Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor alle ten laste gelegde feiten.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van het onder parketnummer 18/192191-23 onder 4 ten laste gelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank en heeft betoogd dat verdachte voor het overige dient te worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe samengevat weergegeven het volgende aangevoerd.
18/192191-23
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde ontbreekt in het dossier een schriftelijke machtiging waaruit blijkt dat [slachtoffer] bevoegd is namens [slachtoffer] en [slachtoffer] aangifte te doen. Daarnaast vonden in de ten laste gelegde periode gesprekken plaats tussen verdachte en de gemeente, zodat de wederrechtelijkheid ontbreekt. Verder ontbreekt de vereiste stelselmatigheid en tot slot is er geen sprake van een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer omdat [slachtoffer] en [slachtoffer] via collegas op de hoogte werden gebracht van de berichten en geen berichten zijn verzonden naar hun privéadressen.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde geldt dat de verklaringen van de drie verbalisanten onbetrouwbaar zijn, omdat zij op essentiële onderdelen van elkaar verschillen. Daarnaast kan uit de uiterlijke verschijningsvorm niet het voorwaardelijk opzet op bedreiging worden afgeleid.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde geldt dat het de uitlatingen ontbreekt aan een bedreigend karakter, aangezien de gemeente op de hoogte is van de problematiek van verdachte en verdachte nimmer tot uitvoering van feitelijk geweld is overgegaan.
18/303460-22
Verdachte beschrijft in zijn brief [slachtoffer] , maar noemt hem niet expliciet een vuile kankernazi of smerige kakkerlak. Wel zou er kunnen worden geoordeeld dat er een verband bestaat tussen [slachtoffer] en de naam Judas , maar dat is niet beledigend.
18/226579-22
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde geldt dat het pandverbod onrechtmatig is opgelegd gelet op de daarin opgenomen onbepaalde en zeer ruime verbodsbepaling. Los daarvan geldt dat de gemeentesecretaris niet door het college van B&W gemandateerd is een pandverbod op te leggen. Indien het pandverbod rechtsgeldig zou zijn uitgevaardigd, is sprake van de daarin genoemde exceptie: de uitvoering van een wettelijke recht.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde geldt dat het enkel brengen van een Hitlergroet onder omstandigheden voldoende kan zijn voor een veroordeling, mits kan worden vastgesteld dat sprake was van opzet op de belediging. Dat kan niet worden vastgesteld.
18/327654-24
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde ligt de frequentie te laag om de vereiste stelselmatigheid te kunnen aannemen. Er is voorts geen sprake van stelselmatigheid nu aangever niet privé wordt lastiggevallen, zelden de geadresseerde is en er geen gevolgen zijn voor zijn persoonlijke levenssfeer.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde dient vrijspraak te volgen nu [slachtoffer] vanuit zijn hoedanigheid niet (on)rechtmatig de vereiste ambtshandelingen kan uitvoeren.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde geldt dat de genoemde ambtenaren niet zijn gehoord over de druk die is uitgeoefend en niet duidelijk is of zij (on)rechtmatig in staat zijn een ambtsverrichting te begaan.
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde geldt dat geen sprake is van een concrete bedreiging van de betreffende ambtenaren.
18/143539-24
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde geldt dat sprake is van een kunstuiting en de lat voor een strafbare bedreiging niet wordt gehaald.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde is geen sprake van strafbare dwang. Het gaat om één e- mail en van opbouwende psychische druk is geen sprake geweest.
Oordeel van de rechtbank
18/192191-23
Feit 1
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
De door verdachte ter zitting van 4 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik heb geprobeerd het conflict op een normale manier op te lossen, maar omdat dat niet lukt probeer ik op deze manier druk op de gemeente uit te oefenen.
2.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte (met bijlagen) d.d. 1 augustus 2023, opgenomen op pagina 192 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100- 2023202816 d.d. 2 augustus 2023, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
De toon in zijn e-mails was op zijn zachts gezegd niet vriendelijk. Hij richtte de e-mails met name naar het bestuurssecretariaat. Hij mailt naar dit adres, omdat dit zijn ingang is tot de Burgemeester. Hij sprak in zijn e-mails veel over Burgemeester [slachtoffer] . Omdat de e-mails dwingend, kwetsend, beledigend van aard waren hebben we als gemeente dhr. [verdachte] een verbod opgelegd om nog met ons te bellen en
e-mailen. De enige manier voor hem om met ons als gemeente in contact te komen, was via een brief. Op 19 mei 2022 is dit emailverbod ingegaan. Hij heeft dit verbod genegeerd. Wij hebben tot op de dag van vandaag niet gereageerd op deze e-mails die hij verzendt naar ons. In een aantal emails is hij dwingend en eist hij zaken van ons. Hij eist met name geld, een schadevergoeding, ontslag van medewerkers en een achterstallige uitkering.
We hebben vanuit de gemeente dit jaar drie keer met dhr. [verdachte] gesproken. Het eerste gesprek verliep goed. Het tweede gesprek verliep wat dwingender. Het derde gesprek was binnen 10 minuten klaar. Hij verliep scheldend de ruimte. Hij e-mailt inmiddels dagelijks berichten met beledigende, kwetsende berichten en hij probeert ons ook geregeld onder druk te zetten om zaken voor elkaar te krijgen. Doordat hij ook namen van mijn collega's noemt en hen in de emails ook toespreekt, maakt hij het ook persoonlijk. Zoals ik al heb aangegeven heb ik de emails aan u overhandigd. Dit zijn een paar honderd inmiddels.
3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (met bijlagen) d.d. 2 augustus 2023, opgenomen op pagina 127 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
() Vanuit de gemeente Hoogeveen/De Wolden en het Zorg en Veiligheidshuis Drenthe, heb ik diverse documenten ontvangen. Waaronder een tijdslijn vanaf het eerste contact moment met [verdachte] .
Hierin is duidelijk de frequentie te zien ten aanzien van het contact wat gezocht wordt vanuit [verdachte] . Tevens is er ook een bijlage waarin omschreven wordt wat het gedrag van [verdachte]
doet met de (medewerkers) de gemeente Hoogeveen/De Wolden van [verdachte] doet. Vanuit de gemeente Hoogeveen/De Wolden en het Zorg en Veiligheidshuis Drenthe, heb ik toestemming gekregen om deze documenten bij het dossier te voegen.
