ECLI:NL:RBNNE:2025:957

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
4 maart 2025
Publicatiedatum
14 maart 2025
Zaaknummer
18.192191.23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake belaging, bedreiging en poging tot ambtsdwang door verdachte tegen ambtenaren van de gemeente Hoogeveen

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 4 maart 2025 een tussenvonnis gewezen in een strafzaak tegen de verdachte, die wordt beschuldigd van belaging, bedreiging, belediging en poging tot ambtsdwang. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het stelselmatig inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van verschillende ambtenaren van de gemeente Hoogeveen door hen herhaaldelijk beledigende en bedreigende e-mails en brieven te sturen. De verdachte heeft in deze communicatie ook gedreigd met geweld en zelfmoord als zijn eisen niet werden ingewilligd. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie beoordeeld en geoordeeld dat de dagvaarding in bepaalde onderdelen nietig is, maar dat de overige dagvaardingen geldig zijn. De rechtbank heeft ook de psychische toestand van de verdachte in overweging genomen, waarbij deskundigen hebben geconstateerd dat hij lijdt aan een narcistische persoonlijkheidsstoornis en een paranoïde waanstoornis. De rechtbank heeft besloten om deskundigen te horen over de vraag welke straf en/of maatregel passend is, en heeft het onderzoek voor onbepaalde tijd geschorst.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
Parketnummers: 18/192191-23; 18/303460-22 (gev. ttz); 18/226579-22 (gev. ttz); 18/327654-24 (gev. ttz); 18/143539-24 (gev. ttz).
Tussenvonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 4 maart 2025 in de zaak van het Openbaar Ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboorte datum] 1970 te [geboorte plaats] , thans gedetineerd te [instelling] .
Dit tussenvonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 4 februari 2025.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. R.G. Knegt, advocaat te Leeuwarden. Het Openbaar Ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. N. Tromp.
Tenlastelegging
18/192191-23
Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1
hij, in of omstreeks de periode van 19 mei 2022 tot en met 31 juli 2023 te Hoogeveen en/of [plaats] , althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] en/of [slachtoffer] en/of een of meer medewerkers van de gemeente Hoogeveen en De Wolden, door meermalen brieven, e-mails, SMS-berichten en/of app- berichten met een beledigende en/of bedreigende strekking te sturen aan voornoemde [slachtoffer] en/of een of meer medewerkers van de gemeente Hoogeveen en de Wolden en/of met het oogmerk die [slachtoffer] en/of een of meer medewerkers van de gemeente Hoogeveen en De Wolden, te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
2
hij, op of omstreeks 31 juli 2023 te [plaats] , gemeente Hoogeveen [slachtoffer] (aspirant bij de politie Eenheid Noord-Nederland), [slachtoffer] (brigadier bij de politie Eenheid Noord-Nederland) en/of [slachtoffer] (brigadier bij de politie Eenheid Noord-Nederland) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door voornoemde [slachtoffer] , [slachtoffer] en/of [slachtoffer] een dolk/zwaard, althans een scherp voorwerp te tonen en/of (vervolgens) met dat dolk/zwaard te richten op voornoemde [slachtoffer] , [slachtoffer] en/of [slachtoffer] en/ofdoor dreigend de woorden toe te voegen "Als jullie binnen komen maak ik jullie dood. Jullie gaan dood als jullie binnenkomen" en/of "Als jullie een stap naar binnen komen maak ik jullie dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3
hij, in of omstreeks de periode van 25 juli 2023 tot en met 28 juli 2023 te Hoogeveen en/of [plaats] , althans in Nederland, [slachtoffer] , [slachtoffer] en/of [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer] , [slachtoffer] en/of [slachtoffer] schriftelijk dreigend de woorden toe te voegen:
  • in de e-mail van 25 juli 2023: "Net zoals jullie mij ter dood hebben veroordeeld heb ik jullie ook ter dood veroordeeld. De doodvonnissen van [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] liggen hier klaar en ze zullen heel binnenkort worden bezorgd." en/of
  • in de e-mail van 28 juli 2023: "Hun beveiligingscamera's en ingehuurde SA-troepen van [bedrijf] zullen hen niet helpen volgende week. Ik laat me niet 12 jaar verkrachten door een bende hersenloze nazi's. En ik ga ook niet wachten tot God hen straft. Ik ben bereid voor mijn zaak te sterven. En te moorden. Want [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] verdienen het leven niet nadat ze mij van alle levensgeluk beroofd hebben",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
4
hij, op of omstreeks de periode van 24 april 2023 tot en met 25 november 2023 te Hoogeveen en/of [plaats] en/of Scheveningen, althans in Nederland opzettelijk (meermalen) een ambtenaar, te weten [slachtoffer] (commissaris van de Koning in Drenthe) gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening, in toegezonden en/of aangeboden geschrift/email, heeft beledigd, door één of meerdere e-mail(s) te sturen met de tekst:
  • In een e-mail van 24 april 2023 : "stop herbenoeming "hersenloze kneus achter een rollator" als commissaris van Drenthe", en/of "Herbenoeming van minkukels als [slachtoffer] en [slachtoffer] is dan ook een verkeerde beslissing"; en/of
  • In een e-mail van 3 juli 2023: "Dan kan ik woensdag ook even een babbeltje maken met de geachte
commissaris van de Koning der Graaiers mevrouw [slachtoffer] . Je weet wel, die debiele spast achter de rollator. Die excuses maakt over het slavernijverleden maar de satanische beulen die mijn leven verwoest hebben de hand boven het hoofd houdt. Ik wacht geen 200 jaar [slachtoffer] "; en/of
- In een brief van 25 november 2023: "Aan de fascistische kwal achter de rollater" en/of "Gefeliciteerd met je onterechte herbenoeming lelijke heks" en/of "Je bent een criminele geesteszieke nazihoer" en/of "Het voordeel van je herbenoeming is dat ik je weet te vinden als ik vrijkom. Ook jij zult de rest van je leven met een alarmknop rond moeten blijven lopen" en/of "Ik zou maar betalen gehandicapte grafkut".
18/303460-22
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij, in de periode van 13 oktober 2022 tot en met 19 oktober 2022 te Hoogeveen en/of Leeuwarden, althans in Nederland opzettelijk een ambtenaar, te weten [slachtoffer] (ambtenaar van de gemeente Hoogeveen De Wolden, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in toegezonden en/of aangeboden geschrift, heeft beledigd, door een brief te sturen met de tekst 'vuile kankernazi's', 'omdat jullie een stel hersenloze imbecielen zijn', 'klopt en er zal worden opengedaan zei Jezus, maar [naam] [slachtoffer] heeft de Bijbel natuurlijk nooit gelezen' en/of 'stelletje smerige kakkerlakken'.
18/226579-22
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 7 september 2022 te Hoogeveen wederrechtelijk is binnengedrongen in een voor de openbare dienst bestemd lokaal en/of een besloten lokaal, te weten het gemeentehuis gelegen op/aan het Raadhuisplein en in gebruik bij de gemeente Hoogeveen, althans bij een ander of anderen dan bij, verdachte, welk binnendringen daarin bestond dat hij, verdachte, toen aldaar opzettelijk voornoemd lokaal is binnengegaan, althans daar heeft vertoefd, terwijl hem, verdachte, door of namens rechthebbende de toegang tot voornoemd lokaal (schriftelijk) was ontzegd voor onbepaalde tijd;
2
hij op of omstreeks 7 september 2022 te Hoogeveen opzettelijk een ambtenaar, te weten [slachtoffer] , brigadier van de regiopolitie Noord- Nederland, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, heeft beledigd, door naar die [slachtoffer] de /het Hitlergroet/Hitlergebaar te maken, althans een feitelijkheid van gelijke beledigende aard en/of strekking.
18/327654-24
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij in de periode van 30 april 2024 tot en met 23 september 2024 te Hoogeveen, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] en/of andere medewerkers van de gemeente Hoogeveen, door vele malen, althans meermalen e-mails met een beledigende en/of bedreigende ( en/of intimiderende) strekking te sturen aan voornoemde [slachtoffer] en/of een of meer medewerkers van de gemeente Hoogeveen, (onder meer)
(30 april 2024) Vrijheidsstrijder [verdachte] gearresteerd als [naam] , weer vrij man!" en/of (7 mei 2024) "opnieuw aanvraag zwerversuitkering"!" en/of
(3 augustus 2024) "binnen een paar dagen ben ik dood" en/of
(16 augustus 2024) "complotdenker [verdachte] pleegt zelfmoord" en/of
(21 augustus 2024) "de Hoogeveense politieke elite in het Hiernamaals" en/of (6 september 2024) "aankondiging verhaal over een kabouter" en/of
(10 september 2024 "maak niet dezelfde fout [slachtoffer] " en/of
(14 september 2024) "de kabouter met kleine pikkie die burgemeester van Hoogeveen werd" en/of (17 september 2024) "en? Hoe bevalt de oorlog? Speciale nazomeraanbieding!" en/of
(18 september 2024) "waarom 1 miljoen euro niet veel is als schadevergoeding voor de verwoesting van mijn leven" en/of
(23 september 2024) " daklozenopvang MENSONTEREND"
(telkens) met het oogmerk die [slachtoffer] en/of (een) medewerker(s) van de gemeente Hoogeveen, te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
2
hij in de periode van 16 augustus 2024 tot en met 21 augustus 2024 te Hoogeveen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of enige andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of enige andere feitelijkhe(i)d(en, in ieder geval door het sturen van intimiderende en/of grievende en/of dwingende berichten en/of dreigende e-mails een ambtenaar, [slachtoffer] , coördinator ARBO en Interventie, heeft gedwongen tot het volvoeren van een ambtsverrichting of het nalaten van een rechtmatige ambtsverrichting, te weten het overmaken van een bijstandsuitkering aan verdachte, door e- mailberichten te sturen en daarin te vragen om onmiddellijke betaling van genoemde uitkering en/of daarbij te vermelden dat hij, verdachte zelfmoord gaat plegen als de uitkering niet wordt betaald en/of bij niet betaling van de bijstandsuitkering [slachtoffer] en/of andere collega's van de gemeente Hoogeveen De Wolden verantwoordelijk zullen zijn voor de dood van verdachte, terwijl de uitvoering van genoemde feit(en) niet is voltooid;
3
hij in de periode 30 april 2024 tot en met 12 oktober 2024 te Hoogeveen en/of Westerveld, althans in de provincie Drenthe, althans in Nederland meermalen, op verschillende tijdstippen, althans eenmaal, (ondanks eerdere onherroepelijke veroordelingen en/of aanhoudingen en/of opgelegde civiele en strafrechtelijke contactverboden), (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of enige andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of enige andere feitelijkhe(i)d(en, in ieder geval telkens door het sturen van intimiderende en/of grievende en/of dwingende berichten en/of dreigende e-mails aan (onder meer)
- ( (op 7 mei 2024) (medewerkers van) de gemeente Hoogeveen met de tekst “aanvraag Zwerversuitkering” en/of de tekst “Ik verzoek deze aanvraag met spoed te behandelen en met spoed het geld op mijn rekening over te maken” en/of
-(op 3 augustus 2024) (onder meer)het bestuurssecretariaat van de gemeente Hoogeveen met de tekst “aan mijn moordenaars, dit is jullie jullie laatste kans om mijn leven te reden” en/of “als jullie geen geld storten zullen jullie nog heel lang moeten leven met de verantwoordelijkheid voor mijn dood” en/of
-(op 16 augustus 2024) (onder meer) het bestuurssecretariaat van de gemeente Hoogeveen met (onder meer) de tekst “Allerlaatste kans om een leven te redden aangezien de nazi-overheid het niet doet, stort gul en onbeheerst op rekeningnummer [rekeningnummer] tnv [verdachte] “ en/of
  • (in de periode 21 augustus 2024 tot en met 14 september ) [slachtoffer] , burgemeester van de gemeente Hoogeveen (onder meer) de tekst “je kunt de ruim 40.000 euro achterstallige uitkering storten op rekeningnummer [rekeningnummer] tnv [verdachte] . Ik zou het maar snel doen. Dan kunnen we het daarna hebben over de hoogte van de schadevergoeding" en/of “ik roep je op om verstandig te zijn. Maak een eind aan deze zinloze oorlog. Geef eindelijk een keer jullie fouten toe, betaal de achterstallige uitkering, erken mij als slachtoffer van jullie machtsmisbruik en betaal een torenhoge schadevergoeding” en/of “ik verwacht nog deze week de achterstallige uitkering op mijn rekening” en/of
  • ( op 17 september 2024 )(onder meer) het bestuurssecretariaat van de gemeente Hoogeveen de tekst “ En hoe bevalt de oorlog waar JULLIE voor gekozen hebben. Zijn de verhalen een beetje in de smaak
gevallen? Ik doe jullie vanwege het mooie weer een speciale nazomeraanbieding. Ik ben bereid mijn eis tot schadevergoeding eenmalig te verlagen tot 1 miljoen euro belastingvrij. Als dit bedrag uiterlijk vrijdag op mijn rekening staat is de oorlog voorbij. Jullie kunnen je nog zo machtig wanenvoor mij telt slechts de overwinning of de dood” en/of
  • (op 18 september 2024) (onder meer) het bestuurssecretariaat van de gemeente Hoogeveen met de tekst “ Dit is opnieuw een handreiking naar jullie toe om de oorlog te beëindigen” en/of “het is echt niet veel 1 miljoen euro.ik zou het doen. Al is het alleen maar om niet levenslang door jullie geweten geplaagd te worden als ik voor de trein spring” en/of
  • (in de periode 26 september 2024 t/m 2024 tot en met 11 oktober 2024) (onder meer) (medewerkers van) de gemeente Westerveld, onder meer aan [slachtoffer] , ambtenaar openbare orde en Veiligheid bij de gemeente Westerveld (onder meer)met de tekst “als ik dit overleef ga ik in Westerveld wonen en dan ga ik de gemeente, inclusief al die mongolen die in de gemeenteraad zitten, nog heel moeilijk maken.
