ECLI:NL:RBOBR:2013:2796

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
11 juli 2013
Publicatiedatum
10 juli 2013
Zaaknummer
01/839336-06
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling in verband met poging tot moord

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 11 juli 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de ter beschikking gestelde, geboren in 1984, die verblijft in een kliniek. De terbeschikkingstelling was eerder opgelegd na een veroordeling voor medeplegen van poging tot moord. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd, na een vordering van de officier van justitie en een beoordeling van de deskundigen. De ter beschikking gestelde heeft in de zitting zijn mening geuit over zijn behandeling en de regels die hem opgelegd zijn, waarbij hij aangaf dat hij zich belemmerd voelt in zijn ontwikkeling. De deskundigen hebben echter aangegeven dat de huidige structuur en begeleiding essentieel zijn voor zijn resocialisatie en dat er nog steeds een verhoogd risico op recidive aanwezig is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist. De rechtbank heeft het verzoek van de raadsvrouwe om de zaak aan te houden en de reclassering te betrekken, afgewezen, en benadrukt dat de huidige begeleiding en structuur cruciaal zijn voor het slagen van het resocialisatietraject. De rechtbank heeft de reclassering wel opgedragen om bij de volgende verlengingszitting de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging te onderzoeken.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Parketnummer: [01/839336-06]
Strafrecht

Parketnummer: 01/839336-06

Uitspraakdatum: 11 juli 2013

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1984],
verblijvende te [kliniek],
zijnde een woning van[kliniek].

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 6 februari 2008 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 12 juli 2012 met één jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 15 mei 2013 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 27 juni 2013.
Hierbij zijn de officier van justitie, de deskundige en de ter beschikking gestelde en zijn raadsvrouwe gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
- het rapport van [kliniek] d.d. 16 april 2013, ondertekend door
drs. M.A. Polak, hoofd van de inrichting, prof. dr. W.J. Schudel, psychiater,
drs. B. Koudstaal, manager behandeling & bedrijfsvoering extramuraal, klinisch psycholoog;
  • de omtrent de ter beschikking gestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het persoonsdossier van de ter beschikking gestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van medeplegen van poging tot moord, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In
voornoemd advies van het hoofd van de inrichtingis onder meer het navolgende gesteld:

(…) De klinische behandeling van de heer[terbeschikkinggestelde] heeft in het teken gestaan van thema’s als grenzen, middelenproblematiek en impulsiviteit. De behandeling van de heer [terbeschikkinggestelde] wordt gekenmerkt door zijn beperkte probleembesef, zijn moeite om uitstel van behoeftebevrediging te verdragen en zijn wisselende attitude ten opzichte van de behandeling. (…) Het resocialisatietraject van de heer [terbeschikkinggestelde] is erop gericht om stapsgewijs de mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid te vergroten. Met de overgang naar[afdeling kliniek] heeft de heer [terbeschikkinggestelde] een belangrijke stap in zijn resocialisatietraject kunnen zetten. (…) Begeleiding en toezicht worden in de resocialisatiefase van het traject van de heer [terbeschikkinggestelde] noodzakelijk geacht voor hetadequaat vormgeven van het risicomanagement. Voordat verdere stappen in het traject kunnen worden gezet is een toename van probleeminzicht en stabiliteit in zijn functioneren nodig. Het verder opbouwen en onderhouden van de verschillende resocialisatiegebieden
- onder andere wonen, dagbesteding, netwerk en financiën - is hierbij ook een belangrijk aandachtspunt. Gezien de moeilijkheden die de heer [terbeschikkinggestelde] heeft met het vasthouden van lange termijn doelen en de beperkte vaardigheden op het gebied van het opbouwen van een maatschappelijk aanvaardbaar bestaan, is juist deze fase in zijn behandeling van grootbelang. Voor het risicomanagement is inbedding in de maatschappij, het hebben van een goede basis en deze kunnen behouden noodzakelijk. Het resocialisatietraject staat dan ook in het teken van het opbouwen van een dergelijk stabiel bestaan waarbij het extern risicomanagement stap voor stap afgebouwd zal worden. Gezien het grillige niveau van functioneren en samenwerken, is de verwachting dat het externe risicomanagement nog geruime tijd aangewezen is.
(…)
Op grond van de bij de heer [terbeschikkinggestelde] aanwezige persoonlijkheidspathologie met antisociale en borderline kenmerken, is er nog altijd sprake van een verhoogde kans op herhaling van agressief delictgedrag. Het risico op recidive in gewelddadig gedrag ligt voor de heer [terbeschikkinggestelde] op de middellange termijn. De heer [terbeschikkinggestelde] weet met behulp van externe structurering en begrenzing in toegenomen mate lange termijn doelen in het oog te houden. Toch blijven dwingend gedrag, de neiging tot directe behoeftebevrediging enbeperkte copingvaardigheden belangrijke risicofactoren. De heer [terbeschikkinggestelde] is van nature een impulsieve man die zelf moeilijk structuur in zijn leven kan aanbrengen. Het is noodzakelijk dat de heer [terbeschikkinggestelde] langdurig gevolgd wordt waarbij de aanwezige risicofactoren worden gemonitord. Het nemen van verantwoordelijkheid voor zijn gedrag en het leren verdragen van de tegenslagen die het leven met zich meebrengt, blijven daarbij aandachtspunten in de behandeling. Van belang is dat de heer[terbeschikkinggestelde] meer inzicht krijgt in zijn problematiek en copingvaardigheden verder ontwikkelt. Mogelijk dat ook medicatie hierbij nog wat kan ondersteunen. Gezien de aanwezige persoonlijkheidspathologie, aandachtstekortstoornis en de neiging van de heer [terbeschikkinggestelde] om eigen mogelijkheden te overschatten, is behandeling binnen een begrenzende bejegening binnen een dwingend kader nog altijd aangewezen. Bij het ontbreken van een dergelijk kader schiet het risicomanagement tekort en neemt risico op recidive in gewelddadig gedrag aanzienlijk toe.
(…)
Op basis van bovenstaande adviseert de [kliniek] de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen. (…)

