Uitspraak
1.De procedure
10 februari 2025;
- de mondelinge behandeling van 12 februari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de spreekaantekeningen aan de zijde van Arckin.
2.De feiten
Er is NMD-samenwerking veel aan gelegen om de continuïteit te waarborgen en de beste oplossing te bereiken voor de cliënten en medewerkers van Chalcedoonzorgzorg. In onze ogen is de beste oplossing er één die vanuit de markt wordt geïnitieerd en waarbij alle cliënten in zorg én alle medewerkers in één keer overgaan naar een opvolgende organisatie. Als NMD-samenwerking zijn wij geen partij in dit proces maar volgen wij dit nauwgezet.
Na overleg met [naam 1] is overeengekomen dat voor alle cliënten die huishoudelijke ondersteuning ontvangen op basis van indicaties afgegeven door de samenwerkende gemeenten NMD, de combinatie cliënt en medewerker kan blijven bestaan. De betreffende medewerkers treden in dienst / krijgen het aanbod om bij Arckin in dienst te treden per 01 juli 2024. Arckin / Chalcedoon willen de betreffende medewerkers deze week (week 25) inlichten tijdens een bijeenkomst. We vinden het belangrijk om eerst de medewerkers op de hoogte te brengen.
Vanaf 1 juli 2024 neemt zorgaanbieder Arckin de huishoudelijke ondersteuning van Chacedoonzorg over. Dit betekent dat u per 1 juli huishoudelijk ondersteuning ontvangt van Arckin. (…)
Bij deze kan ik jullie verheugd mededelen dat per 1 juli 2024, collega Arckin uit Meppel de organisatie is die de huishoudelijke cliënten van Chalcedoonzorgzorg
Chalcedoonzorg > Arckin”, waarin zij de medewerkers huishoudelijke hulp van Chalcedoonzorg heeft toegevoegd en heeft welkom geheten in het team. Eén van de medewerkers heeft in de Whatsapp-groep gevraagd wanneer er een nieuw contract volgt. Hierop heeft Arckin als volgt gereageerd:
De afspraak luidt, dat alle medewerkers werkzaam in de HH ondersteuning met de cliënten meeverhuizen van Chalcedoonzorg naar Arckin. Hierop zijn 2 uitzonderingen gemaakt.
De loonstroken geven ook een bepaalde weerspiegeling van de contractuele
12 november 2024 betwist dat sprake is van overgang van onderneming.
3.Het geschil
combinatievan client en hulpverlener vanaf 1 juli 2024 kon worden voortgezet in de zin van artikel 6.2.5 Wmo. Als gevolg daarvan zijn 38 medewerkers huishoudelijke hulp van Chalcedoonzorg bij haar in dienst getreden.
4.De beoordeling
Europese Richtlijn 2001/23/EG inzake de onderlinge aanpassing van wetgevingen van lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen daarvan(hierna: de Richtlijn). De Richtlijn heeft ten doel werknemers bij verandering van een ondernemer te beschermen en in het bijzonder het behoud van hun rechten veilig te stellen. Van een overgang van onderneming is sprake als wordt voldaan aan de volgende drie voorwaarden uit artikel 7:662 BW:
Süzen)). Dit ‘georganiseerd geheel van personen en elementen’ wordt door het HvJ ook wel als ‘productiefactoren’ aangeduid. Een dergelijke eenheid moet voldoende gestructureerd en autonoom zijn, maar behoeft niet noodzakelijkerwijs materiële en immateriële activa van betekenis te omvatten. In sommige sectoren, zoals de schoonmaaksector, is er veelal slechts een minimum aan activa en zijn arbeidskrachten de voornaamste factor. Een georganiseerd geheel van werknemers die speciaal en duurzaam met een gemeenschappelijke taak zijn belast, kan derhalve, wanneer er geen andere productiefactoren zijn, als economische eenheid worden aangemerkt (HvJ 10 december 1998, ECLI:EU:C:1998:594 (
Hernández Vidal)).
Amatori)). Het enkele feit dat Chalcedoonzorg op
1 januari 2024 geen contract met de NMD-samenwerking meer had, doet op zichzelf aan voornoemde functionele autonomie niets af, nog los van het feit dat het Chalcedoonzorg, bij wijze van overgangsperiode, was toegestaan om de huishoudelijke hulp tot 1 juli 2024 voor de NMD-samenwerking te blijven verrichten.
Redmond)). Een overgang kan ook in twee fasen geschieden, bijvoorbeeld door beëindiging van een concessie, waarna de opdrachtgever de overeenkomst aan een andere partij gunt (HvJ 7 maart 1996, ECLI:NL:XX:1996:AB9707 (
Merckx/Ford) en vgl. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 9 februari 2016, ECLI:NL:GHARL:2016:906).
Spijkers)).
