Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
Parketnummer 18/337678-24
De officier van justitie heeft veroordeling voor het onder 1 en 2 ten laste gelegde gevorderd.
Parketnummer 18/268434-24
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van het onder 2 ten laste gelegde en heeft daartoe aangevoerd dat sprake is geweest van een voltooide diefstal met geweld - zoals onder 1 primair is ten laste gelegd - en niet van een poging daartoe zoals onder 2 ten laste gelegd.
De officier van justitie heeft veroordeling voor het onder 1 primair ten laste gelegde gevorderd.
Standpunt van de verdediging
Parketnummer 18/337678-24
De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft de bewezenverklaring van het onder 1 en 2 tenlastegelegde.
Parketnummer 18/268434-24
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde. Zij heeft met betrekking tot het primair ten laste gelegde aangevoerd dat de aangiftes van aangevers [slachtoffer 3] (hierna: [slachtoffer 3] ) en [slachtoffer 4] (hierna: [slachtoffer
4] ) op belangrijke punten van elkaar verschillen. Tevens kan op basis van de aangiftes en de verklaringen van de medeverdachten niet worden vastgesteld dat verdachte één van de personen is geweest die een bijdrage heeft geleverd aan de geweldshandelingen of aan het wegnemen van de schoenen. Ten aanzien van de subsidiair ten laste gelegde openlijke geweldpleging heeft de raadsvrouw bepleit dat onvoldoende is komen vast te staan dat verdachte een significante en wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het geweld.
De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft het onder 1 meer subsidiair ten laste gelegde, met uitzondering van het ten laste gelegde medeplegen. Van dat onderdeel van de tenlastelegging dient verdachte te worden vrijgesproken.
De raadsvrouw is evenals de officier van justitie van oordeel dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde.
Oordeel van de rechtbank
Parketnummer 18/337678-24
De rechtbank volstaat ten aanzien van het hierna onder 1 en 2 bewezen verklaarde met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid tweede volzin, van het Wetboek
van Strafvordering, nu verdachte het hierna bewezen verklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 28 februari 2025;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 5 juli 2024, opgenomen op pagina 5 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2024289465 d.d. 17 februari 2025, inhoudende de verklaring van [slachtoffer 2] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal aangifte d.d. 10 september 2024, opgenomen op pagina 11 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende de verklaring van [slachtoffer] .
Parketnummer 18/268434-24 Feit 2
De rechtbank is - overeenkomstig het standpunt van de officier van justitie en de verdediging - van oordeel dat het onder 2 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, zodat verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.
Feit 1
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 26 mei 2024, opgenomen op pagina 6 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2024146633 d.d. 19 augustus 2024, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 3] :
Vandaag 26 mei 2024 was ik samen met mijn vrienden genaamd [naam] en [slachtoffer 4] . Wij waren op het [adres] (). Ongeveer ter hoogte van de [bedrijf] kwamen drie jongens op ons af. Ik zag dat twee jongens op een elektrische step stonden en dat er 1 liep. De jongens die op ons afliepen kan ik als volgt omschrijven:
- blond kort haar, 190 lang ongeveer, ongeveer 17 jaar, blanke huidskleur, normaal postuur, t-shirt met trui eroverheen, ree dop een elektrische step.
- was lopend, ongeveer 16 jaar oud, blanke huidskleur, ongeveer 175 centimeter lang, gekruld donker haar tot op zijn voorhoofd, trui met capuchon met daarover een zwarte jas met capuchon.
Jongen 3 (
de rechtbank leidt uit de inhoud van de aangifte af dat hiermee jongen 6 wordt bedoeld)
- reed op een elektrische step, ongeveer 18 jaar oud, 175 centimeter lang, blanke huidskleur, bruin kort haar, grijs t-shirt.
Ik zag dat de drie jongens achter ons aan kwamen lopen. Ik hoorde dat de jongens dingen naar ons riepen. Ik zag dat de jongens vlak achter ons liepen. Ik zag dat jongen 5 begon te praten en naar mij en [slachtoffer 4] keek. Ik hoorde dat jongen 5 zei: "jij gaat sorry zeggen, je moet oppassen zijn maat [naam] komt achter je aan". Ik heb hierop sorry gezegd om maar uit deze situatie te komen. Hierna zijn [slachtoffer 4] en ik richting de [bedrijf] gelopen. Ik zag dat de jongens naar ons toe kwamen. Ik zag jongen 4 op de elektrische step best wel snel op mij afkomen rijden. Op het moment dat jongen 4 vlak achter mij reed zag ik dat hij links zou passeren, ik zag ineens een gestrekt been op mij af komen. Jongen 4 trapte mij met kracht vanaf zijn step.
Ik zag dat jongen 5 en jongen 6 voor mij en [slachtoffer 4] kwam staan. Ik hoorde jongen 5 zeggen: "geef me je barkies". Ik hoorde vervolgens jongen 5 zeggen: "geef me je geld" Ik heb geantwoord dat ik geen geld had. Ik zag dat [slachtoffer 4] zijn lege portemonnee liet zien. Ik hoorde [slachtoffer 4] zeggen dat hij een pinpas bij zich had. Ik zag dat jongen 6 op mij af kwam, ik hoorde die jongen zeggen: "geef me je geld". Ik pakte mijn portemonnee en liet zien dat deze leeg was. Ik zag dat jongen 6 mij begon te duwen. Jongen 6 liep steeds met zijn lichaam tegen mijn lichaam en duwde mij op deze manier. Jongen 6 zei iets tegen mij en sloeg mij vervolgens met zijn rechtervuist op mijn gezicht. Ik voelde mijn aan de rechterzijde van mijn hoofd ter hoogte van mijn jukbeen. Ik ben hierdoor ten val gekomen. Ik zag jongen 4 en 5 op mij afkomen. Ik zag dat jongen 5 mij direct begon te slaan. Ik zag dat jongen 5 mij met zijn beiden vuisten stompte richting mijn gezicht. Ik voel dat ik geraakt word door de stompen. Ik probeerde weg te rennen en zag dat jongen 4 achter mij aan kwam rennen. Jongen 4 was een stuk sneller dan dat ik was, ik ben ten val gekomen. Ik zag dat jongen 4 mij begon te schoppen toen ik op de grond lag. Ik voelde dat jongen 4 mij hard schopte en ik voelde een stekende pijn. Ik zag dat jongen 6 er ook bij kwam en ook tegen mij aan schopte. Ik hoorde ineens jongen 4 zeggen: "pak zijn schoenen, pak zijn schoenen". Ik zie dat jongen 4 mijn schoenen van mijn voeten trekt. Ik zag dat jongen 4 met mijn schoenen, te weten Nike Airforce 1 kleur rood op zijn step stapt en naar de [adres] in de richting van het [adres] reed.
2.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 26 mei 2024, opgenomen op pagina 11 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 4] :
26 mei bevond ik mij samen met mijn vrienden genaamd [slachtoffer 3] en [naam] op het [adres] te Winschoten. (). Wij stonden bij het [bedrijf] in de [adres] . Ik zag drie jongens op ons afkomen. Twee van de drie hadden een elektrische step, een was lopend. Ik kan de jongens als volgt omschrijven:
185 centimeter lang, blank, blond kort haar, pukkel midden op zijn neus, normaal postuur, trainingspak, ongeveer 16 jaar oud.
- ongeveer 175 centimeter lang, donker gekruld haar, blanke huidskleur, ongeveer 16 jaar, trainingspak van Nike, grijs van kleur.
- blank, 16 jaar ongeveer, verder kan ik mij niets herinneren.
Ik hoorde jongen 1 zeggen: "geef mij je geld, heb je sigaretten". Ik heb mijn portemonnee gepakt om te laten zien dat ik geen contact geld bij mij had. Jongen 1 stond echt heel dicht op mij en vroeg mij op dwingende toon om geld en sigaretten. Op de parkeerplaats bij [bedrijf] kreeg ik in de gaten dat de drie
jongens weer achter mij en [slachtoffer 3] aankwamen. Ik zag jongen 2 heel dichtbij mij komen. Ik zag dat jongen 2 met zijn hoofd tegen mijn hoofd aan ging staan. Ik zag dat jongen 1 en 3 bij [slachtoffer 3] stonden. Ik zag wel dat zij heel dicht tegen [slachtoffer 3] aan stonden en hem met hun lichamen duwde. Ik hoorde dat jongen 2 zei:" geef mij je portemonnee, je schoenen en je Apple watch". Ik zei dat ik geen geld had. Ik hoorde dat jongen 2 zei: "geef me je pinpas" Ik zag dat er gevochten werd bij [slachtoffer 3] . Ik zag dat jongen 1 en 3 [slachtoffer 3] begonnen te slaan.
3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor minderjarige verdachte d.d. 26 mei 2024, opgenomen op pagina 38 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [medeverdachte] :
We waren in het centrum van Winschoten. (). Wij stonden bij die twee jongens en we scholden elkaar over en weer uit. Dat ging door tot aan de [bedrijf] . Daar werd gevochten door mij, [verdachte] , [medeverdachte 2] en die twee jongens. Ik heb een van die jongens vastgepakt om ze uit elkaar te halen. Ik heb ook heel dom de schoenen bij een van die jongens afgepakt. Dat waren Nike Jordans, rood wit van kleur.
4.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor minderjarige verdachte d.d. 14 augustus 2024, opgenomen op pagina 44 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [medeverdachte 2] :
We waren ter hoogte van de [bedrijf] . [verdachte] rende ineens naar de twee jongens toe en ging voor een van de jongens staan. [medeverdachte] en ik gingen ook bij de jongens staan. Ik liep naar een jongen toe met Nike schoenen en sloeg hem direct met de linker vuist tegen zijn hoofd. Ik heb gezien dat [medeverdachte] een schop heeft gegeven aan een jongen die op de grond lag. Ik heb wel gezien dat [medeverdachte] met de schoenen van een van die jongens in de hand liep. Dat waren die Nikes. [medeverdachte] had de schoenen van die jongen in zijn hand aan het stuur van de step.