Hieronder een overzicht van de bijlagen: ()
Bijlage 2 bevat een tijdslijn van 7 juni 2011 tot en met 25 november 2022.
Bijlage 3 bevat een tijdslijn van 8 september 2022 tot en met 20 juli 2023. Bijlage 4 bevat de meegestuurde bijlages die horen bij de tijdslijn in bijlage 3. Bijlage 5 bevat diverse emails.
Bijlage 6 bevat een aanmaning schadevergoeding binnen gekomen op 5 juni 2023. ()
[Rechtbank: onder andere:]
(p. 257) Van: [verdachte] [mailadres] Verzonden: donderdag 15 september 2022
Aan: Ombudsman Hoogeveen; [mailadres] ; [slachtoffer] ; [mailadres] ; [mailadres]
[slachtoffer] : "Een Untermensch beledigt ons! Dit kan niet! Dit mag niet! Wat voor maatregelen zitten er nog in de gereedschapskist?"
[slachtoffer] : "Niets meer, mein Führer. [verdachte] krijgt geen uitkering van ons en heeft al het contact met ons verbroken."
[slachtoffer] : "Schrijf hem dan een brief dat voortaan alle beslissingen over hem collectief genomen zullen worden en dat hij zijn post moet richten niet meer aan [naam] maar aan 'de contactpersoon van de gemeente. Dat zal hem leren brutaal te zijn! En zo geschiedde. Zelf worden die nazi's natuurlijk ook gelijk behandeld. Net als iedereen parkeren ze hun electrische Jaguar voor het gemeentehuis. Net als iedereen verdient [slachtoffer] 102.000 euro per jaar.
(p. 360) Van: [verdachte] [mailadres] Verzonden: donderdag 2 maart 2023
Aan: [mailadres] ; [slachtoffer] ; [mailadres] ; Ombudsman Hoogeveen; Vrd Info; Zvhd Info
Mijn leven is verwoest en ik heb geen enkele hoop meer op een leefbare toekomst. Verantwoordelijk voor mijn ondergang houd ik burgemeester [slachtoffer] , gemeentesecretaris [slachtoffer] , hoofd Sociaal Domein [slachtoffer] , staatsagent [slachtoffer] , ambtenaar Sociaal Domein [naam] , de hele gemeenteraad, commissaris van de koning [slachtoffer] , het Zorg- en Veiligheidshuis Drenthe en het Veiligheidsoverleg over mijn persoon.
(p. 500) Van: [verdachte] [mailadres] Verzonden: dinsdag 25 juli 2023
Aan: [mailadres] Aan de nazi's,
Ik heb nauwelijks nog kwaliteit van leven en geen enkel uitzicht op een enigszins leefbare toekomst. Net zoals jullie mij ter dood hebben veroordeeld heb ik jullie ook ter dood veroordeeld. De doodvonnissen van [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] liggen hier klaar en ze zullen heel binnenkort worden bezorgd. Alleen al het feit dat [slachtoffer] en [slachtoffer] zichzelf en hun voltallige personeel van 1500 ambtenazi's blootstellen aan een oorlog omdat ze niet de hersens hebben om een conflict met een bijstandsgerechtigde op te lossen laat zien dat ze volledig ongeschikt zijn voor hun vak.
(p. 510) Van: [verdachte] [mailadres] Verzonden: vrijdag 28 juli 2023
Aan: [mailadres]
Ik ben bereid voor mijn zaak te sterven. En te moorden. Want [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer]
verdienen het leven niet nadat ze mij van alle levensgeluk beroofd hebben.
Bewijsoverweging
De rechtbank zal verdachte partieel vrijspreken voor zover bedoeld is belaging van [slachtoffer] ten laste te leggen, nu de tenlastelegging onvoldoende is toegespitst op die [slachtoffer] . De rechtbank zal daarom niet ingaan op verweren die betrekking hebben op de belaging van [slachtoffer] . Zoals de rechtbank in het voorgaande reeds heeft geoordeeld acht zij [slachtoffer] bevoegd om namens [slachtoffer] aangifte te doen.
De kern van de strafbepaling van artikel 285b Sr wordt gevormd door de stelselmatige inbreuk op iemands persoonlijke levenssfeer. Bij de beoordeling of sprake is van een stelselmatige inbreuk zijn van belang de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer. De stelselmatigheid moet van dien aard zijn dat zij de gedragingen een indringend karakter geeft en veronderstelt een herhaling van gedragingen. Waar zich de ondergrens van belaging laat trekken, valt niet in algemene bewoordingen te zeggen. Naast stelselmatig dienen de ten laste gelegde gedragingen ook wederrechtelijk te zijn. Het is tegen die achtergrond dat de beoordeling van de ten laste gelegde gedragingen van de verdachte dient plaats te vinden.
De rechtbank stelt op basis van het dossier vast dat verdachte sinds 2020 een conflict heeft met de Gemeente Hoogeveen. In de periode van 19 mei 2022 tot en met 31 juli 2023 heeft verdachte veelvuldig e-mails gestuurd aan onder andere het bestuurssecretariaat van de Gemeente Hoogeveen, waarin [slachtoffer] onderwerp van gesprek was. Ook heeft verdachte brieven gestuurd aan de gemeente, gericht aan [slachtoffer] . De teksten in deze e-mails en brieven kunnen als beledigend en grievend worden beschouwd. Enkele e-mails waren daarbij ook bedreigend van aard. Gelet op de aard, duur, frequentie en de intensiteit van de gedragingen van verdachte is de rechtbank van oordeel dat van de vereiste stelselmatigheid sprake is.
Ook is er naar het oordeel van de rechtbank sprake van inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer] . Dat [slachtoffer] niet op zijn privé-(email)adres door verdachte is benaderd maakt niet dat geen sprake kan zijn van een inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer. Onder persoonlijke levenssfeer dient niet alleen het privédomein van iemand te worden begrepen maar in zekere mate ook het domein van het werkzame leven. [slachtoffer] mag er aanspraak op maken dat hij tijdens zijn werkzaamheden niet telkens op impertinente wijze wordt benaderd door verdachte. Dat niet direct maar middellijk, via het bestuurssecretariaat, een inbreuk werd gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer] staat aan een bewezenverklaring niet in de weg. Dit omdat [slachtoffer] het beoogde doelwit van verdachte was, [slachtoffer] ervan op de hoogte is geraakt en verdachte steeds heeft benadrukt dat hij door zijn handelwijze druk wilde zetten. Dat [slachtoffer] op de hoogte is geraakt van de handelingen van verdachte volgt uit de verschillende aangiftes namens [slachtoffer] .
