ECLI:NL:RBNNE:2025:979

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 maart 2025
Publicatiedatum
17 maart 2025
Zaaknummer
18-113740-23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet met betrekking tot soft- en harddrugs

Op 17 maart 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Groningen uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk aanwezig hebben van en het dealen in diverse soorten soft- en harddrugs. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een medeverdachte op 2 mei 2023 in Groningen een aanzienlijke hoeveelheid drugs in bezit had, waaronder hennep, hasj, cocaïne, amfetamine, MDMA, en andere middelen die onder de Opiumwet vallen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. Bij de voorwaardelijke straf zijn bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en opname in een zorginstelling. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de hoeveelheid drugs, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder psychische problemen en verslavingsproblematiek. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld, maar dat de aard van de feiten en de maatschappelijke gevolgen zwaar wogen in de strafoplegging.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/113740-23
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 17 maart 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1998 te [geboorteplaats] , thans gedetineerd te [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 3 maart 2025. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M. Helmantel, advocaat te Sappemeer.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. A.J. Kemkers.
Tenlastelegging
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 2 mei 2023 te Groningen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad,
  • een hoeveelheid van ongeveer 1597 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep
  • een hoeveelheid van ongeveer 67 gram (51 stuks), in elk geval een hoeveelheid voorgedraaide joints
  • een hoeveelheid van ongeveer 403 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hasj
  • een hoeveelheid van ongeveer 15,61 gram, in elk geval een hoeveelheid Psilocybe cubensis (paddos)
zijnde hennep en/of hasj en/of Psilocybe cubensis (paddos) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2
hij op of omstreeks 2 mei 2023 te Groningen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad,
  • ongeveer 543,26 gram (circa 2840 stuks), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende methylfenidaat
  • ongeveer 45,61 gram (circa 151 stuks), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende 2C-B
  • ongeveer 871,73 gram (10,10, 42,99 en 818,64 gram), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA
- ongeveer 117,53 gram (0,05, 1,63, 8,75, 9,81, 61,94, 31,16, 4,12 en 0,07 gram), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne
- ongeveer 1.052,12 gram (19,10, 949,20, 5,64, 15,68, 28,52, 25,33 en 8,65 gram), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine
  • ongeveer 11,34 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende heroïne
  • 2.826,92 gram (1.870,15 en 956,77 gram), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende GHB
zijnde methylfenidaat en/of 2C-B en/of MDMA en/of cocaïne en/of amfetamine en/of GHB (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3
hij in of omstreeks de periode 1 januari 2022 tot en met 2 mei 2023 te Groningen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep(toppen) en/of een hoeveelheid van meer dan 30 gram hasj en/of een hoeveelheid voorgedraaide joints en/of een hoeveelheid Psilocybe cubensis (paddos) en/of 3-MMC zijnde hennep(toppen) en/of hasj en/of Psilocybe cubensis (paddos) en/of 3-MMC een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4
hij in of omstreeks de periode 1 januari 2022 tot en met 2 mei 2023 te Groningen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende methylfenidaat en/of 2C-B en/of MDMA en/of cocaïne en/of amfetamine en/of GHB zijnde methylfenidaat en/of 2C-B en/of MDMA en/of cocaïne en/of amfetamine en/of GHB, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de ten laste gelegde feiten.