Op 14 maart 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot doodslag en zware mishandeling op twee verbalisanten. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlasteleggingen wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs. De zaak was ontstaan na een incident op 3 augustus 2013 in Heerenveen, waarbij de verdachte met een auto op de verbalisanten zou zijn ingereden. Tijdens de zitting op 28 februari 2025 werd duidelijk dat er cruciale vragen waren over de gang van zaken, die niet beantwoord konden worden. De rechtbank concludeerde dat er geen aanmerkelijke kans op de dood of zwaar letsel was geweest, en dat de verklaringen van de verbalisanten niet voldoende waren om tot een veroordeling te komen. De rechtbank oordeelde dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging, maar dat de bewijsvoering niet voldeed aan de eisen voor een veroordeling. De verdachte werd vrijgesproken van zowel feit 1 als feit 2, en de rechtbank benadrukte dat er geen bewijs was dat de verdachte opzettelijk had geprobeerd de verbalisanten te doden of zwaar letsel toe te brengen.