Verdachte heeft door het versturen van e-mails aan het bestuurssecretariaat, ook gelet op de inhoud daarvan, bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat [slachtoffer] van die e-mails op de hoogte zou worden gebracht. Daarnaast heeft verdachte ook brieven gestuurd die specifiek aan [slachtoffer] waren gericht. Dat in de ten laste gelegde periode sprake was van een mediationtraject laat onverlet dat in diezelfde periode tevens sprake kan zijn van belaging. Anders dan de raadsman, is de rechtbank ook van oordeel dat uit de gedragingen van verdachte volgt dat sprake was van een opzettelijke en wederrechtelijke inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer] . Verdachte wilde met zijn gedragingen immers invloed (druk) uitoefenen.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de belaging van [slachtoffer] .
Feit 2
De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 31 juli 2023, opgenomen op pagina 183 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2023202816 d.d. 2 augustus 2023, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
Op maandag 31 juli 2023 was ik verbalisant [slachtoffer] samen met collega [verbalisant] , belast met de noodhulp voor het gebied Hoogeveen en omstreken. Omstreeks 18:00 uur, werden wij door hulp officier van justitie [naam] verzocht om een aanhouding buiten heterdaad van bedreiging aan de [adres] voor de verdachte [verdachte] . Ik hoorde [verbalisant] zeggen dat de verdachte de voordeur niet open wilde doen. Ik hoorde collega [slachtoffer] zeggen tegen de verdachte dat hij de deur open moest dan of anders de deur eruit word geslagen. Ik hoorde de verdachte zeggen: "Als jullie binnen komen maak ik jullie dood. Jullie gaan dood als jullie binnen komen". Ik zag dat de verdachte een groot en lang voorwerp in zijn handen had en deze voor zijn bovenlichaam hield. Omstreeks 18:40 uur werd de deur open geslagen door collega [slachtoffer] . Ik zag dat de verdachte in de hal stond met een grote degen richting ons. Ik hoorde de verdachte zeggen: "Als jullie een stap naar binnen komen maak ik jullie dood". Ik riep tegen de verdachte dat hij het degen moest laten vallen of anders wordt de taser gebruikt. Ik zag dat de verdachte een stap dichterbij in mijn richting zette. Ik zag dat de verdachte met het degen in mijn richting wees.
2.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 juli 2023, opgenomen op pagina 48 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [slachtoffer] :
Op 31 juli 2023 kwamen mijn collega's [verbalisant] , [verbalisant] en [slachtoffer] en ik aan op het adres [adres] te [plaats] . Ik hoorde dat hij zei dat hij niet ging open doen. Hierop zei ik door de brievenbus, dat we met geweld de voordeur er uit zouden halen. Ik zag dat hij zich hierop verwijderde. Ik hoorde vervolgens gestommel boven. Kort hierop zag ik dat de man weer achter de voordeur verscheen. Ik zag dat hij de vitrage opzij schoof. Ik zag dat hij mij een (soort van) kris, althans een klein zwaardje, althans een steekwapen, toonde. Ik hoorde dat de man zei: "als jullie binnenkomen, dan gebruik ik dit". Toen ik met de deur-bonk in de hand bij de voordeur was, waarschuwde ik de man nog één keer dat de deur er uit ging. Ik zag andermaal dat de man genoemd wapen aan mij toonde van achter de opzij geschoven vitrage. Toen er niet direct een reactie kwam waaruit bleek dat de man bezig was de voordeur voor ons te openen, bonkte ik met drie krachtige stoten de voordeur los. Ik deed een stap opzij en zag en hoorde het
volgende:
- dat er een man in de gang stond met genoemde kris in zijn hand.
- dat de man in onze richting keek.
3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 juli 2023, opgenomen op pagina 51 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [slachtoffer] :
Ik vertelde hem dat hij de deur open moest doen en anders wij de deur gingen forceren en geweld gingen gebruiken. Ik hoorde collega [verbalisant] zeggen dat verdachte op dat moment naar boven rende en daarna direct terug kwam. Ik zag dat verdachte een soort lang mes / zwaard voor zich hield. Ik hoorde verdachte zeggen dat hij ons dood maakte als we binnen zouden komen. Ik zag dat collega [slachtoffer]
de deur na drie keer 'bonken' open had. Ik zag dat de verdachte het mes / zwaard nog in de handen had en riep dat hij die moest laten vallen of ik ging mijn pepperspray gebruiken.
Bewijsoverweging
De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van de verbalisanten ten aanzien van het ten laste gelegde. Anders dan de raadsman heeft betoogd, komen de verklaringen over de gedragingen van verdachte op hoofdlijnen overeen. De rechtbank stelt op basis van de bewijsmiddelen vast dat verdachte een scherp voorwerp in zijn handen had dat hij richtte op de verbalisanten en dat verdachte dat scherpe voorwerp ook nadat de voordeur werd geforceerd heeft vastgehouden tot het moment waarop verdachte overmeesterd werd. Verdachte heeft, terwijl hij dat scherpe voorwerp vasthield, gezegd dat hij de verbalisanten zou doodmaken als zij zijn woning zouden betreden. Gelet op het naar de verbalisanten blijven wijzen met het scherpe voorwerp in combinatie met hetgeen verdachte daarbij heeft gezegd kon naar het oordeel van de rechtbank bij de verbalisanten de redelijke vrees ontstaan dat zij slachtoffer zouden worden van enig misdrijf tegen het leven gericht.
Feit 3
De rechtbank acht het onder 3 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
De door verdachte ter zitting van 4 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:Het klopt dat de in de tenlastelegging opgenomen e-mails door mij zijn geschreven en verzonden.
2.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte (met bijlagen) d.d. 28 juli 2023, opgenomen op pagina 30 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100- 2023202816 d.d. 2 augustus 2023, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
Op dinsdag 25 juli 2023 ontvingen wij wederom een email van de heer [verdachte] . Van: [verdachte] < [mailadres] >
Verzonden: dinsdag 25 juli 2023 Aan: [mailadres] >
Net zoals jullie mij ter dood hebben veroordeeld heb ik jullie ook ter dood veroordeeld. De doodvonnissen van [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] liggen hier klaar en ze zullen heel binnenkort worden bezorgd.