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van feiten 1, 2 en 3. Ten aanzien van feiten 1 en 2 bepleit de raadsvrouw dat medeverdachte [medeverdachte] de verdovende middelen in zijn woning aanwezig had. Verdachte was daar slechts op bezoek. Ten aanzien van feit 3 bepleit de raadsvrouw dat er geen sprake is van plegen of medeplegen. De Oppo-telefoon behoorde niet aan verdachte toe. Uit het dossier volgt niet wat verdachte concreet verhandeld zou hebben. De verklaringen van medeverdachte [medeverdachte] zijn op meerdere punten inconsistent en daardoor onbetrouwbaar. Deze verklaringen mogen niet voor het bewijs worden gebruikt. Verdachte verrichtte slechts enkele hand- en spandiensten voor medeverdachte [medeverdachte] . Verdachte bekent het bewerken van en handelen in amfetamine pasta vanaf eind 2022 in opdracht van [medeverdachte] . Alleen dat deel van feit 4 kan wettig en overtuigend worden bewezen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aanhouding verdachte d.d. 3 mei 2023, opgenomen op pagina 31 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100- 2023111807 d.d. 13 juli 2023, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Op 2 mei 2023 te Groningen in de woning van [medeverdachte] zat nog een manspersoon: [verdachte] . Op de tafel waar [verdachte] aan zat lagen meerdere lege ponypacks en er lagen twee weegschalen. In de woning lagen vele verschillende soorten verdovende middelen. Wij troffen bij [verdachte] sleutels aan. We troffen een groot geldbedrag bij [verdachte] aan en twee telefoons. Ik opende een deur welke was afgesloten middels een slot met een sleutel welke aan de sleutelbos van [verdachte] zat.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 februari 2024, opgenomen in een aanvullend proces-verbaal met proces-verbaalnummer PL0100-2023111649-171 behorend bij voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 2 mei 2023 nam ik goederen in beslag: 403 gram hasjiesj.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 februari 2024, opgenomen in een aanvullend proces-verbaal met proces-verbaalnummer PL0100-2023111649-172 behorend bij voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 2 mei 2023 nam ik goederen in beslag: 67 gram (51 stuks) joints (hennep).
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 februari 2024, opgenomen in een aanvullend proces-verbaal met proces-verbaalnummer PL0100-2023111649-169 behorend bij voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 2 mei 2023 nam ik goederen in beslag: 1597 gram henneptoppen.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal onderzoek verdovende middelen d.d. 15 juni 2023, opgenomen op pagina 578 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Netto gewicht: 818,64 gram Monster SIN: AAQL2015NL
Netto gewicht: 45,61 gram (circa 151 stuks) Monster SIN: AAQL2017NL
Netto gewicht: 10,10 gram Monster SIN: AAQL2019NL
Uitslag kleurtesten: indicatie voor MDMA
Netto gewicht: 0,05 gram Monster SIN: AAQL2024NL
Netto gewicht: 1,63 gram Monster SIN: AAQL2025NL
Uitslag kleurtesten: indicatie voor cocaïne
Netto gewicht: 8,75 gram Monster SIN: AAQL2029NL
Netto gewicht: 9,81 gram Monster SIN: AAQL2030NL
Uitslag kleurtesten: indicatie voor cocaïne
Netto gewicht: 61,94 gram Monster SIN: AAQL2031NL
Uitslag kleurtesten: indicatie voor cocaïne
Netto gewicht: 31,16 gram Monster SIN: AAQL2032NL
Uitslag kleurtesten: indicatie voor cocaïne
Netto gewicht: 4,12 gram Monster SIN: AAQL2033NL
Uitslag kleurtesten: indicatie voor cocaïne
Netto gewicht: 19,10 gram Monster SIN: AAQL2034NL
Netto gewicht: 949,20 gram Monster SIN: AAQF3979NL
Netto gewicht: 5,64 gram Monster SIN: AAQF3980NL
Uitslag kleurtesten: indicatie voor amfetamine
Netto gewicht; 15,68 gram Monster SIN: AAQF3981NL
Uitslag kleurtesten: indicatie voor amfetamine
Netto gewicht: 28,52 gram Monster SIN: AAQF3982NL
Uitslag kleurtesten: indicatie voor amfetamine
Netto gewicht: 25,33 gram Monster SIN: AAQF3983NL
Uitslag kleurtesten: indicatie voor amfetamine
Netto gewicht: 8,65 gram Monster SIN: AAQF3984NL
Uitslag kleurtesten: indicatie voor amfetamine
Netto gewicht: 11,34 gram Monster SIN: AAQF3986NL
Netto gewicht: 42,99 gram Monster SIN: AAQF3987NL
Netto gewicht: 15,61 gram Monster SIN: AAQQ3592NL
Netto gewicht: 1.870,15 gram Monster SIN: AAQF3997NL
Netto gewicht: 956,77 gram Monster SIN: AAQF3998NL
Netto gewicht: 0,07 gram Monster SIN: AAQF3895NL
6. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer 2023.05.22.074 (aanvraag 001) d.d. 22 mei 2023, opgenomen op pagina 607 van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. M. Visser-van Leeuwen, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
Kenmerk: AAQL2015NL Conclusie: bevat MDMA
7. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer 2023.05.22.074 (aanvraag 017) d.d. 17 juli 2023, opgemaakt door dr.
