Op 19 maart 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening tegen een besluit van 18 juli 2024, waarbij verzoeker inzage heeft gevraagd in bepaalde documenten. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en het verzoek om voorlopige voorziening is op 12 maart 2025 behandeld tijdens een zitting waar zowel verzoeker als de gemachtigde van de verweerder aanwezig waren.
Tijdens de zitting zijn er afspraken gemaakt tussen partijen, en de voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat verzoeker met deze afspraken heeft bereikt wat hij beoogde. Er was geen reden meer om een voorlopige voorziening te treffen, en daarom werd het verzoek afgewezen. De voorzieningenrechter heeft echter bepaald dat de verweerder het griffierecht van € 187,- aan verzoeker moet vergoeden, omdat de verweerder ter zitting tegemoet is gekomen aan het verzoek van verzoeker. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.