ECLI:NL:RBNNE:2025:977

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
17 maart 2025
Publicatiedatum
17 maart 2025
Zaaknummer
18-122539-24
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake heropening van het onderzoek in een strafzaak tegen verdachte wegens seksueel geweld

Op 17 maart 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, afdeling strafrecht, een tussenvonnis gewezen in de zaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van seksueel geweld. De rechtbank heeft tijdens de beraadslaging in raadkamer vastgesteld dat het onderzoek niet volledig is geweest. Er is behoefte aan nader onderzoek, waaronder het horen van de meldster en het uitvoeren van forensisch onderzoek op lichaamsbemonsteringen die bij haar zijn afgenomen. De verdachte is op 3 maart 2025 ter terechtzitting verschenen, bijgestaan door zijn advocaat, mr. M. Pater, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. I. Kluiter. De officier van justitie heeft veroordeling van de verdachte gevorderd, terwijl de raadsvrouw heeft gepleit voor vrijspraak. De rechtbank heeft besloten het onderzoek te heropenen en te schorsen voor onbepaalde tijd, met de opdracht aan de officier van justitie om forensisch onderzoek uit te zetten. De zaak zal worden hervat op een nader te bepalen datum, waarbij de meldster zal worden gehoord over de gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
Parketnummer 18/122539-24
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 17 maart 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1965 te [geboorteplaats], wonende te [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit tussenvonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van
3 maart 2025. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M. Pater, advocaat te Assen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. I. Kluiter.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie. Deze vordering strekt tot veroordeling van verdachte voor het tenlastegelegde feit.
De rechtbank heeft verder kennisgenomen van de standpunten die door de raadsvrouw van verdachte en door verdachte zelf naar voren zijn gebracht. De raadsvrouw van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte vrijgesproken dient te worden van het hem tenlastegelegde feit.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 4 maart 2022 te Zaandam, gemeente Zaanstad, althans in Nederland, met [slachtoffer], van wie hij, verdachte, wist dat deze in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel aan een zodanige psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening en/of verstandelijke handicap leed dat deze niet of onvolkomen in staat was zijn/haar wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], te weten door haar vagina te betasten en/of het brengen van één of meer vingers in haar vagina en/of zijn penis in haar vagina en/of haar anus te brengen.

Heropening en schorsing van het onderzoek ter terechtzitting

Bij de beraadslaging in raadkamer is de rechtbank tot het oordeel gekomen dat het onderzoek niet volledig is geweest. Het is de rechtbank gebleken dat zij zich op basis van de inhoud van het dossier en hetgeen ter zitting aan de orde is geweest niet in staat acht om een weloverwogen en verantwoorde beslissing te nemen over de afdoening van de zaak. De rechtbank zal het onderzoek daarom heropenen en hervatten op een nader te bepalen dag en uur.
De rechtbank overweegt dat bij haar de behoefte is ontstaan om meldster [slachtoffer] nader te horen. De rechtbank wil haar onder meer vragen waarom zij geen aangifte heeft gedaan. Ook wil de rechtbank van meldster een uitgebreidere verklaring over wat er in die bewuste avond/nacht zou zijn voorgevallen tussen haar en verdachte en in wat voor staat zij toen verkeerde.
Voorts blijkt uit het procesdossier dat er bij meldster meerdere lichaamsbemonsteringen zijn afgenomen bij of in haar vagina, anus en hals. De rechtbank acht het van belang dat deze lichaamsbemonsteringen alsnog worden onderzocht. De rechtbank zal daarom de officier van justitie hier alsnog opdracht toe geven. Indien het niet mogelijk was dat de lichaamsbemonsteringen nader werden onderzocht of thans nog worden onderzocht, wil de rechtbank de reden hiervoor weten.
De rechtbank zal met het oog op het hiervoor bedoelde onderzoek het onderzoek ter terechtzitting heropenen en hervatten op een nader te bepalen dag en uur. Tot die tijd wordt, ingevolge het bepaalde in artikel 346, derde lid, Sv gehandeld als ware het onderzoek voor onbepaalde tijd geschorst.

Beslissing

De rechtbank:

-heropent het onderzoek ter terechtzitting;

  • verwijst de zaak naar de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, voor het horen van de navolgende persoon:
  • [slachtoffer], geboren op [geboortedatum] 1984 te Winschoten.
Indien de officier van justitie en de raadsvrouw daarvoor toestemming geven, zal meldster worden gehoord door een rechter vanuit de samenstelling die zaak inhoudelijk behandeld.
- stelt de stukken in de handen van de officier van justitie teneinde alsnog forensisch onderzoek uit te zetten naar de lichaamsbemonsteringen die bij meldster [slachtoffer] zijn afgenomen bij haar vagina, anus en hals.
- schorst het onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd;
- beveelt de oproeping van verdachte tegen een nader te bepalen dag en tijdstip
waarop het onderzoek ter terechtzitting zal worden hervat, met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsvrouw van verdachte.
Dit tussenvonnis is gewezen door mr. G. Eelsing, voorzitter,
mr. J. Faber en mr. M.T.M. Hennevelt, rechters, bijgestaan door mr. J.D. Zwaagstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 maart 2025.
Mr. G. Eelsing is buiten staat dit tussenvonnis mede te ondertekenen.