J.D.J. van den Berg, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
Kenmerk: AAQL2017NL Resultaat: bevat 2C-B
8. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer 2023.05.22.074 (aanvraag 002) d.d. 23 mei 2023, opgenomen op pagina 608 van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. C.M.M. Diever-Heezen, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
Kenmerk: AAQL2024NL Conclusie: bevat cocaïne
9. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer 2023.05.22.074 (aanvraag 003) d.d. 23 mei 2023, opgenomen op pagina 609 van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. C.M.M. Diever-Heezen, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
Kenmerk: AAQL2029NL Conclusie: bevat cocaïne
10. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer 2023.05.22.074 (aanvraag 004) d.d. 23 mei 2023, opgenomen op pagina 610 van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. C.M.M. Diever-Heezen, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
Kenmerk: AAQL2034NL Conclusie: bevat amfetamine
11. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer 2023.05.22.074 (aanvraag 005) d.d. 23 mei 2023, opgenomen op pagina 612 van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. C.M.M. Diever-Heezen, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
Kenmerk: AAQF3979NL Conclusie: bevat amfetamine
12. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer 2023.05.22.074 (aanvraag 006) d.d. 24 mei 2023, opgenomen op pagina 613 van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. N. van Doorn, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
Kenmerk: AAQF3986NL Conclusie: bevat heroïne
13. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer 2023.05.22.074 (aanvraag 007) d.d. 24 mei 2023, opgenomen op pagina 604 van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. N. van Doorn, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
Kenmerk: AAQF3987NL Conclusie: bevat MDMA
14. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer 2023.05.22.074 (aanvraag 019) d.d. 11 juli 2023, opgemaakt door dr. ir. A.F.W.M. Wolterink, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
Het onderzoeksmateriaal AAQQ3592NL bestaat uit paddenstoelen die geïdentificeerd zijn als Psilocybe cubensis.
15. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer 2023.05.22.074 (aanvraag 008) d.d. 25 mei 2023, opgenomen op pagina 605 van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. A.G.A. Sprong, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
Kenmerk: AAQF3997NL Conclusie: bevat GHB
16. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer 2023.05.22.074 (aanvraag 009) d.d. 25 mei 2023, opgenomen op pagina 606 van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. A.G.A. Sprong, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
Kenmerk: AAQF3998NL Conclusie: bevat GHB
17. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, zaaknummer 2023.05.22.074 (aanvraag 010) d.d. 6 juni 2023, opgenomen op pagina 611 van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. A.G.A. Sprong, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
Kenmerk: AAQF3895NL Conclusie: bevat cocaïne
18. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 mei 2023, opgenomen op pagina 68 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
De Oppo en iPhone wit zijn onder verdachte [verdachte] inbeslaggenomen. [verdachte] verklaarde dat de iPhone met nummer [telefoonnummer] zijn eigendom is en hij verstrekte voor de iPhone de code [code] . Ook de Oppo ontgrendelde met de code [code] . Ik zag dat in de telefoon van verdachte [medeverdachte] conversaties stonden met verdachte [verdachte] . Daarin werd openlijk in straattaal over het produceren, versnijden en verkopen van verdovende middelen gesproken. De WhatsApp op de Oppo stond vol met gesprekken over verdovende middelen en de aan- en verkoop hiervan.
19. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 5 mei 2023, opgenomen op pagina 470 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [medeverdachte] :
Die Oppo is ook van [verdachte] .
20. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 mei 2023, opgenomen op pagina 73 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Ik heb de Oppo van verdachte [verdachte] ingekeken. In WhatsApp zijn vooral berichten te zien van mensen die vermoedelijk drugs willen kopen en vragen naar een lijst of zijn beschikbaarheid. In de notities staan verschillende lijsten met namen van drugs en met prijzen erbij. In de app fotos staan veel fotos met daarop drugs te zien en veel screenshots van gesprekken met kopers.
21. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen met bijlagen d.d. 2 juni 2023, opgenomen op pagina 267 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Ik bekeek de telefoon van verdachte [medeverdachte] . Ik zocht op het telefoonnummer [telefoonnummer] van [bedrijf] , het telefoonnummer van de Oppo telefoon. Ik zag inkomende en uitgaande oproepen van en naar dit telefoonnummer. Ik zag een chatgesprek tussen de telefoonnummers. De Oppo stuurde naar [medeverdachte] : “Joo stok hier”, daarna vroeg [medeverdachte] of hij nog 2 liter snelle had of geld voor een liter.
In de bijlage vanaf pagina 285 is een chatgesprek opgenomen tussen [medeverdachte] en [telefoonnummer] (telefoonnummer iPhone [verdachte] ):
[medeverdachte] : Vandaag ff die snelle fixen voor [naam] ?
[medeverdachte] : Hij dramt een beetje [verdachte] : sgoed
[medeverdachte] : Hij moest 2L en wij moeten m maken op 45c [medeverdachte] : Per L
[medeverdachte] : Pakken we 3barras in totaal
[medeverdachte] : 6 lakt ie [medeverdachte] : 60c per L
[verdachte] : oh had al geappt voor die shit
[verdachte] : maar onze vaste jongen kan pas maandag [verdachte] : leveren
[medeverdachte] : Aii zeg ik wel dat maandag wordt ja [verdachte] : ja andere mensen vertrouw niet echt [medeverdachte] : Hij is denk ik beste prijs/kwali [verdachte] : koop wel mn eigen crea
22. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 juni 2023, opgenomen op pagina 196 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Ik bekeek de Oppo telefoon. Ik zag de gebruikersnaam “ [bedrijf] ”.
Gesprek tussen [bedrijf] en “ [naam] ” op 2 mei 2023: [naam] vroeg om de kaart, waarop [bedrijf] reageerde met een bericht met daarin een "menu". In dit bericht
stond een hele lange lijst met verschillende soorten hard-/softdrugs en medicatie, genoemde aantallen/gewichten en prijzen in euro's. [naam] stuurde een bericht waarin gevraagd werd naar 4 gram keta. Er werd tussen [naam] en [bedrijf] een bedrag afgesproken en gesproken over een adres. Het blijkt te gaan om [naam] .
Gesprek tussen [bedrijf] en “ [naam] ” op 2 mei 2023: [naam] stuurde "Yo als ik van je haal, kom je dan bij m'n deur? Of moet ik naar een auto komen?". Hierop werd door [bedrijf] gereageerd met "Alles kan" en er werd een "menu" gestuurd. [naam] stuurde een bericht of [bedrijf] kan komen voor 2 gram 3m. Er werd nog over en weer gesproken over of het 'droog of nat' is. [bedrijf] stuurde een bericht dat het onderweg is en het bericht "Yo ben er".
Gesprek tussen [bedrijf] en “ [naam] ”: [naam] vraagt of hij “1 gram sos kan halen”.
Gesprek tussen [bedrijf] en “ [naam] ”: [naam] vraagt om een prijzenlijst. Het “menu” werd gestuurd. [naam] vroeg of er 2g 3mmc gebracht kon worden. [bedrijf] reageerde dat dit kan en er werd een afspraak voor tijd en locatie gemaakt.
23. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 30 mei 2023, opgenomen op pagina 431 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] :
U vertelt mij dat ik 1 gram sos heb besteld. Ook dat klopt. Dat is cocaïne. De eerste keer dat ik bij hem bestelde was ergens vorig jaar.
24. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 6 juni 2023, opgenomen op pagina 435 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam] :
Ik bestelde drugs via het nummer [telefoonnummer] . Hij gebruikte het logo van de [bedrijf] . Ik vroeg dan het menu en kreeg dan het bericht van alles wat ze
hebben en wat ze kunnen leveren. Op 2 mei 2023 heb ik 4 gram keta gevraagd en het bedrag was 60 euro. Met keta bedoel ik ketamine. Ik bestel nu ongeveer een jaar bij deze dealer.