(p. 37) From: [verdachte] < [mailadres] > Sent: Friday, July 28, 2023
To: [mailadres] >
Hun beveiligingscamera's en ingehuurde SA-troepen van [bedrijf] zullen hen niet helpen volgende week. Ik laat me niet 12 jaar verkrachten door een bende hersenloze nazi's. En ik ga ook niet wachten tot God hen straft. Ik ben bereid voor mijn zaak te sterven. En te moorden. Want [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] verdienen het leven niet nadat ze mij van alle levensgeluk beroofd hebben.
Bewijsoverweging
Anders dan de raadsman heeft betoogd, is voor een veroordeling niet vereist dat komt vast te staan dat bij de bedreigden daadwerkelijk de vrees voor aantasting van de persoonlijke vrijheid is opgewekt. Voldoende is dat de bedreigingen van dien aard zijn en onder zodanige omstandigheden zijn geschied dat zij in het
algemeen geschikt zijn de vrees voor een inbreuk op de persoonlijke vrijheid teweeg te brengen. Gelet op de inhoud van de e-mails is daar naar het oordeel van de rechtbank onmiskenbaar sprake van.
Feit 4
De rechtbank acht het onder 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 4 februari 2025;
een schriftelijk bescheid, te weten een niet-ondertekend proces-verbaal van aangifte d.d. 11 augustus 2023, opgenomen op pagina 13 e.v. (digitaal) van aanvullend procesdossier 2, behorend bij het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2023202816 d.d. 2 augustus 2023, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (met bijlage op pagina 31)
d.d. 2 februari 2024, opgenomen op pagina 14 e.v. van aanvullend procesdossier 5, behorend bij voornoemd dossier van Politie Noord-Nederland, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] .
18/303460-22
De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
De door verdachte ter zitting van 4 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Het klopt dat de in de tenlastelegging opgenomen passages afkomstig zijn uit een brief die door mij is geschreven. U, voorzitter, houdt mij voor dat in de brief onder meer staat Judas [slachtoffer] . Klopt. Judas betekent verrader en dat is hij ook. Ik had eigenlijk [naam] willen citeren. Hij beschrijft de laagste laag van de hel en die laag is genoemd naar Judas . De andere uitlatingen in de brief zijn inderdaad beledigend en zo heb ik ze ook bedoeld. U, jongste rechter, vraagt mij of het mijn bedoeling was om [slachtoffer] te beledigen met de passage Judas [slachtoffer] . Ik heb in mijn brief meervoudsvormen gebruikt, dus blijkbaar wilde ik meerdere mensen beledigen.
2.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte (met bijlage) d.d. 16 november 2022, opgenomen op pagina 5 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100- 2022308576 d.d. 22 november 2022, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
() Ik hoorde hem zeggen dat hij een brief, welke geschreven was door de heer [verdachte] , en welke gericht was aan de gemeente Hoogeveen, had onderschept. () Op woensdag 19 oktober 2022 ontvingen wij op de postkamer van het gemeentehuis te Hoogeveen, [adres] . Ik zag dat de brief geschreven is op 13-10-2022 te [instelling] . Ik zag dat de brief de aanhef: "Vuile Kankernazi's" had. Verder las ik dat hij in deze brief schrijft: "Omdat jullie een stel hersenloze imbecielen zijn hebben jullie mij als een hond voor de deur laten staan. "Klopt en u zal worden opengedaan" zei Jezus, maar Judas [slachtoffer] heeft de Bijbel natuurlijk nooit gelezen. " Tevens lees ik in de brief: "jullie hebben voor oorlog gekozen. Ik niet.
Ongeacht of ik win of niet, jullie zullen altijd de verliezer zijn. Ik laat mijn leven niet door jullie verwoesten omdat jullie geen zin hebben gemaakte afspraken na te komen. Ik zou maar betalen, stelletje smerige kakkerlakken!".
Bewijsoverweging
Verdachte heeft zich in de kern van zijn brief expliciet gericht tot [slachtoffer] door te spreken over Judas [slachtoffer] . Hoewel de in de tenlastelegging opgenomen beledigende aanhef en afsluiting van de brief onbepaald zijn, kan uit het aanhalen van [slachtoffer] worden afgeleid dat die aanhef en afsluiting in ieder geval mede aan het adres van [slachtoffer] waren gericht. Ten aanzien van de door verdachte gebezigde woorden “vuile kankernazis” en “smerige kakkerlakken” is de rechtbank van oordeel dat deze beledigend moeten worden beschouwd. De rechtbank acht daarnaast het aanduiden van iemand als Judas , dus als verrader, een uitlating die als beledigend dient te worden beschouwd omdat zij, mede gelet op verdachtes verklaring ter terechtzitting, de strekking heeft [slachtoffer] aan te randen in zijn eer en goede naam.
18/226579-22
Feit 1 Bewijsoverweging
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe het volgende.
Het pandverbod zoals in deze zaak aan de orde is niet een besluit als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en kan dus niet ter toetsing aan de bestuursrechter worden voorgelegd. In zon geval volgt uit rechtspraak van de Hoge Raad dat de strafrechter mag toetsen of dit verbod rechtmatig is. Naar het oordeel van de rechtbank is dat niet het geval. Het aan verdachte opgelegde pandverbod is te ingrijpend en te onbepaald, omdat het betrekking heeft op alle gebouwen en alle terreinen van de gemeente Hoogeveen en het verbod is niet in duur beperkt. Omdat het pandverbod onrechtmatig is, kan niet worden bewezen dat verdachte op 7 september 2022 wederrechtelijk in het gemeentehuis aanwezig is geweest.
Feit 2
De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 september 2022, opgenomen op pagina 18 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100- 2022236312 d.d. 7 september 2022, inhoudend als relaas van verbalisant [slachtoffer] :
Op 7 september 2022 was ik samen met mijn collega [verbalisant] aan het gemeentehuis Hoogeveen, welke is gevestigd aan het [adres] . Ik, verbalisant toonde aan meneer [verdachte] vervolgens het formulier van het lokaalverbod wat in mei 2022 aan hem was uitgereikt. Meneer [verdachte] zei dat hij het pand niet ging verlaten. Hierop heb ik, verbalisant [slachtoffer] meneer Lusterburg medegedeeld dat hij was aangehouden te zake lokaalvredebreuk in verband met het niet voldoen aan bevel of vordering. Ik, verbalisant [slachtoffer] heb meneer [verdachte] medegedeeld dat hij met ons mee naar buiten moest lopen. Hierop zag ik dat meneer [verdachte] mij een Hitlergroet gaf. Ik, verbalisant hoorde dat meneer [verdachte] zei hier heb je de Hitlergroet, die krijg je er ook bij of woorden van gelijke strekking.
