ECLI:NL:RBOBR:2013:2709

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
4 juli 2013
Publicatiedatum
3 juli 2013
Zaaknummer
01-855038-05
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een persoon met psychische problematiek en brandstichting als indexdelict

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 4 juli 2013 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die in 2006 ter beschikking was gesteld na een veroordeling voor brandstichting. De terbeschikkingstelling was eerder verlengd, maar de officier van justitie heeft opnieuw verzocht om verlenging voor de duur van twee jaar. Tijdens de openbare terechtzitting op 20 juni 2013 zijn de terbeschikkinggestelde, zijn raadsvrouwe, en deskundigen gehoord. De deskundigen hebben in hun rapporten aangegeven dat de terbeschikkinggestelde vooruitgang heeft geboekt, maar dat er nog steeds risico's zijn op recidive, vooral zonder toezicht en behandeling. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling uiteindelijk met één jaar verlengd, met de mogelijkheid om over een jaar opnieuw te evalueren. De rechtbank heeft daarbij de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen als belangrijke overwegingen genoemd. De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven dat hij niet eens is met de verlenging, maar de rechtbank heeft besloten dat de verlenging noodzakelijk is om de voortgang van de behandeling te waarborgen. De rechtbank heeft benadrukt dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde mogelijk langer zal duren dan de verlenging van één jaar.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Parketnummer:[01/855038-05]
Strafrecht

Parketnummer: 01/855038-05

Uitspraakdatum: 4 juli 2013

Beslissing verlenging terbeschikkingstelling

Beslissing in de zaak van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [1959],
verblijvende [kliniek].

Het onderzoek van de zaak.

Bij arrest van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 14 maart 2006 is betrokkene ter beschikking gesteld. Deze terbeschikkingstelling is voor het laatst, bij beslissing van deze rechtbank van 28 juni 2011 met twee jaar verlengd. Bij arrest van het gerechtshof te Arnhem van 30 januari 2012 is de beslissing van de rechtbank bevestigd.
De vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 6 mei 2013 strekt tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar.
Deze vordering is behandeld ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 20 juni 2013. Hierbij zijn de officier van justitie, deskundige en de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouwe gehoord.
In het dossier bevinden zich onder andere:
  • het advies van[kliniek], waar betrokkene verblijft, d.d. 27 maart 2013, opgemaakt en ondertekend door mw. drs. M.C.M. Storms, plv. hoofd van de inrichting, (hoofd [kliniek]), dhr. drs. W. Stellingwerf (behandelverantwoordelijke) en dhr. dr. R.C. Brouwers (eerste geneeskundige, psychiater);
  • de omtrent de terbeschikkinggestelde gehouden wettelijke aantekeningen;
  • het psychiatrisch onderzoek d.d. 26 maart 2013, opgemaakt en ondertekend door A.P. van der Woerdt, psychiater;
  • het psychologisch onderzoek d.d. 28 maart 2013, opgemaakt en ondertekend door drs. J.M. de Jonge, GZ-psycholoog;
  • het persoonsdossier van terbeschikkinggestelde.

De beoordeling.