Jaren en jaren lang. Dat is de belofte. Ik ga mij ook kandidaat stellen voor de gemeenteraad en dan veeg ik met jullie de vloer aan. Je kunt de uitkering met terugwerkende kracht op mijn rekening storten. Met Spoed want anders weerhoudt niets of niemand mij ervan om over een paar dagen alsnog voor de trein te springen”
en/of medewerkers van de gemeente Hoogeveen en/of [slachtoffer] , kabinetchef van de Commissaris van de Koning van de provincie Drenthe (onder meer) met de tekst “mochten er aanstaande vrijdag geen geld op mijn rekening staan dan ga ik kampanje voeren tegen de Koning der Nazis en zijn familie. Tenslotte is mevrouw [slachtoffer] , van de satanische sekte De bende van Hoogeveen, de provinciale vertegenwoordiger van het Koningshuis “ en/of
“Als jullie geen vrede willen maar mij liever uit willen hongeren dan zullen jullie daarvan de konsekwenties moeten dragen. Het is jullie keuze om oorlog te voeren, niet de mijne” en/of “vanaf morgen heb ik geen onderdak meer. Ik zou maar betalen als ik jullie was” en/of
- ( (op 12 oktober 2024) [slachtoffer] en/of [slachtoffer] , beiden raadslid van de gemeente Westerveld een bericht stuurt met daarin de volgende eisen:
onmiddellijke opvang in een Hotel in de gemeente Westerveld op staatskosten en/of
een uitkering met terugwerkende kracht van de gemeente Westerveld en/of
op korte termijn een woning binnen de gemeente Westerveld en/of
onmiddellijke betaling door het Zorg -en Veiligheidshuis van ingediende declaraties en/of
van de gemeente Hoogeveen betaling van de uitkering met terugwerkende kracht over de afgelopen 4 jaren en schadevergoeding van 10 miljoen euro belastingvrij,
In ieder geval (telkens) genoemde ambtsdrager(s) en/of personen en/of medewerkers van genoemde gemeenten en/of overheidsinstanties (telkens) heeft gedwongen tot het volvoeren van een ambtsverrichting of het nalaten van een rechtmatige ambtsverrichting, te weten over te gaan tot uitbetaling van een bijstandsuitkering en/of tot het betalen van een schadevergoeding en/of een zwerversuitkering, althans (telkens) te vragen om over te gaan tot een geldelijke uitkering aan hem verdachte en/of het geven van woonruimte en/of plaatsing in een hotel, in ieder geval genoemde personen en/of instanties (telkens) te dwingen over te gaan tot betaling van een uitkering van geld aan verdachte en/of het geven van een woonaccommodatie en/of slaapplek, terwijl de uitvoering van genoemde feiten niet is voltooid;
4
hij in de periode gelegen van 16 augustus 2024 tot en met 21 augustus 2024 te Hoogeveen, althans in Nederland, [slachtoffer] en/of [slachtoffer] en/of [slachtoffer] en/of [slachtoffer] , althans meerdere medewerkers en/of ambtenaren en/of ex-medewerkers van de gemeente Hoogeveen heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door een e-mailbericht te sturen aan [slachtoffer] met (onder meer) de volgende tekst "Oud-burgemeester [slachtoffer] , gemeentesecretaris [slachtoffer] , AIVD-agent [slachtoffer] en oud Hoofd Sociale zaken [slachtoffer] worden gedood bij een bomexplosie. Ze vinden elkaar terug in een dikke mist",
althans tekst van gelijke dreigende aard en/of strekking.
18/143539-24
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij, in of omstreeks de periode van 14 december 2023 tot en met 17 april 2024 te Hoogeveen en/of Staphorst, althans in Nederland, [slachtoffer] en/of [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer] en/of [slachtoffer] schriftelijk en/of in een video dreigend de woorden toe te voegen:
  • in de brief van 14 december 2023: "Een geweten had jij niet, ' T is daarom dat ik op je schiet, Een paraplu houdt mij niet tegen, Je krijgt van mij de kogelregen, De eerste komt uit mijn geweer Omdat je me niet respecteer, Geen uitkering 3 jaar lang, Daarom klink het nog eens BANG!, Al mijn aandelen verdwenen, Daarvoor schiet ik je in je benen, Nu kunnen ze je lijk gaan zoeken, Als gevolg van je verdiende straf, Lig je nu te stinken in je graf" en/of
  • in de e-mail van 17 april 2024: "Oorlogen eindigen niet vanzelf, repressie werkt niet en de enige werkelijke manier om je veilig te voelen is de problemen op te lossen die je zelf hebt veroorzaakt. Of niet, [slachtoffer] ?" en/of
  • in een video op 17 april 2024 waarop te zien is dat meerdere mensen doodgeschoten worden, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 24 april 2024 tot en met 26 april 2024 te Assen, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een ander, te weten [slachtoffer] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander en/of derden, te weten die [slachtoffer] wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten het verschaffen van een woning/onderdak en/of een uitkering, door intimiderende en/of dwingende uitlatingen te doen door de dreigende woorden toe te voegen:
"Ik wil geen nieuwe dreigementen uiten maar mijn geduld is al heel lang op en de consequenties van het niet ingaan op de eis om binnen een week een woning en een uitkering te regelen zijn geheel voor jullie rekening en jullie kunnen niet weten of ik het deze keer bij woorden laat of niet. Ga voor de zekerheid maar uit van niet. Ik wil dit conflict op vreedzame wijze oplossen maar de keus is aan jullie",
althans woorden van gelijke dreigende/intimiderende aard of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

De voorvragen

De geldigheid van de dagvaarding 18/192191-23 onder 1Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de dagvaarding partieel nietig dient te worden verklaard, omdat de zinssnede en/of een of meer medewerkers van de gemeente Hoogeveen en De Wolden te onbepaald is.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geen standpunt ingenomen.
Oordeel van de rechtbank
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat het door de algemene aanduiding van medewerkers die zouden zijn belaagd voor verdachte in zoverre onduidelijk is waartegen hij zich moet verdedigen, waardoor de tenlastelegging op dit onderdeel niet voldoet aan de vereisten uit artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De rechtbank verklaart ten aanzien van de in de tenlastelegging voorkomende zinssnede en/of een of meer medewerkers van de gemeente Hoogeveen en De Wolden de dagvaarding dan ook partieel nietig.
Inzake de dagvaarding met parketnummer 18/327654-24 onder 1 komt de rechtbank ook tot het oordeel dat de dagvaarding partieel nietig is voor wat betreft de zinsnede en/of andere medewerkers van de gemeente Hoogeveen. Dit omdat ook daarvoor geldt dat de algemene aanduiding van medewerkers die zouden zijn belaagd te onbepaald is, waardoor de tenlastelegging ook hier niet voldoet aan de eisen die artikel 261 Sv daar aan stelt.
18/327654-24 onder 3
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de dagvaarding partieel nietig dient te worden verklaard voor zover het gaat om de tekst na het laatste gedachtestreepje. Het is te onbepaald wie wat moet, of er sprake is van een ambtshandeling, of de geadresseerden wisten van het bestaan van alle berichten en wat het gevolg bij de genoemde personen was.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geen standpunt ingenomen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat in de door de raadsman aangehaalde passage telkens wordt terugverwezen naar de daarvoor afzonderlijke in de tenlastelegging opgenomen gedachtestreepjes met daarin verschillende vermeende adressanten en verschillende vermeende titels voor de uitkering van een geldsom. Dat het gaat om een pluraliteit aan personen en titels voor betaling is inherent aan de hoeveelheid afzonderlijke pogingen tot ambtsdwang waarvan het Openbaar Ministerie verdachte verdenkt en de telkens verschillende inhoud van die e-mails. Naar het oordeel van de rechtbank voldoet de dagvaarding aan de eisen die de wet daarvoor stelt.
De overige dagvaardingen zijn geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie 18/192191-23 onder 1
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk dient te worden vanwege het ontbreken van een ingediende persoonlijke klacht die voldoende concreet is.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geen standpunt ingenomen.
Oordeel van de rechtbank
Blijkens artikel 285b, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht (Sr) vindt de vervolging van de verdachte ter zake van belaging alleen plaats op een tegen hem gerichte klacht van degene tegen wie het misdrijf is gepleegd.
Bij de beoordeling van de ontvankelijkheidsvraag bij klachtdelicten moet worden nagegaan of er sprake is van een op de voorgeschreven wijze ingediende klacht. Volgens artikel 164, eerste lid Sv bestaat een klacht uit een aangifte met een verzoek tot vervolging. Over de precieze wijze zwijgt de wet, maar de klager zal moeten doen blijken dat hij bepaaldelijk een strafrechtelijke vervolging wil.
De rechtbank stelt in de onderhavige zaak het volgende vast. Door [slachtoffer] is op 1 augustus 2023 ter zake van belaging in de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 juli 2023 aangifte tegen verdachte gedaan. In deze aangifte wordt melding gemaakt van belaging door de verdachte ten aanzien van onder andere burgemeester [slachtoffer] . In de aangifte staat vermeld:
Agressie tegen medewerkers is onderdeel van mijn werk, derhalve ben ik betrokken bij deze casus. Ik ben gerechtigd om vanuit deze hoedanigheid aangifte te doen van stalking / belaging.
Naar het oordeel van de rechtbank valt in deze aangifte te lezen dat de aangever bevoegd was om onder andere namens [slachtoffer] (burgemeester) aangifte te doen.
Door [slachtoffer] is daarnaast op 6 augustus 2023 een klacht ingediend ter zake stalking, gepleegd tussen zaterdag 1 januari 2022 en maandag 31 juli 2023. Daarbij wordt door hem uitdrukkelijk verzocht om tot vervolging van de mogelijke dader(s) over te gaan.
Het voorgaande leidt ertoe dat het verweer van de raadsman niet slaagt en het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in de vervolging van de verdachte ter zake van de onder 1 ten laste gelegde belaging.
18/226579-22 onder 2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard gelet op het ontbreken van een algemeen belang dat is gediend bij vervolging. Er is geen aangifte gedaan en verdachte heeft zijn excuses aan verbalisant [slachtoffer] aangeboden. Daarnaast heeft de raadsman het voorwaardelijk verzoek gedaan [slachtoffer] nader te horen in het kader van de toetsing van de ontvankelijkheid en in het kader van de eventuele afdoening van de zaak.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat er wel degelijk een belang bij vervolging bestaat en dat dit voorts een beoordeling betreft die aan het Openbaar Ministerie toekomt. Voor de beoordeling van de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie is het niet noodzakelijk dat [slachtoffer] nader wordt gehoord.
Oordeel van de rechtbank
De officier van justitie heeft een grote mate van vrijheid bij de beslissing of, en zo ja, voor welke feiten zij de verdachte zal vervolgen. Daarbij is het in het onderhavige geval voor de ontvankelijkheidsvraag niet relevant of aangifte van belediging is gedaan en of naderhand excuses zijn aangeboden. De officier van justitie heeft zich naar het oordeel van de rechtbank in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat met voortzetting van de vervolging sprake is van enig door strafrechtelijke handhaving beschermd belang dat daarmee gediend kan zijn. Dit brengt mee dat Openbaar Ministerie ontvankelijk is in de vervolging.