2.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 7 september 2022, opgenomen op pagina 12 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [verdachte] :
V: U heeft de Hitlergroet uitgebracht naar onze collega en zei hierbij: "hier heb je de Hitlergroet, die krijg je er ook bij". Of woorden van gelijke strekking. Waarom deed u dat?
A: Na ja omdat ik het behoorlijk fascistisch vind dat mij de toegang ontzegd wordt om deel te nemen aan zo'n bijeenkomst. Als de politie er zich voor leent om een naziregime in stand te houden.
Bewijsoverweging
De rechtbank is van oordeel dat verdachte opzettelijk verbalisant [slachtoffer] heeft beledigd. Door naar [slachtoffer] een Hitlergroet te maken en daarbij te zeggen “die krijg je er ook bij” heeft verdachte voldoende duidelijk gemaakt dat hij [slachtoffer] als (sympathisant van de) nazi(s) beschouwt en daarmee het opzet gehad op de aanranding van [slachtoffer] eer of goede naam.
18/327654-24
Feit 1
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
De door verdachte ter zitting van 4 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:Het klopt dat de in de tenlastelegging opgenomen e-mails door mij zijn geschreven en verzonden.
2.
Een schriftelijk bescheid, te weten een niet-ondertekend proces-verbaal van aangifte (met bijlagen)
d.d. 15 oktober 2024, opgenomen op pagina 11 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2024281780 d.d. 28 oktober 2024, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
Sinds ik contactpersoon van de heer [verdachte] ben geworden krijg ik ook mailtjes van hem in mijn mailbox van de gemeenteraad Meppel. De laatste twee e-mails zijn weer naar mijn mailadres van de gemeenteraad Meppel gestuurd en ik heb gezien ook naar veel andere instanties.
3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (met bijlagen) d.d. 16 oktober 2024, opgenomen op pagina 17 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Dit proces-verbaal van bevindingen bevat een dossieropbouw van de emailberichten die [verdachte] verstuurd naar de burgemeester van Hoogeveen en medewerkers van de gemeente Hoogeveen.
In het proces-verbaal zal de datum waarop de mail verstuurd is worden opgenomen en het onderwerp van het emailbericht.
De emailberichten zullen als bijlage toegevoegd worden aan het PV. Overzicht verstuurde emailberichten:
(p. 22) Van: [verdachte] < [mailadres] Verzonden: dinsdag 7 mei 2024
Aan: LTP < [mailadres] >
Onderwerp: Opnieuw aanvraag zwerversuitkering
(p. 23) Van: [verdachte] < [mailadres] > Verstuurd: zaterdag, augustus 3, 2024
Aan: [mailadres] < [mailadres] >; LTP < [mailadres] >;
Onderwerp: Binnen een paar dagen ben ik dood (p. 24) From: [verdachte] < [mailadres] > Sent: Friday, August 16, 2024
To: [mailadres] < [mailadres] >; LTP [mailadres]
Subject: Complotdenker [verdachte] pleegt zelfmoord
(p. 27) Van: [verdachte] < [mailadres] > Verzonden: woensdag 21 augustus 2024 Aan: LTP [mailadres]
Onderwerp: De Hoogeveense politieke elite in het Hiernamaals
(p. 30) Van: [verdachte] [mailadres] Verzonden: LTP < [mailadres] >;
Onderwerp: Aankondiging verhaal overeen kabouter
(p. 31) Van: [verdachte] < [mailadres] > Verzonden: dinsdag 10 september 2024 Aan: LTP < [mailadres] >;
Onderwerp: Maak niet dezelfde fout [slachtoffer]
(p. 32) From: [verdachte] < [mailadres] > To: LTP < [mailadres] >; [mailadres]
< [mailadres] >
Subject: De kabouter met kleine pikkie die burgemeester van Hoogeveen werd
(p. 34) Van: [verdachte] < [mailadres] > Verzonden: dinsdag 17 september 2024 Aan: [mailadres] ; LTP < [mailadres] >;
Onderwerp: En? Hoe bevalt de oorlog? Speciale nazomeraanbieding!
(p. 35) Van: [verdachte] < [mailadres] > Verzonden: woensdag 18 september 2024 Aan: LTP < [mailadres] >; [mailadres] ;
Onderwerp: Waarom 1 miljoen euro niet veel is als schadevergoeding voor de verwoesting van mijn leven
(p. 37) From: [verdachte] < [mailadres] > Sent: Monday, September 23, 2024
To: LTP < [mailadres] >; [mailadres]
< [mailadres] >;
Subject: Daklozenopvang MENSONTEREND
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt op basis van het dossier vast dat verdachte over een periode van bijna zes maanden meerdere e-mails aan [slachtoffer] heeft verstuurd. Anders dan de raadsman heeft betoogd zijn deze e- mails telkens rechtstreeks gericht aan [slachtoffer] , zij het via het e-mailadres dat [slachtoffer] beheert namens Gemeente Hoogeveen als contactpersoon van verdachte, zij het via [slachtoffer] e-mailadres van de gemeenteraad in Meppel. Uit de bewijsmiddelen volgt dat het aantal berichten in de loop van de ten laste gelegde periode intensiveert. Gelet op de aard, duur, frequentie en de oplopende intensiteit van de gedragingen van verdachte is de rechtbank van oordeel dat van de vereiste stelselmatigheid sprake is. Dat [slachtoffer] niet op zijn privé-(email)adres door verdachte is benaderd maakt niet dat geen sprake kan zijn van een inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer. Zoals de rechtbank reeds heeft overwogen dient onder persoonlijke levenssfeer niet alleen het privédomein van iemand te worden begrepen maar in zekere mate ook het domein van het werkzame leven. Ook [slachtoffer] mag er aanspraak op maken dat hij tijdens zijn werkzaamheden niet telkens op impertinente wijze wordt benaderd door verdachte. De rechtbank zal verdachte partieel vrijspreken ten aanzien van de in de tenlastelegging opgenomen e-mail van 30 april 2024, nu dit niet een e-mail betreft die aan [slachtoffer] is verzonden.