De ter beschikking gestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:

Ik heb het rapport niet gelezen, omdat ik hetgeen wordt geschreven deprimerend vind.
Ik ben gediagnosticeerd met ADHD. Die diagnose klopt niet. Die diagnose is net voordat ik naar het appartement ging, gesteld. Ik wilde een second opinion en die heb ik ook gekregen. Uit die second opion kwam dat ik impulsief kan handelen uit gevoelens niet serieus te worden genomen. Zij adviseren een andere therapie. Er is dus een verkeerde diagnose gesteld.
Ik heb geen partner meer. Ik ben van mening dat het nog steeds allemaal te betuttelend is en dat dingen te langzaam gaan, waardoor ik gedemotiveerd kan raken. Een voorbeeld hiervan is dat ik om 22.00 uur thuis moet zijn. Ik heb al bijna 7 jaar geen harddrugs meer gebruikt. Vorig jaar heb ik hier afgesproken dat ik niet meer zou blowen en dat heb ik na die tijd ook niet meer gedaan. Ik heb een fulltimebaan. Ik ga binnenkort ook nog een opleiding tot gecertificeerd lasser volgen. Ik heb een goed steunend netwerk. De helft van mijn tbs-behandeling is verspilde tijd geweest. Dat heeft onder meer te maken met het feit dat anderen zich aan verloven hebben onttrokken, hetgeen voor mij gevolgen heeft gehad. Ik heb daar zeker twee jaar lang last van gehad en voor mijn gevoel heeft toen de tijd stil gestaan. Ik ben van mening dat het helemaal niet slecht gaat met mij. Ik heb nu iedere week een gesprek van tien minuten. De begeleiding die ik krijg is vrijwel nihil. Sinds ik in het appartement woon, gaat het een stuk beter met mij. Ik ben graag bezig. Ik heb een uitdagende baan. Ik steek daar graag mijn energie in. Ik steek daar veel liever mijn energie in, dan dat ik mijn energie erin moet steken om te zorgen dat ik om 22.00 uur alleen in mijn appartement zit, want dat is een van de regels waar ik me aan moet houden.
Met betrekking tot het punt van het ongeduld en de geïrriteerdheid wil ik het volgende opmerken. Bijvoorbeeld: ik probeerde duidelijkheid te creëren door te vragen of ik mijn appartement zelf mocht inrichten. Ik heb daar toestemming voor gekregen. Na anderhalve week moest ik echter alles weer uit mijn appartement halen en moest ik een standaardinventaris in mijn kamer neerzetten.
De relatie die ik had, is wel degelijk door de beperkingen verziekt. Al die regels waar ik me van de kliniek aan moest houden, hadden directe gevolgen voor mijn relatie.
Ik heb geen gesprekken bij het Dok. Ik heb daar drie gesprekken gehad in verband met de second opinion voor de gestelde diagnose van ADHD. Ik heb zoiets van: “Laat mij het zelf uitzoeken”. Er wordt gezegd dat er externe structuur is. Ik ben echter van mening dat dat een schijnvertoning is. Ik hanteer mijn eigen structuur. Ik sta ’s morgens zelf op, smeer mijn eigen brood en ga naar mijn werk. Daar heb ik hun niet bij nodig. Ik vind dat ik niet veel begeleiding heb. Ik ben 80% van de tijd buiten en wordt dus aan verleidingen blootgesteld. Ik heb geen behoefte aan alcohol of drugs.
De
deskundige mevrouw[deskundige], optredend namens voormelde inrichting, heeft het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Het gaat goed. Betrokkene kan zich steeds beter aan gemaakte afspraken houden. We willen betrokkene heel stapsgewijs meer vrijheden geven.
