Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Beoordeling van het bewijs
- die [slachtoffer] meermaals (met vuist) tegen het hoofd te slaan en
- die [slachtoffer] een vuurwapen, althans een voorwerp gelijkend op een vuurwapen, te tonen en dit door te laden en
- die [slachtoffer] meermaals vast te pakken en een kant op te sleuren en vervolgens voorgenoemde [slachtoffer] op de bank te gooien en hem vervolgens meermaals met de vuist tegen het hoofd te slaan en
- die [slachtoffer] een mes te tonen en vlak bij het gezicht van voorgenoemde [slachtoffer] te houden en
- die [slachtoffer] op een stoel te plaatsen en met de handen op de rug vast te binden;
- die [slachtoffer] een vuurwapen, althans een voorwerp gelijkend op een vuurwapen te tonen en dit door te laden en
- die [slachtoffer] een mes te tonen en vlak bij het gezicht van voorgenoemde [slachtoffer] te houden;
- die [slachtoffer] meermaals (met vuist) tegen het hoofd te slaan en
- die [slachtoffer] meermaals vast te pakken en een kant op te sleuren en vervolgens voorgenoemde [slachtoffer] op de bank te gooien en hem vervolgens meermaals met vuist tegen het hoofd te slaan en
- die [slachtoffer] op een stoel te plaatsen en met de handen op de rug vast te binden.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Inbeslaggenomen goederen
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar.
een gedeelte, 9 maanden,niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op drie jaar, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
- het bedrag van 5.312,54 (zegge: vijfduizend driehonderdtwaalf euro en vierenvijftig eurocent);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 augustus 2024 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.