Feit 2
De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
De door verdachte ter zitting van 4 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Het klopt dat de in de tenlastelegging opgenomen e-mails door mij zijn geschreven en verzonden. Het doel van mijn e-mails was om tot een einde aan het conflict te komen en een schadevergoeding te ontvangen.
2.
Een schriftelijk bescheid, te weten een niet-ondertekend proces-verbaal van aangifte (met bijlagen)
d.d. 15 oktober 2024, opgenomen op pagina 11 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2024281780 d.d. 28 oktober 2024, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
Sinds ik contactpersoon van de heer [verdachte] ben geworden krijg ik ook mailtjes van hem in mijn mailbox van de gemeenteraad Meppel. Daarnaast wil ook aangifte doen van ambtsdwang. In de emailberichten naar mij maar ook naar andere medewerkers van de gemeente Hoogeveen dreigt hij elke keer met zelfmoord als er geen geld overgemaakt wordt. Hierbij dwingt hij mij en andere medewerkers van de gemeente Hoogeveen, wetende vanuit wel functie wij werken, om geld over te maken. Hij geeft in zijn emailberichten daarbij ook aan dat wij verantwoordelijk zullen zijn voor zijn dood.
3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (met bijlagen) d.d. 16 oktober 2024, opgenomen op pagina 17 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Dit proces-verbaal van bevindingen bevat een dossieropbouw van de emailberichten die
[verdachte] verstuurd naar de burgemeester van Hoogeveen en medewerkers van de gemeente Hoogeveen.
()
Overzicht verstuurde emailberichten:
(p. 24) From: [verdachte] < [mailadres] > Sent: Friday, August 16, 2024
To: [mailadres] < [mailadres] >; LTP < [mailadres] >; Subject: Complotdenker [verdachte] pleegt zelfmoord
Afschuwelijk nieuws. Ja, het is nu eenmaal zo dat je volgens de regels gestraft wordt in dit land als je geen woning hebt. Je moet wel binnen de gemeente verblijven als je een uitkering wilt krijgen. Als je maar wat rondzwerft dan kan dat niet.
ALLERLAATSTE KANS OM EEN LEVEN TE REDDEN AANGEZIEN DE NAZI- OVERHEID HET NIET DOET:
Stort gul en onbeheerst op rekeningnummer [rekeningnummer] tnv [verdachte] .
Bewijsoverweging
Uit het dossier blijkt dat [slachtoffer] was aangewezen als contactpersoon van verdachte en daarmee als taak had de correspondentie van, over en aan verdachte te coördineren. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de functie van [slachtoffer] hem de gelegenheid gaf, al dan niet op onrechtmatige wijze, invloed uit te oefenen op de toekenning aan verdachte van een uitkering. Door [slachtoffer] een e-mail te sturen, daarin duidelijk te maken dat hij een uitkering wil krijgen en daarin zodanige psychische druk uit te oefenen, te weten dreiging met zelfdoding als niet wordt overgegaan tot een gulle betaling, heeft verdachte gepoogd [slachtoffer] ertoe te bewegen om (middellijk) over te gaan tot een betaling vanuit de gemeentekas.
Feit 3
De rechtbank acht het onder 3 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
De door verdachte ter zitting van 4 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Het klopt dat de in de tenlastelegging opgenomen e-mails door mij zijn geschreven en verzonden. Het doel van mijn e-mails was om tot een einde aan het conflict te komen en een schadevergoeding te ontvangen.
2.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (met bijlagen) d.d. 16 oktober 2024, opgenomen op pagina 17 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2024281780 d.d. 28 oktober 2024, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Dit proces-verbaal van bevindingen bevat een dossieropbouw van de emailberichten die [verdachte] verstuurd naar de burgemeester van Hoogeveen en medewerkers van de gemeente Hoogeveen.
Overzicht verstuurde emailberichten:
(p. 23) Van: [verdachte] < [mailadres] > Verstuurd: zaterdag, augustus 3, 2024. Aan: [mailadres]
Onderwerp: Binnen een paar dagen ben ik dood
Aan mijn moordenaars, Dit is jullie laatste kans om mijn leven te redden. Binnen een paar dagen leg ik mijn hoofd op de treinrails. Als jullie geen geld storten zullen jullie nog heel lang moeten leven met de verantwoordelijkheid voor mijn dood.
(p. 24) From: [verdachte] < [mailadres] > Sent: Friday, August 16, 2024
To: [mailadres] < [mailadres] >; LTP < [mailadres] >; Subject: Complotdenker [verdachte] pleegt zelfmoord
Afschuwelijk nieuws. Ja, het is nu eenmaal zo dat je volgens de regels gestraft wordt in dit land als je geen woning hebt. Je moet wel binnen de gemeente verblijven als je een uitkering wilt krijgen. Als je maar wat rondzwerft dan kan dat niet.
ALLERLAATSTE KANS OM EEN LEVEN TE REDDEN AANGEZIEN DE NAZI- OVERHEID HET NIET DOET:
Stort gul en onbeheerst op rekeningnummer [rekeningnummer] tnv [verdachte] .
(p. 34) Van: [verdachte] < [mailadres] > Verzonden: dinsdag 17 september 2024 Aan: [mailadres] >
En? Hoe bevalt de oorlog waar JULLIE voor gekozen hebben? Zijn de verhalen een beetje in de smaak gevallen? Ik doe jullie vanwege het mooie weer een speciale nazomeraanbieding. Ik ben bereid mijn eis tot schadevergoeding eenmalig te verlagen tot 1 miljoen euro
belastingvrij. Als dit bedrag UITERLIJK AANSTAANDE VRIJDAG op mijn rekening staat is de oorlog voorbij. Jullie kunnen je nog zo machtig wanen. voor mij telt slechts de overwinning of de dood.
(p. 35) Van: [verdachte] < [mailadres] > Verzonden: woensdag 18 september 2024 Aan: [mailadres] >
Dit is opnieuw een handreiking naar jullie toe om de oorlog te beëindigen. Het is echt niet veel, 1 miljoen euro. Ik zou het doen. Al is het alleen maar om niet levenslang door jullie geweten geplaagd te worden als ik voor de trein spring. Ik zie het bedrag graag uiterlijk vrijdag op mijn rekening verschijnen.
3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (met bijlagen) d.d. 16 oktober 2024, opgenomen op pagina 95 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Sinds mei 2024, bevindt [verdachte] zich regelmatig in de gemeente Westerveld. () Vervolgens zijn er e- mailberichten verstuurd () 26-09 () Deze mails staan in de bijlage.