25. De door verdachte ter zitting van 3 maart 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik heb periodiek, elke maand, voor [medeverdachte] amfetaminepasta opgehaald. Hij gaf mij het geld wat daar voor nodig was en ik haalde de amfetaminepasta op. Ik had zelf een contact bij wie ik dit kon ophalen. Ik vermengde de amfetamine pasta met creatine. Ik heb ook cocaïne vermengd. Ik heb dit eind 2022 voor het eerst gedaan. Ik heb cocaïne en wiet verstrekt aan anderen. [medeverdachte] vroeg dan aan mij of ik dat wilde brengen. De afnemer betaalde mij contant en dit geld gaf ik aan [medeverdachte] . Eerder heb ik verklaard dat ik niet betrokken was bij de drugshandel, maar dat was wel het geval. Ik was vaak bij [medeverdachte] , ongeveer de helft van de week.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1
hij op 2 mei 2023 te Groningen, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk aanwezig heeft gehad,
  • een hoeveelheid van ongeveer 1597 gram hennep
  • een hoeveelheid van ongeveer 67 gram (51 stuks) voorgedraaide joints
  • een hoeveelheid van ongeveer 403 gram hasj
  • een hoeveelheid van ongeveer 15,61 gram Psilocybe cubensis (paddos)
zijnde hennep en hasj en Psilocybe cubensis (paddos) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2
hij op 2 mei 2023 te Groningen, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk aanwezig heeft gehad,
  • ongeveer 45,61 gram (circa 151 stuks) van een materiaal bevattende 2C-B
  • ongeveer 871,73 gram (10,10, 42,99 en 818,64 gram) van een materiaal bevattende MDMA
- ongeveer 117,53 gram (0,05, 1,63, 8,75, 9,81, 61,94, 31,16, 4,12 en 0,07 gram) van een materiaal bevattende cocaïne
- ongeveer 1.052,12 gram (19,10, 949,20, 5,64, 15,68, 28,52, 25,33 en 8,65 gram) van een materiaal bevattende amfetamine
  • ongeveer 11,34 gram van een materiaal bevattende heroïne
  • 2.826,92 gram (1.870,15 en 956,77 gram) van een materiaal bevattende GHB
zijnde 2C-B en MDMA en cocaïne en amfetamine en GHB (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3
hij in de periode 1 mei 2022 tot en met 2 mei 2023 te Groningen tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk heeft bewerkt en verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd, een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep(toppen) en een hoeveelheid van meer dan 30 gram hasj en een hoeveelheid voorgedraaide joints en een hoeveelheid Psilocybe cubensis (paddos) en 3-MMC
zijnde hennep(toppen) en hasj en Psilocybe cubensis (paddos) en 3-MMC een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
4
hij in de periode 1 mei 2022 tot en met 2 mei 2023 te Groningen, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk heeft bewerkt en verkocht en afgeleverd en verstrekt en vervoerd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende methylfenidaat en 2C-B en MDMA en cocaïne en amfetamine en GHB
zijnde methylfenidaat en 2C-B en MDMA en cocaïne en amfetamine en GHB, (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de ten laste gelegde feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en met daaraan verbonden de voorwaarden zoals geformuleerd door de reclassering.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair gepleit voor de oplegging van een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest. Subsidiair heeft de raadsvrouw gepleit voor de dadelijke uitvoerbaarheid van de door de reclassering geformuleerde voorwaarden, zodat verdachte via een overbruggingsplek klinisch kan worden behandeld.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het reclasseringsadvies d.d. 26 februari 2025, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het samen met de medeverdachte opzettelijk aanwezig hebben van en het dealen in diverse soorten soft- en harddrugs. Het gaat hierbij om forse hoeveelheden. Drugs leiden veelal, direct en indirect, tot vele vormen van (ernstige) criminaliteit, onder andere doordat de gebruikers van deze drugs vermogensdelicten plegen om in hun verslaving te voorzien.. Het is algemeen bekend dat verdovende middelen, mede vanwege de zeer verslavende werking ervan, schadelijk zijn voor de gezondheid van de gebruikers. In totaal heeft verdachte zich een jaar schuldig gemaakt aan deze ernstige feiten. Verdachte heeft, door het plegen van deze feiten, geen oog gehad voor de maatschappelijke gevolgen van zijn handelen.