U vraagt mij of een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging aan de orde zou kunnen zijn. Betrokkene staat pas aan het begin van zijn resocialisatietraject. Er is nog veel externe structurering. We willen er stapsgewijs naar toewerken dat betrokkene zich niet alleen naar onze regels voegt, maar dat hij zelf ook risicovol gedrag achterwege kan laten. Hij heeft begeleidingsgesprekken. Hij wordt door een arbeidsconsulent begeleid. Ook is er toezicht op zijn financiën.
De duidelijke externe kaders die thans nog aanwezig zijn, zullen bij een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging wegvallen. Bij een voorwaardelijke beëindiging zal ook zijn huisvesting niet meer geregeld zijn. Het is namelijk niet de bedoeling dat hij dan nog in het appartement waar hij nu woont, zal blijven wonen. We willen zorgen voor een stabiele basis. Er zijn thans nog dagelijks contacten in het kader van het begeleid wonen. Bij een voorwaardelijke beëindiging kunnen er in het kader van het FPT nog af en toe contacten tussen betrokkene en de kliniek plaatsvinden. Verder is er bij een voorwaardelijke beëindiging tweemaal de mogelijkheid van een terugplaatsing in de kliniek voor de duur van zeven weken. Dat is een beperkt vangnet. Het hele duidelijke kader dat er nu op dit moment is, is een belangrijke pijler in de behandeling. Bij een voorwaardelijke beëindiging zal dit duidelijke kader er niet meer zijn.
Het traject gaat richting het zelfstandig wonen. Aan het eind van het jaar gaan we kijken of die stap ook daadwerkelijk kan worden gezet. Als dat goed gaat en de situatie is stabiel, dan betrekken wij de reclassering erbij en kunnen we kijken naar een voorwaardelijke beëindiging. Wij denken dat we nog meer dan één jaar nodig hebben.
Betrokkene wil snel en veel stappen tegelijk maken. Daar ligt ook gelijk het risico. Het gaat goed met de structuur die wij hem bieden. Hij heeft veel vrijheden, maar er is nog een duidelijk kader waarin hij zich begeeft. Bij een voorwaardelijke beëindiging is er veel minder toezicht en is er veel minder structuur. Door die structuur die er nu is, kan hij juist stabiliteit opbouwen. Het toezicht op zijn financiën wordt gehouden, omdat hij in het verleden de neiging had meer uit te geven dan er binnen kwam. Hij doet zijn financiën nu zelf. Het is juist in deze fase heel moeilijk in te schatten hoe de situatie er over twee jaar uit zal zien. Wij adviseren de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, maar onze verwachting is dat één jaar te kort zal zijn.
Op het alcoholgebruik van begin dit jaar kijkt betrokkene weinig kritisch terug. Hij kijkt er niet kritisch op terug waarom hij alcohol gaat drinken. Hij zoekt de grenzen op en is geneigd de verantwoordelijkheid bij zijn omgeving neer te leggen. Ook ging betrokkene een relatie aan. Toen de relatie niet goed liep, was hij geneigd te zeggen dat dit komt door de beperkingen die hij heeft. Hij kan zich goed presenteren. Hij kan zich goed verwoorden. Maar van de andere kant kan hij zichzelf daarmee ook overschatten.