(p. 102) From: [verdachte] < [mailadres] > To: [mailadres] >
Sent: Thursday, September 26, 2024
Subject: Tav [slachtoffer] : Ik leef nog. Ondanks jullie. Aan [slachtoffer] ,
Als ik dit overleef ga ik in Westerveld wonen en dan ga ik het de gemeente, inclusief al die mongolen die in de gemeenteraad zitten, nog heel heel moeilijk maken. Jaren en jaren lang. Dat is een belofte. Ik ga me ook kandidaat stellen voor de gemeenteraad en dan veeg ik de vloer met jullie aan. Je kunt de uitkering met terugwerkende kracht op mijn rekening storten. Met spoed. Want anders weerhoudt niets of niemand mij ervan om over een paar dagen alsnog voor de trein te springen.
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt vast dat in de tenlastelegging e-mails zijn opgenomen waar geen (bedreiging met) geweld of andere feitelijkheden vanuit gaan, zodat de rechtbank verdachte daarvan partieel zal vrijspreken. De rechtbank is van oordeel dat verdachte door het dreigen met zelfmoord als niet zou worden overgegaan tot betaling van een geldsom zich (telkens) schuldig heeft gemaakt aan poging tot ambtsdwang. Verdachte heeft zich hierbij gewend tot het bestuurssecretariaat van de gemeente Hoogeveen en een ambtenaar van de gemeente Westerveld, wetende dat zijn e-mails daarmee terecht zouden komen bij personen binnen beide gemeenten die feitelijk zouden kunnen overgaan tot betaling van de door verdachte gewenste betalingen.
Feit 4
De rechtbank acht het onder 4 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
De door verdachte ter zitting van 4 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:Het klopt dat de in de tenlastelegging opgenomen e-mail door mij is geschreven en verzonden.
2.
Een schriftelijk bescheid, te weten een niet-ondertekend proces-verbaal van aangifte (met bijlagen)
d.d. 15 oktober 2024, opgenomen op pagina 11 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2024281780 d.d. 28 oktober 2024, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
Ik wil aangifte doen van bedreiging.
(p. 14) Van: [verdachte] < [mailadres] > Verzonden: woensdag 21 augustus 2024 Aan: [mailadres] >; LTP < [mailadres] >;
Oud-burgemeester [slachtoffer] , gemeentesecretaris [slachtoffer] , AIVD-agent [slachtoffer] en oud-Hoofd Sociale Zaken [slachtoffer] worden gedood bij een bomexplosie. Ze vinden elkaar terug in een dikke mist.
Bewijsoverweging
Anders dan de raadsman heeft betoogd, is de rechtbank van oordeel dat de uitlating van verdachte van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is gedaan dat bij [slachtoffer] , [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] de redelijke vrees kon ontstaan dat zij slachtoffer zouden worden van een misdrijf tegen het leven gericht. De rechtbank weegt hierin mee dat de wijze waarop voornoemde ambtenaren om het leven zullen komen zeer specifiek wordt benoemd en dat verdachte al eerder, op 25 en 28 juli 2023, gemeenteambtenaren met de dood heeft bedreigd, waaronder eveneens [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] . Ook indien de tekst als een verhaal zou moeten worden bezien, zoals de raadsman heeft
betoogd, biedt dat naar het oordeel van de rechtbank geen rechtvaardiging voor geuite doodsbedreigingen.
18/143539-24
Feit 1
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
De door verdachte ter zitting van 4 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Het klopt dat de in de tenlastelegging opgenomen brief en e-mail met video door mij zijn geschreven en verzonden.
2.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte (met bijlage) d.d. 10 januari 2024, opgenomen op pagina 27 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100- 2024106916 d.d. 13 juni 2024, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
Op donderdag 14 december 2023, liet een collega mij een brief lezen die gericht was aan mij. Ik zag boven aan de brief staan, opgedragen aan de Hoogeveense Gemeentesecretaris [slachtoffer] .
Ik zag dat na de aanhef in de brief, het woord kogelregen stond. Het leek alsof dit als onderwerp weggezet is, dit voel ik zo. Ik las vervolgens het volgende in de brief; Een geweten had jij niet 'T is daarom dat ik op je schiet Een paraplu houdt mij niet tegen Je krijgt van mij de kogelregen De eerste komt uit mijn geweer Omdat je me niet respecteer Geen uitkering 3 jaar lang Daarom klink het nog eens BANG! Al mijn aandelen verdwenen Daarvoor schiet ik je in je benen Nu kunnen ze je lijk gaan zoeken Als gevolg van je verdiende straf Lig je nu te stinken in je graf.
3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte namens [slachtoffer] (met bijlage) d.d. 24 april 2024, opgenomen op pagina 39 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
17 april 2024, kreeg ik een mail van [verdachte] onder ogen. Ik ben hier enorm van geschrokken. Allereerst vanwege de inhoud van de mail met woorden en boodschappen, die zwaar grensoverschrijdend en bedreigend zijn. Bovendien heeft [verdachte] een filmpje aan de mail toegevoegd waarin rechtstreeks de link wordt gelegd met iemand, mij, te willen vermoorden terwijl ik onderweg ben en dus het beeld oproepen dat ik nergens meer veilig zou zijn.
4.
Een schriftelijk bescheid, te weten een niet-ondertekend proces-verbaal van bevindingen (met bijlage)
d.d. 23 april 2024, opgenomen op pagina 43 e.v. van voornoemd, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Ik heb het emailbericht bekeken en zag dat deze de volgende inhoud had: From: [verdachte] < [mailadres] >
To: [mailadres] >
Sent: Wednesday, April 17, 2024 at 06:05:39 PM GMT+2 Subject: Het verhaal van de dwaas die zich veilig voelde
De moraal van dit verhaal: oorlogen eindigen niet vanzelf, repressie werkt niet en de enige werkelijke manier om je veilig te voelen is de problemen op te lossen die je zelf hebt veroorzaakt. Of niet,
5.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 april 2024, opgenomen op pagina 47 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Op donderdag 25 april 2024, was ik, verbalisant [verbalisant] , belast met het uitkijken van camerabeelden. Het betrof een video die op de mail is toegestuurd vanaf de zender [verdachte] , verzonden vanaf het email-adres: [mailadres] .