De reclassering concludeert dat er bij verdachte sprake is van psychische- en verslavingsproblematiek. Verdachte heeft geen dagbesteding of inkomen. Hij heeft negatieve sociale contacten, schuldenproblematiek en hij verloor zijn zelfstandige woonruimte. Vrijwillige hulpverlening werd door verdachte onvoldoende benut. Verdachte is tweemaal geschorst van de preventieve hechtenis, maar viel meermaals terug in middelengebruik en was daar niet eerlijk over. De reclassering acht een klinische behandeling noodzakelijk om de verslavingsproblematiek aan te pakken en de maatschappelijke situatie te verbeteren. De reclassering schat het risico op recidive in als hoog. Mede gelet daarop adviseert de reclassering een (deels) voorwaardelijke straf met de volgende bijzondere voorwaarden: meldplicht bij reclassering, opname in een zorginstelling, ambulante behandeling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang en meewerken aan schuldhulpverlening, middelencontrole en dagbesteding.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf voorts acht geslagen op de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting (LOVS), waarin uitgangspunten voor strafoplegging voor soortgelijke strafbare feiten zijn opgenomen. Bij het handelen in drugs voor een periode van 6 tot 12 maanden, is volgens de oriëntatiepunten in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden het uitgangspunt. Dit uitgangspunt gaat echter uit van een alleen opererende dader. De rechtbank neemt als strafverzwarende omstandigheid mee dat het hier gaat om medeplegen. Daarnaast is er ook sprake van het bezit van grote hoeveelheden soft- en harddrugs.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat uit de justitiële documentatie van verdachte is gebleken dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. De rechtbank houdt ook rekening met de noodzaak van behandeling en de bereidheid van verdachte om te werken aan gedragsverandering. Gelet op het belang van behandeling van verdachte en het voorkomen van recidive, zal de rechtbank een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, passend en geboden. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen over de aard en de ernst van de feiten kan niet worden volstaan met een andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Het voorwaardelijke strafdeel dient daarbij als waarschuwing aan verdachte, teneinde te voorkomen dat verdachte zich nogmaals schuldig maakt aan (soortgelijke) strafbare feiten. Daarnaast zullen aan dit strafdeel, ter voorkoming van recidive, de bijzondere voorwaarden worden verbonden die de reclassering heeft geadviseerd.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 8 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1. dat de veroordeelde zich meldt bij de reclassering van Verslavingszorg Noord Nederland, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zoekt contact met de veroordeelde voor een eerste afspraak, om vanuit de klinische opname een start te maken aan het toezicht. De veroordeelde volgt de
aanwijzingen op die hem door of namens de reclassering gegeven worden voor zover deze in andere voorwaarden niet reeds benoemd zijn;
2. dat de veroordeelde zich laat opnemen in de [instelling] of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start zodra deze beschikbaar is. De opname duurt een jaar of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
3. dat de veroordeelde zich laat behandelen door FACT-verslaving (VNN en Lentis) of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start aansluitend aan het klinische behandeltraject. De behandeling duurt zolang de reclassering dit nodig acht. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
4. dat de veroordeelde verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang. Welke opvang of instelling het wordt, zal door de reclassering worden bepaald. Het verblijf start aansluitend aan het klinische behandeltraject. De behandeling duurt zolang de reclassering dit nodig acht. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
5. dat de veroordeelde meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen. De veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
6. dat de veroordeelde meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol/drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
7. dat de veroordeelde zich inspant voor het vinden en behouden van een dagbesteding. Ook als hij in dat kader dient mee te werken met een jobcoach.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Krijger, voorzitter, mr. A.S. Venema-Dietvorst en
mr. O.J. Bosker, rechters, bijgestaan door mr. M.M. Peters, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 maart 2025.