De rechtbank wijst het voorwaardelijk verzoek tot het nader horen van [slachtoffer] af, omdat een nadere verklaring van [slachtoffer] geen invloed kan hebben op de ontvankelijkheidsvraag. Voorts ontgaat het de rechtbank waarom het voor de weging van de afdoening van de zaak noodzakelijk zou zijn dat [slachtoffer] nader wordt gehoord, nu de rechtbank reeds bekend is met de door verdachte aangeboden excuses.
18/327654-24 onder 1
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard omdat de mondelinge klacht van aangever [slachtoffer] betrekking heeft op belediging en niet op de ten laste gelegde belaging.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geen standpunt ingenomen.
Oordeel van de rechtbank
Uit jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat als een klacht een strafrechtelijke kwalificatie inhoudt, voor feiten met een andere kwalificatie kan worden vervolgd zolang die feiten kunnen worden begrepen in de in de klacht gegeven materiële omschrijving van hetgeen heeft plaatsgevonden. In het onderhavige geval is in de klacht weliswaar de kwalificatie belediging opgenomen, maar in de zich onder de stukken van het geding bevindende aangifte, waarnaar in de klacht wordt verwezen, zijn tevens feitelijkheden opgenomen die onder feit 1 zijn ten laste gelegd. Daaruit kan worden afgeleid dat de klacht en daarmee de wens tot vervolging (mede) betrekking hebben op een vervolging ter zake van belaging. Het Openbaar Ministerie is daarom ontvankelijk in de vervolging.
18/143539-24 onder 1
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard omdat er sprake is van een onherstelbaar vormverzuim in de zin van artikel 359a Sv. Dit omdat in strijd met de Ambtsinstructie na de aanhouding van verdachte ten behoeve van het vervoer handboeien en een blinddoek zijn aangelegd. Niet is gebleken van enige omstandigheid die zou duiden op vlucht of noodzaak hiertoe in verband met de veiligheid. Ook is de noodzaak van de inzet van een Aanhoudings- en Ondersteuningsteam (AOT) nauwelijks gemotiveerd.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft betoogd dat geen sprake is van schending van voorschriften. Als iemand moet worden aangehouden wordt een veiligheidsinschatting gemaakt en verdachte werd er in een eerder stadium van verdacht de politie te hebben bedreigd met een steekwapen. Indien wel voorschriften zouden zijn geschonden is er geen sprake van een onherstelbaar vormverzuim en kan hooguit worden volstaan
met de vaststelling van het vormverzuim.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat er gerechtvaardigde redenen kunnen zijn voor de inzet van een AOT en het aanleggen van transportboeien en een blinddoek, zoals bij de aanhouding van verdachte is gedaan, maar dat uit het dossier niet blijkt waarom in dit geval deze noodzaak bestond. Uit het dossier blijkt niet of er vluchtgevaar dan wel gevaar voor de veiligheid zoals bedoeld in artikel 22 van de Ambtsinstructie bestond. Het is niet voorgeschreven dat die redenen ook in een proces-verbaal van bevindingen moeten worden vermeld. Indien, zoals in de onderhavige zaak, door de verdediging een beroep is gedaan op het onrechtmatig aanleggen van de handboeien en blinddoek, moet de rechtbank echter op zijn minst genomen marginaal toetsen of het voorschrift in artikel 22 van de Ambtsinstructie juist is toegepast. Uit de omstandigheden, zoals die uit het dossier naar voren komen, blijkt niet waarom de verbalisanten het nodig vonden de verdachte te boeien en te blinddoeken, zodat het er voor moet worden gehouden dat er in deze zaak geen feiten en omstandigheden waren die het gebruik van handboeien en een blinddoek redelijkerwijs vereisten. Ook de officier van justitie heeft ter terechtzitting niet voldoende toegelicht wat de reden hiervoor was.
De rechtbank is van oordeel dat dit een vormverzuim als bedoeld in artikel 359a Sv oplevert. Niet- ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie in de vervolging komt als in artikel 359a Sv voorzien rechtsgevolg echter slechts in uitzonderlijke gevallen in aanmerking. Daarvoor is alleen plaats ingeval het vormverzuim daarin bestaat dat met de opsporing of vervolging belaste ambtenaren ernstig inbreuk hebben gemaakt op beginselen van een behoorlijke procesorde waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekortgedaan. Daar is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van, zodat het Openbaar Ministerie wel ontvankelijk is in de vervolging.
Of het door de rechtbank geconstateerde vormverzuim moet leiden tot strafvermindering, zoals door de raadsman subsidiair is bepleit, zal de rechtbank op een later moment ingaan.
Het Openbaar Ministerie is ten aanzien van de overige dagvaardingen eveneens ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor alle ten laste gelegde feiten.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van het onder parketnummer 18/192191-23 onder 4 ten laste gelegde gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank en heeft betoogd dat verdachte voor het overige dient te worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe samengevat weergegeven het volgende aangevoerd.
18/192191-23
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde ontbreekt in het dossier een schriftelijke machtiging waaruit blijkt dat [slachtoffer] bevoegd is namens [slachtoffer] en [slachtoffer] aangifte te doen. Daarnaast vonden in de ten laste gelegde periode gesprekken plaats tussen verdachte en de gemeente, zodat de wederrechtelijkheid ontbreekt. Verder ontbreekt de vereiste stelselmatigheid en tot slot is er geen sprake van een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer omdat [slachtoffer] en [slachtoffer] via collegas op de hoogte werden gebracht van de berichten en geen berichten zijn verzonden naar hun privéadressen.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde geldt dat de verklaringen van de drie verbalisanten onbetrouwbaar zijn, omdat zij op essentiële onderdelen van elkaar verschillen. Daarnaast kan uit de uiterlijke verschijningsvorm niet het voorwaardelijk opzet op bedreiging worden afgeleid.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde geldt dat het de uitlatingen ontbreekt aan een bedreigend karakter, aangezien de gemeente op de hoogte is van de problematiek van verdachte en verdachte nimmer tot uitvoering van feitelijk geweld is overgegaan.
18/303460-22
Verdachte beschrijft in zijn brief [slachtoffer] , maar noemt hem niet expliciet een vuile kankernazi of smerige kakkerlak. Wel zou er kunnen worden geoordeeld dat er een verband bestaat tussen [slachtoffer] en de naam Judas , maar dat is niet beledigend.
18/226579-22
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde geldt dat het pandverbod onrechtmatig is opgelegd gelet op de daarin opgenomen onbepaalde en zeer ruime verbodsbepaling. Los daarvan geldt dat de gemeentesecretaris niet door het college van B&W gemandateerd is een pandverbod op te leggen. Indien het pandverbod rechtsgeldig zou zijn uitgevaardigd, is sprake van de daarin genoemde exceptie: de uitvoering van een wettelijke recht.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde geldt dat het enkel brengen van een Hitlergroet onder omstandigheden voldoende kan zijn voor een veroordeling, mits kan worden vastgesteld dat sprake was van opzet op de belediging. Dat kan niet worden vastgesteld.
18/327654-24
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde ligt de frequentie te laag om de vereiste stelselmatigheid te kunnen aannemen. Er is voorts geen sprake van stelselmatigheid nu aangever niet privé wordt lastiggevallen, zelden de geadresseerde is en er geen gevolgen zijn voor zijn persoonlijke levenssfeer.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde dient vrijspraak te volgen nu [slachtoffer] vanuit zijn hoedanigheid niet (on)rechtmatig de vereiste ambtshandelingen kan uitvoeren.
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde geldt dat de genoemde ambtenaren niet zijn gehoord over de druk die is uitgeoefend en niet duidelijk is of zij (on)rechtmatig in staat zijn een ambtsverrichting te begaan.
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde geldt dat geen sprake is van een concrete bedreiging van de betreffende ambtenaren.
18/143539-24
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde geldt dat sprake is van een kunstuiting en de lat voor een strafbare bedreiging niet wordt gehaald.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde is geen sprake van strafbare dwang. Het gaat om één e- mail en van opbouwende psychische druk is geen sprake geweest.
Oordeel van de rechtbank
18/192191-23
Feit 1
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
​De door verdachte ter zitting van 4 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik heb geprobeerd het conflict op een normale manier op te lossen, maar omdat dat niet lukt probeer ik op deze manier druk op de gemeente uit te oefenen.
2. ​
​Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte (met bijlagen) d.d. 1 augustus 2023, opgenomen op pagina 192 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100- 2023202816 d.d. 2 augustus 2023, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
De toon in zijn e-mails was op zijn zachts gezegd niet vriendelijk. Hij richtte de e-mails met name naar het bestuurssecretariaat. Hij mailt naar dit adres, omdat dit zijn ingang is tot de Burgemeester. Hij sprak in zijn e-mails veel over Burgemeester [slachtoffer] . Omdat de e-mails dwingend, kwetsend, beledigend van aard waren hebben we als gemeente dhr. [verdachte] een verbod opgelegd om nog met ons te bellen en
e-mailen. De enige manier voor hem om met ons als gemeente in contact te komen, was via een brief. Op 19 mei 2022 is dit emailverbod ingegaan. Hij heeft dit verbod genegeerd. Wij hebben tot op de dag van vandaag niet gereageerd op deze e-mails die hij verzendt naar ons. In een aantal emails is hij dwingend en eist hij zaken van ons. Hij eist met name geld, een schadevergoeding, ontslag van medewerkers en een achterstallige uitkering.
We hebben vanuit de gemeente dit jaar drie keer met dhr. [verdachte] gesproken. Het eerste gesprek verliep goed. Het tweede gesprek verliep wat dwingender. Het derde gesprek was binnen 10 minuten klaar. Hij verliep scheldend de ruimte. Hij e-mailt inmiddels dagelijks berichten met beledigende, kwetsende berichten en hij probeert ons ook geregeld onder druk te zetten om zaken voor elkaar te krijgen. Doordat hij ook namen van mijn collega's noemt en hen in de emails ook toespreekt, maakt hij het ook persoonlijk. Zoals ik al heb aangegeven heb ik de emails aan u overhandigd. Dit zijn een paar honderd inmiddels.
3. ​
​Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (met bijlagen) d.d. 2 augustus 2023, opgenomen op pagina 127 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
() Vanuit de gemeente Hoogeveen/De Wolden en het Zorg en Veiligheidshuis Drenthe, heb ik diverse documenten ontvangen. Waaronder een tijdslijn vanaf het eerste contact moment met [verdachte] .
Hierin is duidelijk de frequentie te zien ten aanzien van het contact wat gezocht wordt vanuit [verdachte] . Tevens is er ook een bijlage waarin omschreven wordt wat het gedrag van [verdachte]
doet met de (medewerkers) de gemeente Hoogeveen/De Wolden van [verdachte] doet. Vanuit de gemeente Hoogeveen/De Wolden en het Zorg en Veiligheidshuis Drenthe, heb ik toestemming gekregen om deze documenten bij het dossier te voegen.
Hieronder een overzicht van de bijlagen: ()
Bijlage 2 bevat een tijdslijn van 7 juni 2011 tot en met 25 november 2022.
Bijlage 3 bevat een tijdslijn van 8 september 2022 tot en met 20 juli 2023. Bijlage 4 bevat de meegestuurde bijlages die horen bij de tijdslijn in bijlage 3. Bijlage 5 bevat diverse emails.
Bijlage 6 bevat een aanmaning schadevergoeding binnen gekomen op 5 juni 2023. ()
[Rechtbank: onder andere:]
(p. 257) Van: [verdachte] [mailadres] Verzonden: donderdag 15 september 2022
Aan: Ombudsman Hoogeveen; [mailadres] ; [slachtoffer] ; [mailadres] ; [mailadres]
[slachtoffer] : "Een Untermensch beledigt ons! Dit kan niet! Dit mag niet! Wat voor maatregelen zitten er nog in de gereedschapskist?"
[slachtoffer] : "Niets meer, mein Führer. [verdachte] krijgt geen uitkering van ons en heeft al het contact met ons verbroken."
[slachtoffer] : "Schrijf hem dan een brief dat voortaan alle beslissingen over hem collectief genomen zullen worden en dat hij zijn post moet richten niet meer aan [naam] maar aan 'de contactpersoon van de gemeente. Dat zal hem leren brutaal te zijn! En zo geschiedde. Zelf worden die nazi's natuurlijk ook gelijk behandeld. Net als iedereen parkeren ze hun electrische Jaguar voor het gemeentehuis. Net als iedereen verdient [slachtoffer] 102.000 euro per jaar.