0:16; Ik zie de eerdergenoemde man, die achter in een voertuig zat, nu vanaf een vooraanzicht. Ik zie dat hij naar voren en naar achteren beweegt. Ik zie vervolgens een shot, gefilmd vanaf de voorruit van een voertuig. Vanuit de ruit zie ik de vrouw met de kinderwagen, ik zie dat de vrouw zich voorover bukt in de kinderwagen, met haar rug naar het voertuig. Ik zie vervolgens dat de vrouw zich om draait, waarbij ze een lang zwart wapen in haar handen heeft. Ik zie dat de vrouw het wapen richt op het voertuig en begint te schieten. Ik hoor het geluid van schoten en glasgerinkel en zie dat het glas uit de ramen van het voertuig wordt geschoten. Ik zie dat de vrouw meerdere keren inschiet op de bestuurder van het voertuig. 0:27; Ik zie dat de vrouw vervolgens begint te schieten in de richting van het witgekleurde voertuig. Ik zie een man achter het geelgekleurde voertuig zitten en zie dat hij een vuurwapen in zijn hand heeft. Ik zie dat de man begint te schieten. Ik zie dat er vanuit de bestuurderskant van het geelgekleurde voertuig een andere man uitstapt met een wapen, ik zie dat de man begint te schieten, beide in de richting van het witte voertuig.
0:34: Ik zie wederom de vrouw met haar wapen schieten op het donkergekleurde voertuig en zie dat hierbij de bestuurder en bijrijder worden beschoten. Ik zie de vrouw vervolgens bukken, ter hoogte van het witgekleurde voertuig en zie dat zij haar wapen herlaadt. Ik zie en hoor dat er wordt geschoten.
0:42: Ik zie een man zitten op de achterbank van het witte voertuig. Ik zie de man, die vanuit de bestuurderskant van het gele voertuig kwam, met zijn wapen staan aan de zijkant van het witte voertuig en zie dat hij schiet in de richting van de man op de achterbank van het witte voertuig. Ik zie vervolgens hoe de man op de achterbank de deur van het voertuig opendoet en vervolgens op de grond valt. Ik zie en hoor dat er op hem wordt geschoten en dat hij meerdere keren wordt geraakt. Ik zie vervolgens voorste de deur van de bijrijderskant van het witgekleurde voertuig opengaat. Ik zie vanuit de deurpost een man met een vuurwapen en zie en hoor dat deze begint te schieten.
0:50; Ik zie wederom de vrouw met haar wapen schieten op het donkergekleurde voertuig en zie dat hierbij de bestuurder en bijrijder worden beschoten. Ik zie dat de man op de grond naast het witgekleurde voertuig wordt beschoten en zie de man vanaf achter het geelgekleurde voertuig schiet. Ik zie vervolgens hoe deze man zich verplaatst in de richting van het blauwe en witte voertuig, waar de vrouw en andere man bezig zijn met het beschieten van het voertuig. Ik zie dat hij over de voertuigen heen klimt en schiet op de man die naast het witte voertuig op de grond ligt. Ik zie dat de man op de grond bebloed ligt en meerdere keren wordt geraakt. Ik zie dat de man die op deze man inschiet zijn wapen leeg schiet op deze man en zie dat hij op een gegeven moment de trekker overhaalt, maar er geen munitie meer uit komt omdat deze leeg is.
Bewijsoverweging
De rechtbank is van oordeel dat de inhoud van de brief van 14 december 2023 moet worden gezien als een strafbare bedreiging. In de brief omschrijft verdachte expliciet op welke wijze [slachtoffer] om het leven zal worden gebracht en wat de reden daarvan is. Hierbij heeft verdachte het opzet gehad om [slachtoffer] vrees aan te jagen dat hij slachtoffer zou worden van een levensdelict. Dat sprake zou van een artistieke uiting, kan de rechtbank gelet op de vorm van die uiting en de context waarin zij is gedaan, niet volgen. Overigens biedt dat ook geen rechtvaardiging voor geuite bedreigingen. De rechtbank is van oordeel dat de inhoud van de e-mail van 17 april 2024, in samenhang met de video waarnaar in die e-mail wordt verwezen, eveneens een strafbare bedreiging oplevert. Hoewel de tekst van de e-mail op zichzelf niet bedreigend is, wordt de opmerking wel bedreigend van aard door de video die verdachte heeft meegestuurd. In de video waarmee [slachtoffer] wordt geconfronteerd is sprake van zeer expliciet
vuurwapengeweld door een beruchte Duitse terroristengroepering.
Feit 2
De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
De door verdachte ter zitting van 4 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Het klopt dat de in de tenlastelegging opgenomen woorden door mij in een e-mail zijn geschreven en zijn verzonden.
2.
Een schriftelijk bescheid, te weten een niet-ondertekend proces-verbaal van aangifte d.d. 28 april 2024, opgenomen op pagina 55 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100- 2024106916 d.d. 13 juni 2024, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
Afgelopen week ontving ik de mail waarin dhr. [verdachte] met aanhef aan mij persoonlijk opnieuw forse eisen stelt en dit onder dwang, intimidatie en dreigementen van geweld doet. Door deze dreigementen probeert dhr. [verdachte] mij onder dwang te zetten door forse eisen te stellen.
3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (met bijlage) d.d. 27 april 2024, opgenomen op pagina 58 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Op woensdag 24 april 2024 om 11:13 uur is er door [mailadres] naar [mailadres] & [mailadres] met in cc naar [mailadres] & [mailadres] de volgende e-mail gestuurd.
[naam] , Ik wil geen nieuwe dreigementen uiten maar mijn geduld is al heel lang op en de consequenties van het niet ingaan op de eis om binnen een week een woning en een uitkering te regelen zijn geheel voor jullie rekening en jullie kunnen niet weten of ik het deze keer bij woorden laat of niet. Ga voor de zekerheid maar uit van niet. Ik wil dit conflict op vreedzame wijze oplossen maar de keus is aan jullie.
Bewijsoverweging
Anders dan de raadsman heeft betoogd is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een strafbare poging tot dwang. In zijn e-mail stelt aangever [slachtoffer] een korte deadline om een woning en uitkering te verschaffen en stelt hij dat als zij niet ingaat op zijn eis, de rekening voor jullie is. Verdachte benadrukt daarbij dat er voor de zekerheid maar niet van moet worden uitgegaan dat verdachte het dan bij woorden zal laten. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte hiermee een dreigende sfeer gecreëerd in een poging de inwilliging van zijn eisen af te dwingen. Dat er geen sprake is van meer dan één e-mail, doet daar niet aan af.