De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:

Namens [kliniek] is aangegeven dat de verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar waarschijnlijk te weinig is.
In het rapport lees ik dat het recidiverisico nog steeds aanwezig is. Er is nog altijd een verhoogde kans op delictgedrag. Als de terbeschikkingstelling zal worden beëindigd, neemt de kans op recidive toe.
Ik persisteer bij de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging met één jaar. Enige andere beslissing lijkt mij een te groot risico voor de samenleving op te leveren.
De
raadsvrouwe van de ter beschikking gesteldeheeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik heb het rapport met mijn cliënt besproken. Ik verzoek u primair om de zaak aan te houden en de reclassering de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging te laten onderzoeken.
Subsidiair verzoek ik u de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen. Indien een voorwaardelijke beëindiging dit jaar nog niet aan de orde is, dan zal dat in ieder geval volgend jaar aan de orde zijn. Ik wil u verzoeken om, indien u de terbeschikkingstelling met één jaar verlengt, in uw uitspraak op te nemen dat de kliniek de reclassering er het komende jaar bij zal betrekken, zodat eventueel een maatregelrapport voor de volgende zitting kan worden opgesteld.
Met betrekking tot mijn primaire verzoek wil ik nog het volgende aanvoeren. Mijn cliënt heeft vorig jaar aangegeven dat het beter zal gaan als hij iets meer vrijheden zal krijgen en hij minder betutteld zal worden. Er zijn nu enorme stappen gemaakt en dat heeft te maken met het feit dat hij meer vrijheden heeft gekregen en hij minder zal worden betutteld. De kliniek wil dat de stappen langzaam worden gemaakt. Mijn cliënt zou echter graag zien dat het allemaal wat sneller gaat.
In het begin van de plaatsing bij[afdeling kliniek] moest mijn cliënt vrijwilligerswerk gaan verrichten. Dit terwijl hij in die tijd al lang een betaalde baan had kunnen hebben en zijn schulden dan al afbetaald had kunnen hebben. Mijn cliënt voelt zich daarin geremd.
De kliniek zegt dat het vangnet bij een voorwaardelijke beëindiging niet groot is. Ik ben het daar niet mee eens. Het FPT kan als voorwaarde worden opgelegd. Ook is er de mogelijkheid van meewerking aan een terugplaatsing in het kader van een time out, van tweemaal zeven weken, als voorwaarde op te leggen.
Als het echt de spuigaten uitloopt, dan kan de dwangverpleging worden hervat. Er zijn genoeg vangnetten. Mijn cliënt heeft laten zien dat hij zelfstandig kan wonen. Hij heeft een goed inkomen. Hij heeft slechts nog een schuld van € 2.000,-, die hij met de belastingteruggave kan afbetalen. Hij heeft een groot netwerk van vrienden en familie. Hij heeft geen individuele therapie bij de Dok, maar als de reclassering dit noodzakelijk acht, kan het als voorwaarde worden opgenomen. Mijn cliënt hoeft nu alleen zijn hoofd even te laten zien en aan te geven dat hij weggaat en dat hij weer terug is. Hij heeft slecht één gesprek van tien minuten per week. Dat kan de reclassering ook op zich nemen. Voor het toezicht op de financiën moet mijn cliënt eenmaal per maand stukken overleggen.
Hetgeen de kliniek mijn cliënt op dit moment biedt kan de reclassering hem ook bieden. Ik wijs u op de subsidiariteit. Met betrekking tot de huisvesting merk ik op dat mijn cliënt een betaalde baan heeft. Indien u de zaak aanhoudt, kan mijn cliënt op de gewone huizenmarkt op zoek gaan naar een woning. De reclassering kan mijn cliënt ook helpen met het zoeken van een woning.
Ik heb u een uitspraak van de rechtbank toegestuurd, waarin de rechtbank heeft aangegeven dat de reclassering een woning voor de ter beschikking gestelde moest gaan zoeken.
Ik zie de huisvesting dan ook niet als een belemmering voor een voorwaardelijke beëindiging. Het gaat om de risicotaxatie bij een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. Die lijkt mij vooral door het middelengebruik te zijn ingegeven. Het middelengebruik kan met behulp van urinecontroles worden gecontroleerd.
Mijn cliënt kan af en toe wat impulsief zijn, maar hij zegt: “Geef mij die kans en dan laat ik zien wat ik waard ben.” Hij vraagt u uitdrukkelijk om de verantwoordelijkheid bij hem neer te leggen.