(p. 360) Van: [verdachte] [mailadres] Verzonden: donderdag 2 maart 2023
Aan: [mailadres] ; [slachtoffer] ; [mailadres] ; Ombudsman Hoogeveen; Vrd Info; Zvhd Info
Mijn leven is verwoest en ik heb geen enkele hoop meer op een leefbare toekomst. Verantwoordelijk voor mijn ondergang houd ik burgemeester [slachtoffer] , gemeentesecretaris [slachtoffer] , hoofd Sociaal Domein [slachtoffer] , staatsagent [slachtoffer] , ambtenaar Sociaal Domein [naam] , de hele gemeenteraad, commissaris van de koning [slachtoffer] , het Zorg- en Veiligheidshuis Drenthe en het Veiligheidsoverleg over mijn persoon.
(p. 500) Van: [verdachte] [mailadres] Verzonden: dinsdag 25 juli 2023
Aan: [mailadres] Aan de nazi's,
Ik heb nauwelijks nog kwaliteit van leven en geen enkel uitzicht op een enigszins leefbare toekomst. Net zoals jullie mij ter dood hebben veroordeeld heb ik jullie ook ter dood veroordeeld. De doodvonnissen van [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] liggen hier klaar en ze zullen heel binnenkort worden bezorgd. Alleen al het feit dat [slachtoffer] en [slachtoffer] zichzelf en hun voltallige personeel van 1500 ambtenazi's blootstellen aan een oorlog omdat ze niet de hersens hebben om een conflict met een bijstandsgerechtigde op te lossen laat zien dat ze volledig ongeschikt zijn voor hun vak.
(p. 510) Van: [verdachte] [mailadres] Verzonden: vrijdag 28 juli 2023
Aan: [mailadres]
Ik ben bereid voor mijn zaak te sterven. En te moorden. Want [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer]
verdienen het leven niet nadat ze mij van alle levensgeluk beroofd hebben.
Bewijsoverweging
De rechtbank zal verdachte partieel vrijspreken voor zover bedoeld is belaging van [slachtoffer] ten laste te leggen, nu de tenlastelegging onvoldoende is toegespitst op die [slachtoffer] . De rechtbank zal daarom niet ingaan op verweren die betrekking hebben op de belaging van [slachtoffer] . Zoals de rechtbank in het voorgaande reeds heeft geoordeeld acht zij [slachtoffer] bevoegd om namens [slachtoffer] aangifte te doen.
De kern van de strafbepaling van artikel 285b Sr wordt gevormd door de stelselmatige inbreuk op iemands persoonlijke levenssfeer. Bij de beoordeling of sprake is van een stelselmatige inbreuk zijn van belang de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer. De stelselmatigheid moet van dien aard zijn dat zij de gedragingen een indringend karakter geeft en veronderstelt een herhaling van gedragingen. Waar zich de ondergrens van belaging laat trekken, valt niet in algemene bewoordingen te zeggen. Naast stelselmatig dienen de ten laste gelegde gedragingen ook wederrechtelijk te zijn. Het is tegen die achtergrond dat de beoordeling van de ten laste gelegde gedragingen van de verdachte dient plaats te vinden.
De rechtbank stelt op basis van het dossier vast dat verdachte sinds 2020 een conflict heeft met de Gemeente Hoogeveen. In de periode van 19 mei 2022 tot en met 31 juli 2023 heeft verdachte veelvuldig e-mails gestuurd aan onder andere het bestuurssecretariaat van de Gemeente Hoogeveen, waarin [slachtoffer] onderwerp van gesprek was. Ook heeft verdachte brieven gestuurd aan de gemeente, gericht aan [slachtoffer] . De teksten in deze e-mails en brieven kunnen als beledigend en grievend worden beschouwd. Enkele e-mails waren daarbij ook bedreigend van aard. Gelet op de aard, duur, frequentie en de intensiteit van de gedragingen van verdachte is de rechtbank van oordeel dat van de vereiste stelselmatigheid sprake is.
Ook is er naar het oordeel van de rechtbank sprake van inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer] . Dat [slachtoffer] niet op zijn privé-(email)adres door verdachte is benaderd maakt niet dat geen sprake kan zijn van een inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer. Onder persoonlijke levenssfeer dient niet alleen het privédomein van iemand te worden begrepen maar in zekere mate ook het domein van het werkzame leven. [slachtoffer] mag er aanspraak op maken dat hij tijdens zijn werkzaamheden niet telkens op impertinente wijze wordt benaderd door verdachte. Dat niet direct maar middellijk, via het bestuurssecretariaat, een inbreuk werd gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer] staat aan een bewezenverklaring niet in de weg. Dit omdat [slachtoffer] het beoogde doelwit van verdachte was, [slachtoffer] ervan op de hoogte is geraakt en verdachte steeds heeft benadrukt dat hij door zijn handelwijze druk wilde zetten. Dat [slachtoffer] op de hoogte is geraakt van de handelingen van verdachte volgt uit de verschillende aangiftes namens [slachtoffer] .
Verdachte heeft door het versturen van e-mails aan het bestuurssecretariaat, ook gelet op de inhoud daarvan, bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat [slachtoffer] van die e-mails op de hoogte zou worden gebracht. Daarnaast heeft verdachte ook brieven gestuurd die specifiek aan [slachtoffer] waren gericht. Dat in de ten laste gelegde periode sprake was van een mediationtraject laat onverlet dat in diezelfde periode tevens sprake kan zijn van belaging. Anders dan de raadsman, is de rechtbank ook van oordeel dat uit de gedragingen van verdachte volgt dat sprake was van een opzettelijke en wederrechtelijke inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer] . Verdachte wilde met zijn gedragingen immers invloed (druk) uitoefenen.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de belaging van [slachtoffer] .
Feit 2
De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
​Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 31 juli 2023, opgenomen op pagina 183 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2023202816 d.d. 2 augustus 2023, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
Op maandag 31 juli 2023 was ik verbalisant [slachtoffer] samen met collega [verbalisant] , belast met de noodhulp voor het gebied Hoogeveen en omstreken. Omstreeks 18:00 uur, werden wij door hulp officier van justitie [naam] verzocht om een aanhouding buiten heterdaad van bedreiging aan de [adres] voor de verdachte [verdachte] . Ik hoorde [verbalisant] zeggen dat de verdachte de voordeur niet open wilde doen. Ik hoorde collega [slachtoffer] zeggen tegen de verdachte dat hij de deur open moest dan of anders de deur eruit word geslagen. Ik hoorde de verdachte zeggen: "Als jullie binnen komen maak ik jullie dood. Jullie gaan dood als jullie binnen komen". Ik zag dat de verdachte een groot en lang voorwerp in zijn handen had en deze voor zijn bovenlichaam hield. Omstreeks 18:40 uur werd de deur open geslagen door collega [slachtoffer] . Ik zag dat de verdachte in de hal stond met een grote degen richting ons. Ik hoorde de verdachte zeggen: "Als jullie een stap naar binnen komen maak ik jullie dood". Ik riep tegen de verdachte dat hij het degen moest laten vallen of anders wordt de taser gebruikt. Ik zag dat de verdachte een stap dichterbij in mijn richting zette. Ik zag dat de verdachte met het degen in mijn richting wees.
2. ​
​Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 juli 2023, opgenomen op pagina 48 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [slachtoffer] :
Op 31 juli 2023 kwamen mijn collega's [verbalisant] , [verbalisant] en [slachtoffer] en ik aan op het adres [adres] te [plaats] . Ik hoorde dat hij zei dat hij niet ging open doen. Hierop zei ik door de brievenbus, dat we met geweld de voordeur er uit zouden halen. Ik zag dat hij zich hierop verwijderde. Ik hoorde vervolgens gestommel boven. Kort hierop zag ik dat de man weer achter de voordeur verscheen. Ik zag dat hij de vitrage opzij schoof. Ik zag dat hij mij een (soort van) kris, althans een klein zwaardje, althans een steekwapen, toonde. Ik hoorde dat de man zei: "als jullie binnenkomen, dan gebruik ik dit". Toen ik met de deur-bonk in de hand bij de voordeur was, waarschuwde ik de man nog één keer dat de deur er uit ging. Ik zag andermaal dat de man genoemd wapen aan mij toonde van achter de opzij geschoven vitrage. Toen er niet direct een reactie kwam waaruit bleek dat de man bezig was de voordeur voor ons te openen, bonkte ik met drie krachtige stoten de voordeur los. Ik deed een stap opzij en zag en hoorde het
volgende:
  • dat er een man in de gang stond met genoemde kris in zijn hand.
  • dat de man in onze richting keek.
3. ​
​Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 juli 2023, opgenomen op pagina 51 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [slachtoffer] :
Ik vertelde hem dat hij de deur open moest doen en anders wij de deur gingen forceren en geweld gingen gebruiken. Ik hoorde collega [verbalisant] zeggen dat verdachte op dat moment naar boven rende en daarna direct terug kwam. Ik zag dat verdachte een soort lang mes / zwaard voor zich hield. Ik hoorde verdachte zeggen dat hij ons dood maakte als we binnen zouden komen. Ik zag dat collega [slachtoffer]
de deur na drie keer 'bonken' open had. Ik zag dat de verdachte het mes / zwaard nog in de handen had en riep dat hij die moest laten vallen of ik ging mijn pepperspray gebruiken.
Bewijsoverweging
De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van de verbalisanten ten aanzien van het ten laste gelegde. Anders dan de raadsman heeft betoogd, komen de verklaringen over de gedragingen van verdachte op hoofdlijnen overeen. De rechtbank stelt op basis van de bewijsmiddelen vast dat verdachte een scherp voorwerp in zijn handen had dat hij richtte op de verbalisanten en dat verdachte dat scherpe voorwerp ook nadat de voordeur werd geforceerd heeft vastgehouden tot het moment waarop verdachte overmeesterd werd. Verdachte heeft, terwijl hij dat scherpe voorwerp vasthield, gezegd dat hij de verbalisanten zou doodmaken als zij zijn woning zouden betreden. Gelet op het naar de verbalisanten blijven wijzen met het scherpe voorwerp in combinatie met hetgeen verdachte daarbij heeft gezegd kon naar het oordeel van de rechtbank bij de verbalisanten de redelijke vrees ontstaan dat zij slachtoffer zouden worden van enig misdrijf tegen het leven gericht.
Feit 3
De rechtbank acht het onder 3 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
​De door verdachte ter zitting van 4 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:Het klopt dat de in de tenlastelegging opgenomen e-mails door mij zijn geschreven en verzonden.
2. ​
​Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte (met bijlagen) d.d. 28 juli 2023, opgenomen op pagina 30 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100- 2023202816 d.d. 2 augustus 2023, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
Op dinsdag 25 juli 2023 ontvingen wij wederom een email van de heer [verdachte] . Van: [verdachte] < [mailadres] >
Verzonden: dinsdag 25 juli 2023 Aan: [mailadres] >
Net zoals jullie mij ter dood hebben veroordeeld heb ik jullie ook ter dood veroordeeld. De doodvonnissen van [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] liggen hier klaar en ze zullen heel binnenkort worden bezorgd.
(p. 37) From: [verdachte] < [mailadres] > Sent: Friday, July 28, 2023
To: [mailadres] >
Hun beveiligingscamera's en ingehuurde SA-troepen van [bedrijf] zullen hen niet helpen volgende week. Ik laat me niet 12 jaar verkrachten door een bende hersenloze nazi's. En ik ga ook niet wachten tot God hen straft. Ik ben bereid voor mijn zaak te sterven. En te moorden. Want [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] verdienen het leven niet nadat ze mij van alle levensgeluk beroofd hebben.
Bewijsoverweging
Anders dan de raadsman heeft betoogd, is voor een veroordeling niet vereist dat komt vast te staan dat bij de bedreigden daadwerkelijk de vrees voor aantasting van de persoonlijke vrijheid is opgewekt. Voldoende is dat de bedreigingen van dien aard zijn en onder zodanige omstandigheden zijn geschied dat zij in het
algemeen geschikt zijn de vrees voor een inbreuk op de persoonlijke vrijheid teweeg te brengen. Gelet op de inhoud van de e-mails is daar naar het oordeel van de rechtbank onmiskenbaar sprake van.
Feit 4
De rechtbank acht het onder 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering.
Deze opgave luidt als volgt:
de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 4 februari 2025;
een schriftelijk bescheid, te weten een niet-ondertekend proces-verbaal van aangifte d.d. 11 augustus 2023, opgenomen op pagina 13 e.v. (digitaal) van aanvullend procesdossier 2, behorend bij het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2023202816 d.d. 2 augustus 2023, inhoudend de verklaring van [slachtoffer] ;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (met bijlage op pagina 31)
d.d. 2 februari 2024, opgenomen op pagina 14 e.v. van aanvullend procesdossier 5, behorend bij voornoemd dossier van Politie Noord-Nederland, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant] .
