opgenomen merk ik op dat dit geld er nog steeds is. Mijn cliënt heeft dit geld ook laten zien.
Mijn cliënt heeft autogereden zonder in het bezit te zijn van een rijbewijs. Dat is een ernstig strafbaar feit. Wordt niet teveel nadruk op deze incidenten gelegd?
De kliniek heeft aangegeven het niet met rechtbank eens te zijn dat geen haast is gemaakt. De kliniek heeft evenwel geen haast gemaakt. Ik vind het een overtrokken reactie om alle verloven van mijn cliënt in te trekken. Ik vind dat uw rechtbank het goed heeft gezien en het gerechtshof heeft dat ook bevestigd. Een resocialisatie gaat met vallen en opstaan. Het is moeilijk en er zijn verleidingen, maar je moet het juist leren door naar buiten te gaan.
Primair verzoek ik u de zaak aan te houden en de reclassering de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging te laten onderzoeken. Het gaat verschrikkelijk langzaam. Er wordt heel lang over gedaan om het verzoek tot het verlenen van transmuraal verlof te schrijven en de aanvraag in te dienen. Het komt de kliniek dan goed uit dat er incidenten bekend zijn geworden, omdat ze dan een argument hebben. Op het schenden van afspraken kan mijn cliënt worden aangesproken. Er hebben echter geen schendingen op de gebieden van de risicofactoren plaatsgevonden.
De begeleiding en ondersteuning van mijn cliënt kan in de vorm van reclasseringsbegeleiding plaatsvinden. Het vertrouwen van de kliniek in mijn cliënt is moeizaam. Hij moest naar een nieuwe afdeling.
Subsidiair verzoek ik u de terbeschikkingstelling niet met twee jaar maar met één jaar te verlengen. Ik vind dat een vinger aan de pols moet worden gehouden. Mijn verwachting is dat indien de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd, er niet voortvarend te werk zal worden gegaan.
De
officier van justitieheeft naar aanleiding van het betoog van de raadsman aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik verzoek u het verzoek om aanhouding teneinde de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging te onderzoeken af te wijzen.
De rechtbank verenigt zich voor wat betreft de noodzaak tot verlenging van de terbeschikkingstelling met het advies van voornoemde inrichting, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
De rechtbank wijst het verzoek van de verdediging om aanhouding van de zaak, teneinde de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege te onderzoeken, af. De rechtbank is van oordeel dat een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging, gezien het recidivegevaar en gezien de fase waarin betrokkene zich thans nog (en wederom) bevindt (hij heeft geen verloven meer gehad sinds januari 2013), nog niet aan de orde kan zijn.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de duur van de verlenging het navolgende.
In januari 2013 zijn naar aanleiding van het bekend worden van een aantal incidenten, alle verloven, zowel de onbegeleide als de begeleide verloven, door de kliniek stop gezet. Het Ministerie heeft het onbegeleid verlofkader van betrokkene vervolgens ingetrokken. Het Ministerie heeft echter wel een verlofmachtiging voor een begeleid verlofkader per 14 maart 2013 afgegeven. Betrokkene heeft echter vanaf 14 maart 2013 tot op heden nog steeds geen begeleid verlof genoten. De rechtbank vermag, gelet op de machtiging van het Ministerie voor begeleid verlof en gelet op de veelheid aan verloven die voor januari 2013 zonder incidenten hebben plaatsgevonden, niet in te zien dat het aspect van onvoldoende vertrouwen in betrokkene in de weg heeft gestaan en nog steeds staat aan een zo spoedig mogelijke hervatting van de begeleide verloven. De rechtbank vindt het in het kader van een spoedige resocialisatie van belang dat de begeleide verloven en, aansluitend daarop, de onbegeleide verloven zo snel mogelijk worden hervat.
De rechtbank acht het van belang dat over een jaar wordt bezien wat de stand van zaken op dat moment is en zal de terbeschikkingstelling dan ook niet met twee jaar, maar met één jaar verlengen.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke[terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. N.I.B.M. Buljevic, voorzitter,
mr. J.M.P. Willemse en mr. M. Smit, leden,
in tegenwoordigheid van mr. F. van Hulst, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 11 juli 2013.
Mr. M. Smit is buiten staat deze uitspraak mede te ondertekenen.