De
officier van justitieheeft naar aanleiding van het betoog van de raadsvrouwe aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Geprobeerd wordt om middels een verantwoorde afbouw van de structuur toe te werken naar het moment waarop betrokkene zich als vrij man in de samenleving kan begeven. Ik ben van mening dat de terbeschikkingstelling niet voorwaardelijk dient te worden beëindigd. Mocht u dit toch overwegen, dan verzoek ik u door een gedragskundige te laten onderzoeken of dit verantwoord is, met name gezien het risico op agressiedelicten, zoals bovenaan pagina 17 van het rapport is vermeld.
De
raadsvrouweheeft naar aanleiding hiervan aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
De externe structuur is zo minimaal dat de reclassering de begeleiding over kan nemen.
De officier van justitie heeft verzocht om een onderzoek door een gedragskundige te laten verrichten. De wet biedt hiertoe geen mogelijkheden, tenzij u van oordeel bent dat u zich naar aanleiding van het verlengingsadvies en de verklaring van de deskundige ter zitting niet voldoende voorgelicht acht. Ikzelf ben van mening dat hiervan geen sprake is. Ik verzet me tegen het verzoek om een gedragskundig onderzoek te laten verrichten . Indien de rechtbank van oordeel is dat een dergelijk onderzoek zal dienen te worden verricht, dan is mijn cliënt bereid hieraan mee te werken.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting en met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
De rechtbank zal de terbeschikkingstelling met één jaar verlengen. De rechtbank zal het verzoek van de raadsvrouwe om aanhouding, teneinde de reclassering de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege te laten onderzoeken, afwijzen. De rechtbank is van oordeel dat een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege thans nog te prematuur is. Uit het verlengingsadvies en de toelichting van de deskundige ter terechtzitting volgt dat het duidelijke kader met de externe structuur, zoals die thans bestaat, een belangrijke pijler van de behandeling en het resocialisatietraject is. Voorts volgt uit het verhandelde ter terechtzitting dat er thans dagelijks, zij het kortstondig, toezicht op betrokkene is, in het kader van zijn verblijf in zijn appartement. Bij een voorwaardelijke beëindiging zal het voor de behandeling en de resocialisatie belangrijke duidelijke kader, van waaruit stabiliteit kan worden opgebouwd, wegvallen. De kliniek heeft aangegeven dat het resocialisatietraject stapsgewijs zal dienen te verlopen en dat stapsgewijs de mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid zal dienen te worden vergroot. De rechtbank vindt het voor het slagen van het resocialisatietraject ook van belang dat dit een zeer geleidelijk traject zal zijn. Dit resocialisatietraject bevindt zich thans nog in een vroeg stadium. De ter beschikking gestelde woont pas sinds november 2012 in zijn appartement en heeft pas sinds februari 2013 een betaalde baan. Hoewel dit blijkens de verklaring van de ter beschikking gestelde, hetgeen door de deskundige wordt bevestigd, goed gaat, zijn deze ontwikkelingen nog zeer pril.
De rechtbank is gelet op het bovenstaande van oordeel dat een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege thans nog niet aan de orde kan zijn.
De rechtbank vindt het wel van belang dat - indien de positieve ontwikkelingen worden voortgezet - de reclassering bij het resocialisatietraject zal worden betrokken en dat de reclassering tijdig voor de volgende verlengingszitting de mogelijkheden onderzoekt voor een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging en dat zij een rapport zal opmaken, waarin zij die mogelijkheden en de voorwaarden waaronder een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging zou kunnen geschieden, uiteen zet.

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. J.M.P. Willemse, voorzitter,
mr. N.I.B.M. Buljevic en mr. M. Smit, leden,
in tegenwoordigheid van mr. F. van Hulst, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 11 juli 2013.
Mr. M. Smit is buiten staat deze uitspraak mede te ondertekenen.