18/303460-22
De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
​De door verdachte ter zitting van 4 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Het klopt dat de in de tenlastelegging opgenomen passages afkomstig zijn uit een brief die door mij is geschreven. U, voorzitter, houdt mij voor dat in de brief onder meer staat Judas [slachtoffer] . Klopt. Judas betekent verrader en dat is hij ook. Ik had eigenlijk [naam] willen citeren. Hij beschrijft de laagste laag van de hel en die laag is genoemd naar Judas . De andere uitlatingen in de brief zijn inderdaad beledigend en zo heb ik ze ook bedoeld. U, jongste rechter, vraagt mij of het mijn bedoeling was om [slachtoffer] te beledigen met de passage Judas [slachtoffer] . Ik heb in mijn brief meervoudsvormen gebruikt, dus blijkbaar wilde ik meerdere mensen beledigen.
2. ​
​Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte (met bijlage) d.d. 16 november 2022, opgenomen op pagina 5 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100- 2022308576 d.d. 22 november 2022, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
() Ik hoorde hem zeggen dat hij een brief, welke geschreven was door de heer [verdachte] , en welke gericht was aan de gemeente Hoogeveen, had onderschept. () Op woensdag 19 oktober 2022 ontvingen wij op de postkamer van het gemeentehuis te Hoogeveen, [adres] . Ik zag dat de brief geschreven is op 13-10-2022 te [instelling] . Ik zag dat de brief de aanhef: "Vuile Kankernazi's" had. Verder las ik dat hij in deze brief schrijft: "Omdat jullie een stel hersenloze imbecielen zijn hebben jullie mij als een hond voor de deur laten staan. "Klopt en u zal worden opengedaan" zei Jezus, maar Judas [slachtoffer] heeft de Bijbel natuurlijk nooit gelezen. " Tevens lees ik in de brief: "jullie hebben voor oorlog gekozen. Ik niet.
Ongeacht of ik win of niet, jullie zullen altijd de verliezer zijn. Ik laat mijn leven niet door jullie verwoesten omdat jullie geen zin hebben gemaakte afspraken na te komen. Ik zou maar betalen, stelletje smerige kakkerlakken!".
Bewijsoverweging
Verdachte heeft zich in de kern van zijn brief expliciet gericht tot [slachtoffer] door te spreken over Judas [slachtoffer] . Hoewel de in de tenlastelegging opgenomen beledigende aanhef en afsluiting van de brief onbepaald zijn, kan uit het aanhalen van [slachtoffer] worden afgeleid dat die aanhef en afsluiting in ieder geval mede aan het adres van [slachtoffer] waren gericht. Ten aanzien van de door verdachte gebezigde woorden “vuile kankernazis” en “smerige kakkerlakken” is de rechtbank van oordeel dat deze beledigend moeten worden beschouwd. De rechtbank acht daarnaast het aanduiden van iemand als Judas , dus als verrader, een uitlating die als beledigend dient te worden beschouwd omdat zij, mede gelet op verdachtes verklaring ter terechtzitting, de strekking heeft [slachtoffer] aan te randen in zijn eer en goede naam.
18/226579-22
Feit 1 Bewijsoverweging
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hiertoe het volgende.
Het pandverbod zoals in deze zaak aan de orde is niet een besluit als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en kan dus niet ter toetsing aan de bestuursrechter worden voorgelegd. In zon geval volgt uit rechtspraak van de Hoge Raad dat de strafrechter mag toetsen of dit verbod rechtmatig is. Naar het oordeel van de rechtbank is dat niet het geval. Het aan verdachte opgelegde pandverbod is te ingrijpend en te onbepaald, omdat het betrekking heeft op alle gebouwen en alle terreinen van de gemeente Hoogeveen en het verbod is niet in duur beperkt. Omdat het pandverbod onrechtmatig is, kan niet worden bewezen dat verdachte op 7 september 2022 wederrechtelijk in het gemeentehuis aanwezig is geweest.
Feit 2
De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
​Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 september 2022, opgenomen op pagina 18 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100- 2022236312 d.d. 7 september 2022, inhoudend als relaas van verbalisant [slachtoffer] :
Op 7 september 2022 was ik samen met mijn collega [verbalisant] aan het gemeentehuis Hoogeveen, welke is gevestigd aan het [adres] . Ik, verbalisant toonde aan meneer [verdachte] vervolgens het formulier van het lokaalverbod wat in mei 2022 aan hem was uitgereikt. Meneer [verdachte] zei dat hij het pand niet ging verlaten. Hierop heb ik, verbalisant [slachtoffer] meneer Lusterburg medegedeeld dat hij was aangehouden te zake lokaalvredebreuk in verband met het niet voldoen aan bevel of vordering. Ik, verbalisant [slachtoffer] heb meneer [verdachte] medegedeeld dat hij met ons mee naar buiten moest lopen. Hierop zag ik dat meneer [verdachte] mij een Hitlergroet gaf. Ik, verbalisant hoorde dat meneer [verdachte] zei hier heb je de Hitlergroet, die krijg je er ook bij of woorden van gelijke strekking.
2. ​
​Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 7 september 2022, opgenomen op pagina 12 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [verdachte] :
V: U heeft de Hitlergroet uitgebracht naar onze collega en zei hierbij: "hier heb je de Hitlergroet, die krijg je er ook bij". Of woorden van gelijke strekking. Waarom deed u dat?
A: Na ja omdat ik het behoorlijk fascistisch vind dat mij de toegang ontzegd wordt om deel te nemen aan zo'n bijeenkomst. Als de politie er zich voor leent om een naziregime in stand te houden.
Bewijsoverweging
De rechtbank is van oordeel dat verdachte opzettelijk verbalisant [slachtoffer] heeft beledigd. Door naar [slachtoffer] een Hitlergroet te maken en daarbij te zeggen “die krijg je er ook bij” heeft verdachte voldoende duidelijk gemaakt dat hij [slachtoffer] als (sympathisant van de) nazi(s) beschouwt en daarmee het opzet gehad op de aanranding van [slachtoffer] eer of goede naam.
18/327654-24
Feit 1
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
​De door verdachte ter zitting van 4 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:Het klopt dat de in de tenlastelegging opgenomen e-mails door mij zijn geschreven en verzonden.
2. ​
​Een schriftelijk bescheid, te weten een niet-ondertekend proces-verbaal van aangifte (met bijlagen)
d.d. 15 oktober 2024, opgenomen op pagina 11 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2024281780 d.d. 28 oktober 2024, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
Sinds ik contactpersoon van de heer [verdachte] ben geworden krijg ik ook mailtjes van hem in mijn mailbox van de gemeenteraad Meppel. De laatste twee e-mails zijn weer naar mijn mailadres van de gemeenteraad Meppel gestuurd en ik heb gezien ook naar veel andere instanties.
3. ​
​Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (met bijlagen) d.d. 16 oktober 2024, opgenomen op pagina 17 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Dit proces-verbaal van bevindingen bevat een dossieropbouw van de emailberichten die [verdachte] verstuurd naar de burgemeester van Hoogeveen en medewerkers van de gemeente Hoogeveen.
In het proces-verbaal zal de datum waarop de mail verstuurd is worden opgenomen en het onderwerp van het emailbericht.
De emailberichten zullen als bijlage toegevoegd worden aan het PV. Overzicht verstuurde emailberichten:
(p. 22) Van: [verdachte] < [mailadres] Verzonden: dinsdag 7 mei 2024
Aan: LTP < [mailadres] >
Onderwerp: Opnieuw aanvraag zwerversuitkering
(p. 23) Van: [verdachte] < [mailadres] > Verstuurd: zaterdag, augustus 3, 2024
Aan: [mailadres] < [mailadres] >; LTP < [mailadres] >;
Onderwerp: Binnen een paar dagen ben ik dood (p. 24) From: [verdachte] < [mailadres] > Sent: Friday, August 16, 2024
To: [mailadres] < [mailadres] >; LTP [mailadres]
Subject: Complotdenker [verdachte] pleegt zelfmoord
(p. 27) Van: [verdachte] < [mailadres] > Verzonden: woensdag 21 augustus 2024 Aan: LTP [mailadres]
Onderwerp: De Hoogeveense politieke elite in het Hiernamaals
(p. 30) Van: [verdachte] [mailadres] Verzonden: LTP < [mailadres] >;
Onderwerp: Aankondiging verhaal overeen kabouter
(p. 31) Van: [verdachte] < [mailadres] > Verzonden: dinsdag 10 september 2024 Aan: LTP < [mailadres] >;
Onderwerp: Maak niet dezelfde fout [slachtoffer]
(p. 32) From: [verdachte] < [mailadres] > To: LTP < [mailadres] >; [mailadres]
< [mailadres] >
Subject: De kabouter met kleine pikkie die burgemeester van Hoogeveen werd
(p. 34) Van: [verdachte] < [mailadres] > Verzonden: dinsdag 17 september 2024 Aan: [mailadres] ; LTP < [mailadres] >;
Onderwerp: En? Hoe bevalt de oorlog? Speciale nazomeraanbieding!
(p. 35) Van: [verdachte] < [mailadres] > Verzonden: woensdag 18 september 2024 Aan: LTP < [mailadres] >; [mailadres] ;
Onderwerp: Waarom 1 miljoen euro niet veel is als schadevergoeding voor de verwoesting van mijn leven
(p. 37) From: [verdachte] < [mailadres] > Sent: Monday, September 23, 2024
To: LTP < [mailadres] >; [mailadres]
< [mailadres] >;
Subject: Daklozenopvang MENSONTEREND
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt op basis van het dossier vast dat verdachte over een periode van bijna zes maanden meerdere e-mails aan [slachtoffer] heeft verstuurd. Anders dan de raadsman heeft betoogd zijn deze e- mails telkens rechtstreeks gericht aan [slachtoffer] , zij het via het e-mailadres dat [slachtoffer] beheert namens Gemeente Hoogeveen als contactpersoon van verdachte, zij het via [slachtoffer] e-mailadres van de gemeenteraad in Meppel. Uit de bewijsmiddelen volgt dat het aantal berichten in de loop van de ten laste gelegde periode intensiveert. Gelet op de aard, duur, frequentie en de oplopende intensiteit van de gedragingen van verdachte is de rechtbank van oordeel dat van de vereiste stelselmatigheid sprake is. Dat [slachtoffer] niet op zijn privé-(email)adres door verdachte is benaderd maakt niet dat geen sprake kan zijn van een inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer. Zoals de rechtbank reeds heeft overwogen dient onder persoonlijke levenssfeer niet alleen het privédomein van iemand te worden begrepen maar in zekere mate ook het domein van het werkzame leven. Ook [slachtoffer] mag er aanspraak op maken dat hij tijdens zijn werkzaamheden niet telkens op impertinente wijze wordt benaderd door verdachte. De rechtbank zal verdachte partieel vrijspreken ten aanzien van de in de tenlastelegging opgenomen e-mail van 30 april 2024, nu dit niet een e-mail betreft die aan [slachtoffer] is verzonden.
Feit 2
De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
​De door verdachte ter zitting van 4 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Het klopt dat de in de tenlastelegging opgenomen e-mails door mij zijn geschreven en verzonden. Het doel van mijn e-mails was om tot een einde aan het conflict te komen en een schadevergoeding te ontvangen.
2. ​
​Een schriftelijk bescheid, te weten een niet-ondertekend proces-verbaal van aangifte (met bijlagen)
d.d. 15 oktober 2024, opgenomen op pagina 11 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2024281780 d.d. 28 oktober 2024, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
Sinds ik contactpersoon van de heer [verdachte] ben geworden krijg ik ook mailtjes van hem in mijn mailbox van de gemeenteraad Meppel. Daarnaast wil ook aangifte doen van ambtsdwang. In de emailberichten naar mij maar ook naar andere medewerkers van de gemeente Hoogeveen dreigt hij elke keer met zelfmoord als er geen geld overgemaakt wordt. Hierbij dwingt hij mij en andere medewerkers van de gemeente Hoogeveen, wetende vanuit wel functie wij werken, om geld over te maken. Hij geeft in zijn emailberichten daarbij ook aan dat wij verantwoordelijk zullen zijn voor zijn dood.
3. ​
​Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (met bijlagen) d.d. 16 oktober 2024, opgenomen op pagina 17 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Dit proces-verbaal van bevindingen bevat een dossieropbouw van de emailberichten die
[verdachte] verstuurd naar de burgemeester van Hoogeveen en medewerkers van de gemeente Hoogeveen.