(HvJ 20 januari 2011, EU:C:2011:24).
wordtovergenomen, volgt wel dat het de bedoeling is geweest dat cliënten naar Arckin zouden overgaan en dat cliënten daarop zijn aangestuurd. Dit was bovendien ook de bedoeling van Arckin en Chalcedoonzorg zelf, zoals volgt uit de e-mail van Arckin van
17 juni 2024 (r.o. 2.5). In die e-mail schrijft Arckin dat zij met [naam 1] is overeengekomen dat voor alle cliënten de combinatie cliënt en medewerker kan blijven bestaan. Niet alleen de cliënten, maar ook de medewerkers van Chalcedoonzorg zijn daartoe bewogen. Zo was de informatieverstrekking vanuit Chalcedoonzorg daarop gericht, door medewerkers er bijvoorbeeld op te wijzen dat Arckin vanaf 1 juli 2024 hun cliënten zou overnemen en hun loon zou gaan betalen. Bij de informatiebijeenkomst die Chalcedoonzorg voor haar medewerkers heeft georganiseerd, was ook Arckin aanwezig en is door Arckin kenbaar gemaakt dat het haar voorkeur had dat de relatie tussen client en diens zorgverlener zou blijven bestaan. Het was ook Arckin die na 1 juli 2024 een Whatsapp-groep aanmaakte voor alle medewerkers om hen welkom te heten bij Arckin en waarin het standpunt werd ingenomen dat geen nieuwe arbeidsovereenkomsten hoefden te worden afgesloten. Kennelijk was Arckin dus zelf ook in de veronderstelling dat de medewerkers van Chalcedoonzorg rechtstreeks bij haar in dienst waren getreden. Kortom, het handelen van voornoemde drie partijen was erop gericht om de cliënten tezamen met de huishoudelijke hulp medewerkers mee te laten overgaan naar Arckin.
Kamerstukken II2013/14, 33841, nr. 167, p. 26). De vraag of sprake is van overgang van onderneming, dient te worden beantwoord aan de hand van de in artikel 7:662 genoemde criteria, waarbij artikel 2.6.5 Wmo geen rol speelt. Verder overweegt de kantonrechter dat uit jurisprudentie van het HvJ volgt dat zelfs in de situatie waarin wél sprake is van een verplichting tot overname van het personeel, dit niet aan een overgang van onderneming in de wegstaat, ook niet wanneer arbeidskrachten de voornaamste factor zijn bij de activiteit (HvJ 11 juli 2018, ECLI:EU:C:2018:559 (
Ángel Somoza Hermo)). Het beroep van Arckin op artikel 2.6.5 Wmo kan haar dan ook niet baten. Om diezelfde reden kan ook de verwijzing naar artikel 4.5 van de raamovereenkomst haar niet baten, nog los van het feit dat dat artikel slechts van toepassing is als de overeenkomst met Arckin zélf tussentijds wordt beëindigd en daarvan geen sprake is.
1 juli 2024 niet meer organisatorisch zou zijn verbonden met de onderneming van Chalcedoonzorgzorg, aangezien zij dat moment al anderhalf jaar ziek was. Arckin verwijst daarvoor naar het Memedovic/Asito-arrest (HR 11 februari 2005). De kantonrechter volgt dit niet. [eiseres] was op 1 juli 2024 in dienst bij Chalcedoonzorg en werkzaam in de functie van huishoudelijke hulp, ook al was zij op dat moment arbeidsongeschikt. Het is de kantonrechter niet gebleken dat [eiseres] zich in een situatie bevond zonder “enig vooruitzicht op terugkeer in haar functie”, zoals het geval was in de zaak Memedovic/Asito, waarin een werknemer was geschorst. [eiseres] moet dan ook worden beschouwd als werkzaam bij Chalcedoonzorg ten tijde van de overgang van onderneming, ook al was zij arbeidsongeschikt.
1 juli 2024 van rechtswege zijn overgegaan op Arckin. Dat betekent dat [eiseres] met ingang van 1 juli 2024 in dienst is getreden van Arckin. De arbeidsovereenkomst tussen [eiseres] en Arckin is niet geëindigd door de opzegging van de curator op 9 augustus 2024. Chalcedoonzorg was op dat moment geen werkgever meer van [eiseres] , zodat de curator van Chalcedoonzorg niet tot opzegging bevoegd was.
8 % vakantietoeslag, gevorderd over de maand juni 2024. Ter onderbouwing daarvan heeft zij haar loonstrook over de maand juni overgelegd (afkomstig van Chalcedoonzorg), waaruit volgt dat [eiseres] in de maand juni recht had op voornoemd bedrag. De door Arckin overgenomen rechten en plichten uit de arbeidsovereenkomst bevatten ook de betaling van het vóór de overgang van onderneming (1 juli 2024) onbetaald gelaten loon. [eiseres] stelt dat Chalcedoonzorg het loon over de maand juni 2024 niet heeft uitbetaald aan alle medewerkers huishoudelijke hulp, waaronder [eiseres] . De kantonrechter ziet geen reden om daaraan te twijfelen, aangezien dit ook uit de overgelegde Whatsapp-correspondentie volgt, evenals de brief van 12 januari 2024 van Arckin aan een oud-medewerker van Chalcedoonzorg (productie 18). De kantonrechter zal dit bedrag dan ook toewijzen. Ten overvloede overweegt de kantonrechter dat [eiseres] uiteraard geen recht heeft op voornoemd bedrag, op het moment dat zij dit reeds van Chalcedoonzorg heeft ontvangen, aangezien Arckin daar dan niet meer toe gehouden is.
1 juli 2024, alsmede de wettelijke rente daarover, zal de kantonrechter afwijzen. Nadat Arckin [eiseres] heeft aangemeld bij het pensioenfonds, is het aan het pensioenfonds om de daarvoor verschuldigde premies van Arckin te vorderen. Een dergelijke vordering kan niet worden toegewezen in de verhouding tussen [eiseres] en Arckin.
5.De beslissing
26 februari 2025.