De terbeschikkingstelling is toegepast ter zake van opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan levensgevaar voor een ander en gemeen gevaar voor goederen te duchten is, terwijl de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde misdrijf betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
In voornoemd advies van de inrichting is onder meer het navolgende gesteld:
“(…) Betrokkene verblijft al enkele jaren op [kliniek], als zijnde voorheen[kliniek]. In deze jaren heeft betrokkene een adequate ontwikkeling doorgemaakt. Tevens zijn de risicofactoren door de context ingedamd. Binnen de huidige context wordt op dit moment dan ook nauwelijks probleem- en/of delictgerelateerd gedrag waargenomen. Door een verbetering van de dagelijkse routine, door in te zetten op zijn persoonlijke verzorging en het creëren van een prettige en veilige woonomgeving, lijkt betrokkene langzaam afstand te hebben genomen van zijn vroegere leven als zwerver. Inmiddels conformeert hij zich aan een toekomstperspectief waarin begeleiding en controle een belangrijke rol gaan spelen. Op dit moment lijkt hij middelengebruik af te zweren. In het afgelopen jaar zijn er dan ook geen positieve testen geweest. Een volgende stap in het resocialisatieproces is een stap naar een besloten afdeling buiten de beveiligde setting. Deze overstap heeft als doel; het onderzoeken of betrokkene in een minder beveiligde setting zijn aangeleerde vaardigheden kan blijven aanwenden. Wanneer hij dit kan, dan zal onderzocht worden welke mate en intensiviteit van begeleiding en controle hij nodig heeft om de kans op recidive zo klein mogelijk te laten zijn. De verwachting is dat het resocialisatietraject van gesloten naar besloten naar een geschikte vervolgafdeling nog minimaal twee jaar gaat duren. Om die reden adviseren wij om de huidige TBS-maatregel van de heer[terbeschikkinggestelde] met twee jaar te verlengen. (…)”
In het rapport van voornoemde psycholoog is onder meer het navolgende gesteld:
“(…) Er is bij betrokkene sprake van chronisch psychotische problematiek in de zin van paranoïde schizofrenie, in combinatie met een depressieve stoornis en alcoholafhankelijkheid welke inmiddels in de huidige situatie in remissie is. Daarnaast is er sprake van lichte zwakzinnigheid en een persoonlijkheidsstoornis met antisociale en vermijdende trekken. (…) Ik zie geen discrepanties tussen mijn diagnostische conclusies en die van de kliniek. (…) Wanneer de huidige benadering geboden (blijft) word(t/en), wordt het risico of recidive laag tot matig ingeschat. Zou dit alles wegvallen, dan ontbeert betrokkene op alle gebieden vaardigheden om zich staande te houden. Hij zal naar alle waarschijnlijkheid snel terugvallen in middelengebruik en zijn medicatie niet meer innemen. De angst en achterdocht zullen snel toenemen, evenals de neiging om oude oplossingsstrategieën te gebruiken. Hiermee is er vrijwel direct een hoge kans op recidive ontstaan. (…) Ik zie geen discrepanties tussen mijn risicoprognose en die van de kliniek. (…) Betrokkene verblijft nu nog op een gesloten afdeling. In augustus 2012 is al gesteld dat betrokkene zou moeten doorstromen naar een besloten afdeling, zodat getoetst kan worden of betrokkene ook zo stabiel kan blijven functioneren met minder beveiliging. Vanuit die besloten afdeling is de kans groter dat betrokkene (mits hij uiteraard stabiel blijft functioneren) geplaatst kan worden in een vervolginstelling met 24-uurs zorg, zoals een zorgboerderij, een RIBW of wonen op het terrein van een psychiatrisch ziekenhuis. Aangezien betrokkene angstig is en moeite heeft met het vertrouwen, heeft hij tijd nodig bij elke overstap. Hierbij zal in overweging moeten worden genomen dat het aantal wisselingen/overplaatsingen zo beperkt mogelijk moet blijven en er bij herhaling duidelijkheid moet worden verschaft over het perspectief. (…) Ik zie geen discrepanties tussen mijn overwegingen van behandeling of begeleiding en het risicomanagement en die van de kliniek. (…) Ik adviseer de terbeschikkingstelling te verlengen voor de duur van twee jaren. (…) Ik adviseer de dwangverpleging daarbij te continueren.”
In het rapport van voornoemde psychiater is onder meer het navolgende gesteld:
“(…) Bij betrokkene is sprake van een gebrekkige ontwikkeling in de zin van een persoonlijkheidsstoornis NAO met ontwijkende- en antisociale kenmerken en een lichte verstandelijke handicap. Tevens zijn er ziekelijke stoornissen in de zin van een chronische psychose en een chronische depressie. Alcoholafhankelijkheid is onder toezicht in remissie. (…) Er bestaat overeenstemming over de diagnostiek met de kliniek. (…) Het risico op (seksueel) gewelddadig gedrag is op korte-, middellange- en lange termijn zonder extern toezicht, controle en medicatie hoog. (…) Op basis van de complexe problematiek is betrokkene niet in staat eigenhandig om te gaan met anderen, kan hij de eigen emoties niet hanteren, zichzelf niet adequaat verzorgen en geen