()
Overzicht verstuurde emailberichten:
(p. 24) From: [verdachte] < [mailadres] > Sent: Friday, August 16, 2024
To: [mailadres] < [mailadres] >; LTP < [mailadres] >; Subject: Complotdenker [verdachte] pleegt zelfmoord
Afschuwelijk nieuws. Ja, het is nu eenmaal zo dat je volgens de regels gestraft wordt in dit land als je geen woning hebt. Je moet wel binnen de gemeente verblijven als je een uitkering wilt krijgen. Als je maar wat rondzwerft dan kan dat niet.
ALLERLAATSTE KANS OM EEN LEVEN TE REDDEN AANGEZIEN DE NAZI- OVERHEID HET NIET DOET:
Stort gul en onbeheerst op rekeningnummer [rekeningnummer] tnv [verdachte] .
Bewijsoverweging
Uit het dossier blijkt dat [slachtoffer] was aangewezen als contactpersoon van verdachte en daarmee als taak had de correspondentie van, over en aan verdachte te coördineren. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de functie van [slachtoffer] hem de gelegenheid gaf, al dan niet op onrechtmatige wijze, invloed uit te oefenen op de toekenning aan verdachte van een uitkering. Door [slachtoffer] een e-mail te sturen, daarin duidelijk te maken dat hij een uitkering wil krijgen en daarin zodanige psychische druk uit te oefenen, te weten dreiging met zelfdoding als niet wordt overgegaan tot een gulle betaling, heeft verdachte gepoogd [slachtoffer] ertoe te bewegen om (middellijk) over te gaan tot een betaling vanuit de gemeentekas.
Feit 3
De rechtbank acht het onder 3 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
​De door verdachte ter zitting van 4 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Het klopt dat de in de tenlastelegging opgenomen e-mails door mij zijn geschreven en verzonden. Het doel van mijn e-mails was om tot een einde aan het conflict te komen en een schadevergoeding te ontvangen.
2. ​
​Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (met bijlagen) d.d. 16 oktober 2024, opgenomen op pagina 17 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2024281780 d.d. 28 oktober 2024, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Dit proces-verbaal van bevindingen bevat een dossieropbouw van de emailberichten die [verdachte] verstuurd naar de burgemeester van Hoogeveen en medewerkers van de gemeente Hoogeveen.
Overzicht verstuurde emailberichten:
(p. 23) Van: [verdachte] < [mailadres] > Verstuurd: zaterdag, augustus 3, 2024. Aan: [mailadres]
Onderwerp: Binnen een paar dagen ben ik dood
Aan mijn moordenaars, Dit is jullie laatste kans om mijn leven te redden. Binnen een paar dagen leg ik mijn hoofd op de treinrails. Als jullie geen geld storten zullen jullie nog heel lang moeten leven met de verantwoordelijkheid voor mijn dood.
(p. 24) From: [verdachte] < [mailadres] > Sent: Friday, August 16, 2024
To: [mailadres] < [mailadres] >; LTP < [mailadres] >; Subject: Complotdenker [verdachte] pleegt zelfmoord
Afschuwelijk nieuws. Ja, het is nu eenmaal zo dat je volgens de regels gestraft wordt in dit land als je geen woning hebt. Je moet wel binnen de gemeente verblijven als je een uitkering wilt krijgen. Als je maar wat rondzwerft dan kan dat niet.
ALLERLAATSTE KANS OM EEN LEVEN TE REDDEN AANGEZIEN DE NAZI- OVERHEID HET NIET DOET:
Stort gul en onbeheerst op rekeningnummer [rekeningnummer] tnv [verdachte] .
(p. 34) Van: [verdachte] < [mailadres] > Verzonden: dinsdag 17 september 2024 Aan: [mailadres] >
En? Hoe bevalt de oorlog waar JULLIE voor gekozen hebben? Zijn de verhalen een beetje in de smaak gevallen? Ik doe jullie vanwege het mooie weer een speciale nazomeraanbieding. Ik ben bereid mijn eis tot schadevergoeding eenmalig te verlagen tot 1 miljoen euro
belastingvrij. Als dit bedrag UITERLIJK AANSTAANDE VRIJDAG op mijn rekening staat is de oorlog voorbij. Jullie kunnen je nog zo machtig wanen. voor mij telt slechts de overwinning of de dood.
(p. 35) Van: [verdachte] < [mailadres] > Verzonden: woensdag 18 september 2024 Aan: [mailadres] >
Dit is opnieuw een handreiking naar jullie toe om de oorlog te beëindigen. Het is echt niet veel, 1 miljoen euro. Ik zou het doen. Al is het alleen maar om niet levenslang door jullie geweten geplaagd te worden als ik voor de trein spring. Ik zie het bedrag graag uiterlijk vrijdag op mijn rekening verschijnen.
3. ​
​Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (met bijlagen) d.d. 16 oktober 2024, opgenomen op pagina 95 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Sinds mei 2024, bevindt [verdachte] zich regelmatig in de gemeente Westerveld. () Vervolgens zijn er e- mailberichten verstuurd () 26-09 () Deze mails staan in de bijlage.
(p. 102) From: [verdachte] < [mailadres] > To: [mailadres] >
Sent: Thursday, September 26, 2024
Subject: Tav [slachtoffer] : Ik leef nog. Ondanks jullie. Aan [slachtoffer] ,
Als ik dit overleef ga ik in Westerveld wonen en dan ga ik het de gemeente, inclusief al die mongolen die in de gemeenteraad zitten, nog heel heel moeilijk maken. Jaren en jaren lang. Dat is een belofte. Ik ga me ook kandidaat stellen voor de gemeenteraad en dan veeg ik de vloer met jullie aan. Je kunt de uitkering met terugwerkende kracht op mijn rekening storten. Met spoed. Want anders weerhoudt niets of niemand mij ervan om over een paar dagen alsnog voor de trein te springen.
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt vast dat in de tenlastelegging e-mails zijn opgenomen waar geen (bedreiging met) geweld of andere feitelijkheden vanuit gaan, zodat de rechtbank verdachte daarvan partieel zal vrijspreken. De rechtbank is van oordeel dat verdachte door het dreigen met zelfmoord als niet zou worden overgegaan tot betaling van een geldsom zich (telkens) schuldig heeft gemaakt aan poging tot ambtsdwang. Verdachte heeft zich hierbij gewend tot het bestuurssecretariaat van de gemeente Hoogeveen en een ambtenaar van de gemeente Westerveld, wetende dat zijn e-mails daarmee terecht zouden komen bij personen binnen beide gemeenten die feitelijk zouden kunnen overgaan tot betaling van de door verdachte gewenste betalingen.
Feit 4
De rechtbank acht het onder 4 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
​De door verdachte ter zitting van 4 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:Het klopt dat de in de tenlastelegging opgenomen e-mail door mij is geschreven en verzonden.
2. ​
​Een schriftelijk bescheid, te weten een niet-ondertekend proces-verbaal van aangifte (met bijlagen)

d.d. 15 oktober 2024, opgenomen op pagina 11 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2024281780 d.d. 28 oktober 2024, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :

Ik wil aangifte doen van bedreiging.
(p. 14) Van: [verdachte] < [mailadres] > Verzonden: woensdag 21 augustus 2024 Aan: [mailadres] >; LTP < [mailadres] >;
Oud-burgemeester [slachtoffer] , gemeentesecretaris [slachtoffer] , AIVD-agent [slachtoffer] en oud-Hoofd Sociale Zaken [slachtoffer] worden gedood bij een bomexplosie. Ze vinden elkaar terug in een dikke mist.
Bewijsoverweging
Anders dan de raadsman heeft betoogd, is de rechtbank van oordeel dat de uitlating van verdachte van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is gedaan dat bij [slachtoffer] , [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] de redelijke vrees kon ontstaan dat zij slachtoffer zouden worden van een misdrijf tegen het leven gericht. De rechtbank weegt hierin mee dat de wijze waarop voornoemde ambtenaren om het leven zullen komen zeer specifiek wordt benoemd en dat verdachte al eerder, op 25 en 28 juli 2023, gemeenteambtenaren met de dood heeft bedreigd, waaronder eveneens [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] . Ook indien de tekst als een verhaal zou moeten worden bezien, zoals de raadsman heeft
betoogd, biedt dat naar het oordeel van de rechtbank geen rechtvaardiging voor geuite doodsbedreigingen.
18/143539-24
Feit 1
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
​De door verdachte ter zitting van 4 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Het klopt dat de in de tenlastelegging opgenomen brief en e-mail met video door mij zijn geschreven en verzonden.
2. ​
​Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte (met bijlage) d.d. 10 januari 2024, opgenomen op pagina 27 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100- 2024106916 d.d. 13 juni 2024, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
Op donderdag 14 december 2023, liet een collega mij een brief lezen die gericht was aan mij. Ik zag boven aan de brief staan, opgedragen aan de Hoogeveense Gemeentesecretaris [slachtoffer] .
Ik zag dat na de aanhef in de brief, het woord kogelregen stond. Het leek alsof dit als onderwerp weggezet is, dit voel ik zo. Ik las vervolgens het volgende in de brief; Een geweten had jij niet 'T is daarom dat ik op je schiet Een paraplu houdt mij niet tegen Je krijgt van mij de kogelregen De eerste komt uit mijn geweer Omdat je me niet respecteer Geen uitkering 3 jaar lang Daarom klink het nog eens BANG! Al mijn aandelen verdwenen Daarvoor schiet ik je in je benen Nu kunnen ze je lijk gaan zoeken Als gevolg van je verdiende straf Lig je nu te stinken in je graf.
3. ​
​Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte namens [slachtoffer] (met bijlage) d.d. 24 april 2024, opgenomen op pagina 39 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
17 april 2024, kreeg ik een mail van [verdachte] onder ogen. Ik ben hier enorm van geschrokken. Allereerst vanwege de inhoud van de mail met woorden en boodschappen, die zwaar grensoverschrijdend en bedreigend zijn. Bovendien heeft [verdachte] een filmpje aan de mail toegevoegd waarin rechtstreeks de link wordt gelegd met iemand, mij, te willen vermoorden terwijl ik onderweg ben en dus het beeld oproepen dat ik nergens meer veilig zou zijn.
4. ​
​Een schriftelijk bescheid, te weten een niet-ondertekend proces-verbaal van bevindingen (met bijlage)

d.d. 23 april 2024, opgenomen op pagina 43 e.v. van voornoemd, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :

Ik heb het emailbericht bekeken en zag dat deze de volgende inhoud had: From: [verdachte] < [mailadres] >
To: [mailadres] >
Sent: Wednesday, April 17, 2024 at 06:05:39 PM GMT+2 Subject: Het verhaal van de dwaas die zich veilig voelde
De moraal van dit verhaal: oorlogen eindigen niet vanzelf, repressie werkt niet en de enige werkelijke manier om je veilig te voelen is de problemen op te lossen die je zelf hebt veroorzaakt. Of niet,
[slachtoffer] ?
5. ​
​Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 april 2024, opgenomen op pagina 47 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Op donderdag 25 april 2024, was ik, verbalisant [verbalisant] , belast met het uitkijken van camerabeelden. Het betrof een video die op de mail is toegestuurd vanaf de zender [verdachte] , verzonden vanaf het email-adres: [mailadres] .
0:16; Ik zie de eerdergenoemde man, die achter in een voertuig zat, nu vanaf een vooraanzicht. Ik zie dat hij naar voren en naar achteren beweegt. Ik zie vervolgens een shot, gefilmd vanaf de voorruit van een voertuig. Vanuit de ruit zie ik de vrouw met de kinderwagen, ik zie dat de vrouw zich voorover bukt in de kinderwagen, met haar rug naar het voertuig. Ik zie vervolgens dat de vrouw zich om draait, waarbij ze een lang zwart wapen in haar handen heeft. Ik zie dat de vrouw het wapen richt op het voertuig en begint te schieten. Ik hoor het geluid van schoten en glasgerinkel en zie dat het glas uit de ramen van het voertuig wordt geschoten. Ik zie dat de vrouw meerdere keren inschiet op de bestuurder van het voertuig. 0:27; Ik zie dat de vrouw vervolgens begint te schieten in de richting van het witgekleurde voertuig. Ik zie een man achter het geelgekleurde voertuig zitten en zie dat hij een vuurwapen in zijn hand heeft. Ik zie dat de man begint te schieten. Ik zie dat er vanuit de bestuurderskant van het geelgekleurde voertuig een andere man uitstapt met een wapen, ik zie dat de man begint te schieten, beide in de richting van het witte voertuig.
