Uitspraak
RECHTBANK Noord-Nederland
1.STAAT DER NEDERLANDEN (MINSTERIE VAN JUSTITIE),
2.
[gedaagde],
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 26 februari 2025, waar de beslagene, mevrouw [gedaagde] , ondanks daartoe te zijn opgeroepen, niet is verschenen en waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van de Staat.
2.De feiten
“
- Het Rijksvastgoedbedrijf zal in opdracht van het CJIB een taxatierapport opmaken. […]
- Het CJIB dient stukken te ontvangen waaruit de financiering blijkt voor de koop door de zoon van de woning.
- […].”
voorzieningenrechter: € 139.573,83) om aan te tonen dat hij over voldoende middelen beschikt om de koopsom van € 125.000 te kunnen voldoen. Het CJIB laat op 29 november 2024 weten dat op basis van het toegestuurde bewijs het besluit van 18 juli 2024 niet wordt herzien: