ECLI:NL:RBNNE:2025:894

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
27 februari 2025
Publicatiedatum
11 maart 2025
Zaaknummer
11256964 BU VERZ 24-1853
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging feitcode bij verkeersboete wegens onjuiste toepassing van verkeersregels op rotonde

Op 27 februari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De zaak betreft een verkeersboete die aan de betrokkene was opgelegd voor het niet zoveel mogelijk rechts houden op een andere weg dan een autoweg of autosnelweg, met feitcode R303A. De gedraging vond plaats op 6 maart 2023 op de Jeltewei (N354) bij Hommerts. De betrokkene betwistte de gedraging en stelde dat hij niet op de linker weghelft reed en dat de verbalisant de verkeerde feitcode had gehanteerd. De kantonrechter, mr. J.Y.B. Jansen, heeft vastgesteld dat de verbalisant inderdaad de verkeerde feitcode had gebruikt, aangezien ter plaatse bord D1 (verplichte rijrichting bij rotonde) stond en niet bord D4 (verplichte rijrichting). Hierdoor had feitcode R574 (tegen de rijrichting inrijden op een rotonde) gebruikt moeten worden. De kantonrechter heeft de feitcode gewijzigd en het bijbehorende sanctiebedrag verlaagd naar € 119,00, inclusief administratiekosten. De kantonrechter oordeelde dat er geen reden was voor matiging van de boete, aangezien de betrokkene niet in zijn verdedigingsbelang werd geschaad door de wijziging. De uitspraak werd mondeling gedaan en het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie werd gedeeltelijk gegrond verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 256389076
zaaknummer: 11256964 BU VERZ 24-1853
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van
27 februari 2025 op het beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), ingediend door

[betrokkene] (de betrokkene),

wonende in [woonplaats].
Zitting hebben
als kantonrechter : mr. J.Y.B. Jansen
als griffier : D.W. Veenstra
Betrokkene is op de zitting verschenen. Als vertegenwoordiger van de officier van justitie is verschenen mr. P. Belopavlovic.
De verweten gedraging is R303A – ‘niet zoveel mogelijk rechts houden op een andere weg dan een autoweg of autosnelweg’, verricht op 6 maart 2023, om 16:55 uur, op de Jeltewei (N354) bij Hommerts, met een personenauto met kenteken [kenteken]. De opgelegde sanctie bedraagt € 289,00 (inclusief administratiekosten).
Betrokkene betwist de gedraging. Hij stelt dat hij niet op de linker weghelft reed, niet de rotonde aan de verkeerde kant van de bebording nam en ook niet met te hoge snelheid de rotonde overstak. Hij is rechtdoor gestoken, want er is geen belijning zoals die er wel is bij een rotonde verderop de weg. Bij het door hem genegeerde bord D1, hoort volgens hem een andere boete.
De kantonrechter sluit het onderzoek en doet onmiddellijk mondeling uitspraak. Hij overweegt daarbij als volgt.
De verbalisant heeft de verkeerde feitcode gehanteerd. Daarom wijzigt de kantonrechter de feitcode. De door de verbalisant gehanteerde feitcode klopt niet, omdat deze niet van toepassing is op de situatie. De verbalisant heeft feitcode R303A gehanteerd voor het niet zoveel mogelijk rechtshouden. Deze feitcode kan worden gehanteerd voor het niet aan de rechterkant passeren van een rotonde, als bord D1 niet ter plaatse staat. [1] De verbalisant heeft het in het zaakoverzicht over bord D4 (verplichte rijrichting), maar uit het dossier blijkt dat ter plaatse een bord D1 (verplichte rijrichting bij rotonde) staat. In dit geval had de verbalisant feitcode R574 (tegen de rijrichting inrijden op een rotonde (bord D1, verplichte rijrichting)) moeten gebruiken. Daarom wijzigt de kantonrechter de feitcode naar R574. Dit is mogelijk doordat het bijbehorende sanctiebedrag lager ligt dan dat van R303A, namelijk
€ 119,00 inclusief administratiekosten, en omdat betrokkene niet in zijn verdedigingsbelang wordt geschaad door de wijziging. Hij weet immers om welke situatie het gaat en het is geen gedraging van compleet andere aard.
De nieuwe gedraging kan worden vastgesteld op basis van de gegevens in het zaakoverzicht. De verbalisant heeft gezien dat betrokkene op de rotonde rechtdoor reed en niet de rijbaan volgde. Bij staandehouding heeft betrokkene verklaard dat hij dacht dat dit mocht en in beroep en op de zitting heeft betrokkene niet betwist dat hij rechtdoor is gereden. Dat betrokkene geen gevaar heeft veroorzaakt is niet relevant, het enkele negeren van de verplichte rijrichting is voldoende. Er bestaat geen aanleiding voor matiging van het lagere sanctiebedrag.
De kantonrechter:
  • verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gedeeltelijk gegrond;
  • wijzigt de beslissing van de officier van justitie en de inleidende beschikking zodat de feitcode en de omschrijving van de gedraging worden gewijzigd in "R574 – tegen de rijrichting in rijden op een rotonde op een rotonde ”, met als bijbehorend sanctiebedrag € 119,00 inclusief administratiekosten;
  • bepaalt dat het teveel betaalde aan zekerheidstelling aan betrokkene moet worden terugbetaald.
Waarvan proces-verbaal,
griffier, kantonrechter,

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Voetnoten

1.Hof Arnhem-Leeuwarden d.d. 16 juni 2017, ECLI:NL:GHARL:2017:5087.