0:34: Ik zie wederom de vrouw met haar wapen schieten op het donkergekleurde voertuig en zie dat hierbij de bestuurder en bijrijder worden beschoten. Ik zie de vrouw vervolgens bukken, ter hoogte van het witgekleurde voertuig en zie dat zij haar wapen herlaadt. Ik zie en hoor dat er wordt geschoten.
0:42: Ik zie een man zitten op de achterbank van het witte voertuig. Ik zie de man, die vanuit de bestuurderskant van het gele voertuig kwam, met zijn wapen staan aan de zijkant van het witte voertuig en zie dat hij schiet in de richting van de man op de achterbank van het witte voertuig. Ik zie vervolgens hoe de man op de achterbank de deur van het voertuig opendoet en vervolgens op de grond valt. Ik zie en hoor dat er op hem wordt geschoten en dat hij meerdere keren wordt geraakt. Ik zie vervolgens voorste de deur van de bijrijderskant van het witgekleurde voertuig opengaat. Ik zie vanuit de deurpost een man met een vuurwapen en zie en hoor dat deze begint te schieten.
0:50; Ik zie wederom de vrouw met haar wapen schieten op het donkergekleurde voertuig en zie dat hierbij de bestuurder en bijrijder worden beschoten. Ik zie dat de man op de grond naast het witgekleurde voertuig wordt beschoten en zie de man vanaf achter het geelgekleurde voertuig schiet. Ik zie vervolgens hoe deze man zich verplaatst in de richting van het blauwe en witte voertuig, waar de vrouw en andere man bezig zijn met het beschieten van het voertuig. Ik zie dat hij over de voertuigen heen klimt en schiet op de man die naast het witte voertuig op de grond ligt. Ik zie dat de man op de grond bebloed ligt en meerdere keren wordt geraakt. Ik zie dat de man die op deze man inschiet zijn wapen leeg schiet op deze man en zie dat hij op een gegeven moment de trekker overhaalt, maar er geen munitie meer uit komt omdat deze leeg is.
Bewijsoverweging
De rechtbank is van oordeel dat de inhoud van de brief van 14 december 2023 moet worden gezien als een strafbare bedreiging. In de brief omschrijft verdachte expliciet op welke wijze [slachtoffer] om het leven zal worden gebracht en wat de reden daarvan is. Hierbij heeft verdachte het opzet gehad om [slachtoffer] vrees aan te jagen dat hij slachtoffer zou worden van een levensdelict. Dat sprake zou van een artistieke uiting, kan de rechtbank gelet op de vorm van die uiting en de context waarin zij is gedaan, niet volgen. Overigens biedt dat ook geen rechtvaardiging voor geuite bedreigingen. De rechtbank is van oordeel dat de inhoud van de e-mail van 17 april 2024, in samenhang met de video waarnaar in die e-mail wordt verwezen, eveneens een strafbare bedreiging oplevert. Hoewel de tekst van de e-mail op zichzelf niet bedreigend is, wordt de opmerking wel bedreigend van aard door de video die verdachte heeft meegestuurd. In de video waarmee [slachtoffer] wordt geconfronteerd is sprake van zeer expliciet
vuurwapengeweld door een beruchte Duitse terroristengroepering.
Feit 2
De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1.
​De door verdachte ter zitting van 4 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Het klopt dat de in de tenlastelegging opgenomen woorden door mij in een e-mail zijn geschreven en zijn verzonden.
2. ​
​Een schriftelijk bescheid, te weten een niet-ondertekend proces-verbaal van aangifte d.d. 28 april 2024, opgenomen op pagina 55 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100- 2024106916 d.d. 13 juni 2024, inhoudend als verklaring van [slachtoffer] :
Afgelopen week ontving ik de mail waarin dhr. [verdachte] met aanhef aan mij persoonlijk opnieuw forse eisen stelt en dit onder dwang, intimidatie en dreigementen van geweld doet. Door deze dreigementen probeert dhr. [verdachte] mij onder dwang te zetten door forse eisen te stellen.
3. ​
​Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (met bijlage) d.d. 27 april 2024, opgenomen op pagina 58 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant] :
Op woensdag 24 april 2024 om 11:13 uur is er door [mailadres] naar [mailadres] & [mailadres] met in cc naar [mailadres] & [mailadres] de volgende e-mail gestuurd.
[naam] , Ik wil geen nieuwe dreigementen uiten maar mijn geduld is al heel lang op en de consequenties van het niet ingaan op de eis om binnen een week een woning en een uitkering te regelen zijn geheel voor jullie rekening en jullie kunnen niet weten of ik het deze keer bij woorden laat of niet. Ga voor de zekerheid maar uit van niet. Ik wil dit conflict op vreedzame wijze oplossen maar de keus is aan jullie.
Bewijsoverweging
Anders dan de raadsman heeft betoogd is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een strafbare poging tot dwang. In zijn e-mail stelt aangever [slachtoffer] een korte deadline om een woning en uitkering te verschaffen en stelt hij dat als zij niet ingaat op zijn eis, de rekening voor jullie is. Verdachte benadrukt daarbij dat er voor de zekerheid maar niet van moet worden uitgegaan dat verdachte het dan bij woorden zal laten. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte hiermee een dreigende sfeer gecreëerd in een poging de inwilliging van zijn eisen af te dwingen. Dat er geen sprake is van meer dan één e-mail, doet daar niet aan af.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder parketnummers 18/192191-23, 18/303460-22, 18/226579-22 onder 2, 18/327654-24 en 18/143539-24 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
18/192191-23
1
hij, in de periode van 19 mei 2022 tot en met 31 juli 2023 in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door meermalen brieven en e-mails met een beledigende en/of bedreigende strekking te sturen aan voornoemde [slachtoffer] met het oogmerk die [slachtoffer] te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
2
hij, op 31 juli 2023 te [plaats] , gemeente Hoogeveen [slachtoffer] (aspirant bij de politie Eenheid Noord- Nederland), [slachtoffer] (brigadier bij de politie Eenheid Noord-Nederland) en [slachtoffer] (brigadier bij de politie Eenheid Noord-Nederland) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door voornoemde [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] een scherp voorwerp te tonen en (vervolgens) dat scherpe voorwerp te richten op voornoemde [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] en door dreigend de woorden toe te voegen "Als jullie binnen komen maak ik jullie dood. Jullie gaan dood als jullie binnenkomen" en "Als jullie een stap naar binnen komen maak ik jullie dood";
3
hij, in de periode van 25 juli 2023 tot en met 28 juli 2023 in Nederland, [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] schriftelijk dreigend de woorden toe te voegen:
  • in de e-mail van 25 juli 2023: "Net zoals jullie mij ter dood hebben veroordeeld heb ik jullie ook ter dood veroordeeld. De doodvonnissen van [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] liggen hier klaar en ze zullen heel binnenkort worden bezorgd." En
  • in de e-mail van 28 juli 2023: "Hun beveiligingscamera's en ingehuurde SA-troepen van [bedrijf] zullen hen niet helpen volgende week. Ik laat me niet 12 jaar verkrachten door een bende hersenloze nazi's. En ik ga ook niet wachten tot God hen straft. Ik ben bereid voor mijn zaak te sterven. En te moorden. Want [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] verdienen het leven niet nadat ze mij van alle levensgeluk beroofd hebben";
4
hij, in de periode van 24 april 2023 tot en met 25 november 2023 in Nederland opzettelijk meermalen een ambtenaar, te weten [slachtoffer] (commissaris van de Koning in Drenthe) gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening, in toegezonden en aangeboden geschrift en e-mail, heeft beledigd, door e-mails te sturen met de tekst:
  • In een e-mail van 24 april 2023 : "stop herbenoeming "hersenloze kneus achter een rollator" als commissaris van Drenthe", en/of "Herbenoeming van minkukels als [slachtoffer] en [slachtoffer] is dan ook een verkeerde beslissing"; en
  • In een e-mail van 3 juli 2023: "Dan kan ik woensdag ook even een babbeltje maken met de geachte commissaris van de Koning der Graaiers mevrouw [slachtoffer] . Je weet wel, die debiele spast achter de rollator. Die excuses maakt over het slavernijverleden maar de satanische beulen die mijn leven verwoest hebben de hand boven het hoofd houdt. Ik wacht geen 200 jaar [slachtoffer] "; en
  • In een brief van 25 november 2023: "Aan de fascistische kwal achter de rollater" en/of "Gefeliciteerd met je onterechte herbenoeming lelijke heks" en/of "Je bent een criminele geesteszieke nazihoer" en/of "Het voordeel van je herbenoeming is dat ik je weet te vinden als ik vrijkom. Ook jij zult de rest van je leven met een alarmknop rond moeten blijven lopen" en/of "Ik zou maar betalen gehandicapte grafkut".
18/303460-22
hij, in de periode van 13 oktober 2022 tot en met 19 oktober 2022 te Hoogeveen en Leeuwarden, opzettelijk een ambtenaar, te weten [slachtoffer] (ambtenaar van de gemeente Hoogeveen De Wolden), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in toegezonden geschrift, heeft beledigd, door een brief te sturen met de tekst 'vuile kankernazi's', 'omdat jullie een stel hersenloze imbecielen zijn', 'klopt en er zal worden opengedaan zei Jezus, maar Judas [slachtoffer] heeft de Bijbel natuurlijk nooit gelezen' en/of 'stelletje smerige kakkerlakken'.
18/226579-22
2
hij op 7 september 2022 te Hoogeveen opzettelijk een ambtenaar, te weten [slachtoffer] , brigadier van de regiopolitie Noord-Nederland, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, heeft beledigd, door naar die [slachtoffer] de Hitlergroet te maken.
18/327654-24
1
hij in de periode van 30 april 2024 tot en met 23 september 2024 in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door meermalen e-mails met een beledigende en/of bedreigende en/of intimiderende strekking te sturen aan voornoemde [slachtoffer]
(7 mei 2024) "opnieuw aanvraag zwerversuitkering"!" en (3 augustus 2024) "binnen een paar dagen ben ik dood" en
(16 augustus 2024) "complotdenker [verdachte] pleegt zelfmoord" en
(21 augustus 2024) "de Hoogeveense politieke elite in het Hiernamaals" en (6 september 2024) "aankondiging verhaal over een kabouter" en
(10 september 2024 "maak niet dezelfde fout [slachtoffer] " en
(14 september 2024) "de kabouter met kleine pikkie die burgemeester van Hoogeveen werd" en (17 september 2024) "en? Hoe bevalt de oorlog? Speciale nazomeraanbieding!" en
(18 september 2024) "waarom 1 miljoen euro niet veel is als schadevergoeding voor de verwoesting van mijn leven" en
(23 september 2024) " daklozenopvang MENSONTEREND"
met het oogmerk die [slachtoffer] te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
2
hij op 16 augustus 2024 te Hoogeveen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door bedreiging met enige andere feitelijkheid, door het sturen van een dwingende en dreigende e-mail aan ambtenaar, [slachtoffer] , coördinator ARBO en Interventie, heeft gedwongen tot het volvoeren van een ambtsverrichting, te weten het overmaken van een bijstandsuitkering aan verdachte, door een e- mailbericht te sturen en daarin te vragen om onmiddellijke betaling en daarbij te vermelden dat hij, verdachte, zelfmoord gaat plegen als niet wordt betaald, terwijl de uitvoering van genoemd feit niet is voltooid;
3
hij in de periode 30 april 2024 tot en met 12 oktober 2024 in Nederland meermalen, op verschillende tijdstippen, (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door bedreiging met enige andere feitelijkheid, telkens door het sturen van intimiderende en/of grievende en/of dwingende berichten en/of dreigende e-mails aan:
-(op 3 augustus 2024) (onder meer) het bestuurssecretariaat van de gemeente Hoogeveen met de tekst “aan mijn moordenaars, dit is jullie jullie laatste kans om mijn leven te reden” en/of “als jullie geen geld storten zullen jullie nog heel lang moeten leven met de verantwoordelijkheid voor mijn dood” en
-(op 16 augustus 2024) (onder meer) het bestuurssecretariaat van de gemeente Hoogeveen met (onder meer) de tekst “Allerlaatste kans om een leven te redden aangezien de nazi-overheid het niet doet, stort gul en onbeheerst op rekeningnummer [rekeningnummer] tnv [verdachte] “ en
- ( (op 17 september 2024) (onder meer) het bestuurssecretariaat van de gemeente Hoogeveen de tekst “ En hoe bevalt de oorlog waar JULLIE voor gekozen hebben. Zijn de verhalen een beetje in de smaak gevallen? Ik doe jullie vanwege het mooie weer een speciale nazomeraanbieding. Ik ben bereid mijn eis tot schadevergoeding eenmalig te verlagen tot 1 miljoen euro belastingvrij. Als dit bedrag uiterlijk vrijdag op
mijn rekening staat is de oorlog voorbij. Jullie kunnen je nog zo machtig wanenvoor mij telt slechts de overwinning of de dood” en
  • (op 18 september 2024) (onder meer) het bestuurssecretariaat van de gemeente Hoogeveen met de tekst “ Dit is opnieuw een handreiking naar jullie toe om de oorlog te beëindigen” en/of “het is echt niet veel 1 miljoen euro.ik zou het doen. Al is het alleen maar om niet levenslang door jullie geweten geplaagd te worden als ik voor de trein spring” en/of
  • (op 26 september 2024) (onder meer) (medewerkers van) de gemeente Westerveld, onder meer aan [slachtoffer] , ambtenaar openbare orde en Veiligheid bij de gemeente Westerveld (onder meer) met de tekst “als ik dit overleef ga ik in Westerveld wonen en dan ga ik de gemeente, inclusief al die mongolen die in de gemeenteraad zitten, nog heel moeilijk maken. Jaren en jaren lang. Dat is de belofte. Ik ga mij ook kandidaat stellen voor de gemeenteraad en dan veeg ik met jullie de vloer aan. Je kunt de uitkering met terugwerkende kracht op mijn rekening storten. Met Spoed want anders weerhoudt niets of niemand mij ervan om over een paar dagen alsnog voor de trein te springen”,
in ieder geval (telkens) genoemde ambtsdrager(s) en medewerkers van genoemde gemeenten (telkens) heeft gedwongen tot het volvoeren van een ambtsverrichting, te weten over te gaan tot uitbetaling van een bijstandsuitkering en tot het betalen van een schadevergoeding, althans te vragen om over te gaan tot een geldelijke vergoeding, terwijl de uitvoering van genoemde feiten niet is voltooid;
4
hij op 21 augustus 2024 in Nederland, [slachtoffer] , [slachtoffer] , [slachtoffer] en [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door een e-mailbericht te sturen aan [slachtoffer] met (onder meer) de volgende tekst "Oud-burgemeester [slachtoffer] , gemeentesecretaris [slachtoffer] , AIVD-agent [slachtoffer] en oud Hoofd Sociale zaken [slachtoffer] worden gedood bij een bomexplosie. Ze vinden elkaar terug in een dikke mist".