daginvulling onderhouden. Buiten de huidige context zal hij opgelopen spanningen en frustraties niet weten te hanteren met een hoog risico op terugval in alcoholmisbruik en het ontladen van frustraties en spanningen in delict gerelateerd gedrag. (...) Er bestaat overeenstemming over de risicoprognose met de kliniek. (…) Betrokkene staat op de wachtlijst voor een besloten afdeling binnen [kliniek]. In het resocialisatietraject is deze tussenstap noodzakelijk om te beoordelen of betrokkene in staat is te functioneren in een setting met minder beveiliging en zorg. Abstinentie van alcohol en drugs, adequate medicamenteuze behandeling en 24-uurs zorg zijn blijvend van belang in risicomanagement. (…) Er bestaat ook overeenstemming tussen mijn overwegingen ten aanzien van behandeling of begeleiding en het risicomanagement met de kliniek. (…) Ondergetekende adviseert de maatregel terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar. (…) Ondergetekende adviseert de verpleging te continueren.”
De terbeschikkinggestelde heeft verklaard, kort en zakelijk weergegeven:
Ze blijven steeds maar mijn TBS verlengen. Ik heb vooruitgang geboekt, maar ik kan dat verder niet uitleggen. Ik werk vijf dagen per week een aantal uren per dag. Ik heb het nu na mijn overplaatsing beter naar mijn zin. Ik heb nog steeds last van suikerziekte. Het hebben van wat meer vrijheden bevalt goed. Ik sta op de wachtlijst voor een besloten afdeling op het terrein. Ik wil graag de volgende stap zetten. Ik zit veel te ver van huis af. Ik ben het niet eens met het advies. Het duurt allemaal te lang.
De deskundige W.H. Stellingwerf, optredend namens voormelde inrichting, heeft bij de behandeling ter terechtzitting gepersisteerd bij voornoemd advies. Hij heeft voorts het navolgende verklaard, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik heb grote ontwikkelingen gezien bij de heer [terbeschikkinggestelde]. Hij staat op de wachtlijst voor de besloten afdeling. Wij zijn al bezig met het geven van meer vrijheden aan de heer [terbeschikkinggestelde]. Hij kan nu op een terrein waar geen hek omstaat. Hij kan dus weglopen, maar dat doet hij niet. Mocht er in augustus of september nog geen plek zijn op de besloten afdeling, dan ga ik toch kijken naar een vervolgstap in de richting van een zorgboerderij. Dat zal wel lastig worden, want hij moet daarvoor eigenlijk eerst op een besloten afdeling gezeten hebben. Wij hebben een aanvraag gedaan voor onbegeleid verlof. Wij willen niet dat door de wachtlijst voor de besloten afdeling de behandeling van de heer [terbeschikkinggestelde]stagneert.
De officier van justitie heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Ik persisteer bij de vordering tot verlenging van de TBS voor de duur van twee jaar. Het recidive risico is hoog. Ik begrijp dat de heer [terbeschikkinggestelde]het lang vindt duren. Hij staat lang op de wachtlijst voor de besloten afdeling.
De raadsvrouwe van de terbeschikkinggestelde heeft aangevoerd, verkort en zakelijk weergegeven:
Het gaat goed met meneer [terbeschikkinggestelde]. Hij is stabiel. Hij is klaar voor meer vrijheden. Het is voor de heer [terbeschikkinggestelde] allemaal heel frustrerend. Het gaat goed met hem, maar hij krijgt toch wel weer twee jaar verlenging van de TBS aan zijn broek. De wachtlijst voor de besloten afdeling is vervelend. De heer [terbeschikkinggestelde] wil primair een beëindiging van de TBS, subsidiair een voorwaardelijke beëindiging van de TBS. In dat laatste geval dient het onderzoek ter terechtzitting te worden geschorst voor een rapport van de reclassering. Meer subsidiair wordt verzocht om een verlenging van de TBS voor de duur van één jaar, zodat de rechtbank een vinger aan de pols kan houden voor wat betreft de voortgang van de behandeling.
De rechtbank verenigt zich met het advies van voornoemde inrichting, met de daarop ter terechtzitting gegeven toelichting door de deskundige.
Gelet op het vorenstaande, gezien artikel 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
De rechtbank zal de terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar verlengen, zodat de rechtbank over een jaar nader kan worden geïnformeerd over de voortgang van de behandeling van de heer [terbeschikkinggestelde], met name gelet op de voorgenomen plaatsing van de heer [terbeschikkinggestelde] op de besloten afdeling. De rechtbank benadrukt dat - ondanks het feit dat de terbeschikkingstelling thans voor de duur van één jaar wordt verlengd - rekening gehouden moet worden gehouden met een langere behandeling van de heer [terbeschikkinggestelde].

DE BESLISSING

De rechtbank:
verlengt de termijn gedurende welke[terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld met één jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. W. Schoorlemmer, voorzitter,
mr. J.H.P.G. Wielders en mr. C.A. Mandemakers, leden,
in tegenwoordigheid van mr. B.J. van Vugt-Jansen, griffier,
en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 juli 2013.