Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
- een mes tegen de hals/nek van die [slachtoffer 1] gedrukt en/of daarbij gezegd dat voornoemde [slachtoffer 1] moest meewerken en/of
- tegen voornoemde [slachtoffer 1] gezegd dat hem iets aangedaan zou worden, indien hij er niet voor zou zorgen dat [slachtoffer 2] terug zou komen bij haar familie;
- onder valse voorwendselen die [slachtoffer 1] verzocht om in een auto stappen en/of op de schoot van die [slachtoffer 1] gezeten en/of
- met voornoemde [slachtoffer 1] naar een bos gereden en/of in voornoemd bos gestopt en/of
- een mes tegen de hals/nek van die [slachtoffer 1] gedrukt en/of daarbij gezegd dat voornoemde [slachtoffer 1] moest meewerken en/of ervoor moest zorgen dat [slachtoffer 2] terug zou komen bij de familie.
Beoordeling van het bewijs
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
- een mes tegen de hals van die [slachtoffer 1] gedrukt en daarbij gezegd dat voornoemde [slachtoffer 1] moest meewerken en
- tegen voornoemde [slachtoffer 1] gezegd dat hem iets aangedaan zou worden, indien hij er niet voor zou zorgen dat [slachtoffer 2] terug zou komen bij haar familie;
- onder valse voorwendselen die [slachtoffer 1] verzocht om in een auto stappen en op de schoot van die [slachtoffer 1] gezeten en
- met voornoemde [slachtoffer 1] naar een bos gereden en in voornoemd bos gestopt en
- een mes tegen de hals van die [slachtoffer 1] gedrukt en daarbij gezegd dat voornoemde [slachtoffer 1] moest meewerken en ervoor moest zorgen dat [slachtoffer 2] terug zou komen bij de familie.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Oplegging van straf en maatregel
Benadeelde partij
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
een gevangenisstraf voor de duur van 270 dagen.
een gedeelte, groot 195 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid, zoals bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, en beveelt dat de veroordeelde voor de duur van 5 jaren op geen enkele wijze -direct of indirect- contact zal opnemen, zoeken of hebben met:
- [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 1998, adres bekend bij het Openbaar Ministerie,
- [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2005, adres bekend bij het Openbaar Ministerie.
benadeelde partij [slachtoffer 1]toe tot het hierna te noemen bedrag en veroordeelt verdachte hoofdelijk, aldus dat als een mededader betaalt, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd, om aan [slachtoffer 1] te betalen:
- het bedrag van 1.500,00 (zegge: vijftienhonderd euro);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 november 2023 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
benadeelde partij [slachtoffer 1]aan de Staat te betalen een bedrag van 1.500,00 (zegge: vijftienhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 november 2023 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.