18/143539-24
1
hij, in de periode van 14 december 2023 tot en met 17 april 2024 te Nederland, [slachtoffer] en [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [slachtoffer] en [slachtoffer] schriftelijk en dreigend de woorden toe te voegen:
  • in de brief van 14 december 2023: "Een geweten had jij niet, ' T is daarom dat ik op je schiet, Een paraplu houdt mij niet tegen, Je krijgt van mij de kogelregen, De eerste komt uit mijn geweer Omdat je me niet respecteer, Geen uitkering 3 jaar lang, Daarom klink het nog eens BANG!, Al mijn aandelen verdwenen, Daarvoor schiet ik je in je benen, Nu kunnen ze je lijk gaan zoeken, Als gevolg van je verdiende straf, Lig je nu te stinken in je graf" en/of
  • in de e-mail van 17 april 2024: "Oorlogen eindigen niet vanzelf, repressie werkt niet en de enige werkelijke manier om je veilig te voelen is de problemen op te lossen die je zelf hebt veroorzaakt. Of niet, [slachtoffer] ?" en/of
  • in een video op 17 april 2024 waarop te zien is dat meerdere mensen doodgeschoten worden;
2
hij op 24 april 2024 in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een ander, te weten [slachtoffer] , door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander en/of derden, te weten die [slachtoffer] wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, te weten het verschaffen van een woning en een uitkering, door intimiderende en dwingende uitlatingen te doen door de dreigende woorden toe te voegen:
"Ik wil geen nieuwe dreigementen uiten maar mijn geduld is al heel lang op en de consequenties van het niet ingaan op de eis om binnen een week een woning en een uitkering te regelen zijn geheel voor jullie rekening en jullie kunnen niet weten of ik het deze keer bij woorden laat of niet. Ga voor de zekerheid maar uit van niet. Ik wil dit conflict op vreedzame wijze oplossen maar de keus is aan jullie", terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
18/192191-23
belaging
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, niet zijnde een lid van een algemeen vertegenwoordigend lichaam, meermalen gepleegd
Er is sprake van eendaadse samenloop ten aanzien van de feiten 1 en 3.
18/303460-22
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, niet zijnde een lid van een algemeen vertegenwoordigend lichaam
18/226579-22
2. eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, niet zijnde een lid van een algemeen vertegenwoordigend lichaam
18/327654-24
belaging
poging tot door bedreiging met een feitelijkheid een ambtenaar dwingen tot het volvoeren van een ambtsverrichting
poging tot door bedreiging met een feitelijkheid een ambtenaar dwingen tot het volvoeren van een ambtsverrichting, meermalen gepleegd
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd
Er is sprake van eendaadse samenloop ten aanzien van feiten 1 en 4 en feiten 2 en 3.
18/143539-24
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd
poging tot een ander door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid, gericht tegen die ander en derden, wederrechtelijk dwingen iets te doen

Heropening en schorsing van het onderzoek ter terechtzitting

De rechtbank overweegt als volgt.
De rechtbank heeft onder meer kennis genomen van de pro Justitia-rapportages, te weten het rapport van psycholoog A.G.M. Weenink d.d. 14 oktober 2024 en het rapport van psychiater F. Harmanny-Wiersma d.d. 1 januari 2025. Daarnaast heeft de rechtbank kennis genomen van het advies van Reclassering Nederland
d.d. 14 januari 2025.
De pro Justitia-rapportages
De psycholoog diagnosticeert bij verdachte een narcistische- en schizo-typische persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken en een paranoïde waanstoornis (querulantenwaan), waar volgens de psycholoog ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde sprake van was. Verdachte valt volgens de psycholoog te beschouwen als een rancuneuze stalker die overtuigd is dat hem onrecht is aangedaan en dat hij is vernederd. Het primaire motief is volgens de psycholoog wraak.
De psycholoog heeft geconcludeerd dat sprake is van een hoog recidiverisico en acht in principe een klinische behandeling aangewezen. De behandeling dient zich te richten op het verkrijgen van enige vorm van samenwerking met verdachte. Dit met als doel het verkrijgen van voldoende kwaliteit van leven voor hem in de toekomst, gebaseerd op een realistische grondslag. Mogelijk dat een langdurig klinisch verblijf (medicamenteus en/of via psychotherapie) enig perspectief biedt.
De psycholoog beschrijft dat er twee opties resteren. De eerste is geen behandeling, maar afstraffen. Feitelijk is dat wat er tot nog toe steeds is gebeurd en wat niet heeft geleid tot recidivevermindering, aldus de psycholoog. De tweede optie is behandeling in een tbs-kader.
De psycholoog verwacht op grond van de psychische stoornis van en de ervaringen met verdachte dat verdachte niet in staat is zich binnen een tbs met voorwaarden aan voorwaarden te houden, zodat de behandeling zal moeten plaatsvinden binnen het kader van de dwangverpleging en met oplegging van de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel.
Tegelijkertijd merkt de psycholoog op dat er weinig redenen zijn om al te positieve verwachtingen te hebben over de behandeling. Er is namelijk sprake van een groot gebrek aan ziektebesef en ziekte-inzicht en verdachte ziet geen noodzaak voor behandeling en is daartoe niet gemotiveerd. Voorts kenmerkt de persoonlijkheids- en psychiatrische problematiek van verdachte zich intrinsiek door het rigide karakter ervan en door de geringe ontvankelijkheid voor medicatie van de waanstoornis.
De psychiater diagnosticeert bij verdachte een narcistische persoonlijkheidsstoornis met schizo-typische en antisociale kenmerken. Klinisch psychiatrisch gezien lijkt er waarschijnlijk sprake te zijn van een autistische spectrumstoornis gecombineerd met een non verbale leerstoornis, waar volgens de psychiater ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde sprake van was.
De psychiater acht het recidiverisico erg groot.
Een interventie-advies is volgens de psychiater lastig te geven omdat verdachte geen ziekte-inzicht heeft. Verdachte vindt dat hij in zijn recht staat en dat anderen ongelijk hebben, aldus de psychiater. Mogelijk zou een gesprekstherapie kunnen helpen om zijn eigen denken, gevoelens en gedrag tegen het licht te houden, systematisch uit te pluizen en zodoende tot andere inzichten te komen. Ook andere vormen van psychotherapie zouden kunnen helpen. Daarvoor moet iemand wel enig vermogen hebben voor zelfreflectie en dit lijkt bij verdachte niet sterk ontwikkeld. Behandeling zal dan ook klinisch moeten
volgens de psychiater aangezien verdachte ambulant onmiddellijk weer zal vervallen in oud gedrag. Er is geen sprake van een waan in het kader van schizofrenie waarbij medicatie zou kunnen helpen. Vanwege het ontbreken van ziekte-inzicht bij verdachte is behandeling binnen het kader van een voorwaardelijk strafdeel of het kader van de maatregel van tbs met voorwaarden niet aangewezen. Verdachte zal niet mee willen werken. De problematiek bij verdachte lijkt evenmin geschikt voor een zorgmachtiging. Volgens de psychiater is een tbs met dwangverpleging dan aangewezen voor behandeling. De psychiater merkt op dat verdachte, zeker in eerste instantie, de hakken in het zand zal gaan zetten en niet zal meewerken aan behandeling. Het zou hem zelfs kunnen bekrachtigen in ideeën dat de overheid onbetrouwbaar is. Omdat behandeling moeilijk zal zijn acht de psychiater oplegging van alleen een gevangenisstraf met daarbij de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel eveneens een optie. Met de oplegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel zou het recidiverisico enigszins binnen de perken kunnen worden gehouden volgens de psychiater, maar uiteindelijk geen oplossing bieden. Alles overwegende lijkt een tbs met dwangverpleging volgens de psychiater het meest doelmatig.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege zal worden opgelegd voor de duur van maximaal vier jaren. Tot slot heeft de officier van justitie gevorderd dat aan verdachte de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht zal worden opgelegd.
Volgens de verdediging is dit niet het meest passende kader. De raadsman heeft indien de rechtbank overweegt de tbs-maatregel op te leggen het voorwaardelijke verzoek gedaan om psycholoog A.G.M. Weenink op te roepen voor een nadere terechtzitting teneinde haar te ondervragen over de door haar opgestelde pro Justitia-rapportage.
De officier van justitie ziet daartoe geen noodzaak.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank ziet op grond van het voorgaande aanleiding om de deskundigen psycholoog A.G.M. Weenink en psychiater F. Harmanny-Wiersma, ter terechtzitting te horen over de vraag of (een) en zo ja, welke straf en/of maatregel passend en geboden is.
De rechtbank overweegt hiertoe dat de psycholoog en psychiater oplegging van de maatregel van tbs met verpleging van overheidswege het meest aangewezen achten maar dat zij, gelet op de persoon van verdachte, de nodige kanttekeningen plaatsen bij de doelmatigheid van de maatregel en ook alternatieven lijken te schetsen, ook met de nodige kanttekeningen.
De rechtbank wijst in zoverre het voorwaardelijk verzoek van de raadsman toe, maar wenst zowel de psycholoog als de psychiater te horen.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
De rechtbank zal de oproeping van psychiater F. Harmanny-Wiersma en psycholoog A.G.M. Weenink bevelen voor een nadere terechtzitting, zodat zij ter terechtzitting kunnen worden ondervraagd over de
door hen uitgebrachte adviezen.

Beslissing

De rechtbank

- heropent het onderzoek ter terechtzitting dat op de zitting van 4 maart 2025 is gesloten;
- schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd, voor een termijn die langer is dan één maand, maar niet langer dan drie maanden, met de klemmende reden dat de agenda van de rechtbank hervatting niet eerder toelaat;
- beveelt de oproeping van de deskundigen psycholoog A.G.M. Weenink en psychiater F. Harmanny- Wiersma tegen de dag en het tijdstip van de nader te bepalen terechtzitting;
- beveelt de oproeping van verdachte tegen de dag en het tijdstip van de nader te bepalen terechtzitting, met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsman van verdachte;
- beveelt dat de benadeelde partijen de dag en het tijdstip van de nader te bepalen terechtzitting schriftelijk wordt medegedeeld.
Dit tussenvonnis is gewezen door mr. J. Faber, voorzitter, mr. S.T. Kooistra en mr. M.T.M. Hennevelt, rechters, bijgestaan door mr. R. de Boer , griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 maart 2025.
Mr. S.T. Kooistra is buiten staat dit tussenvonnis mede te ondertekenen.