ECLI:NL:RBNNE:2025:826

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
6 maart 2025
Publicatiedatum
6 maart 2025
Zaaknummer
18-060410-25
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrijgen, in bezit hebben, aanbieden en verspreiden van kinderpornografisch materiaal en handboek voor pedofilie

Op 6 maart 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het verwerven, in bezit hebben, aanbieden en verspreiden van bijna twee miljoen kinderpornografische afbeeldingen. De verdachte heeft ook een handboek voor pedofilie in bezit gehad en verspreid, waarin wordt beschreven hoe volwassenen veilig en zonder schade seks met kinderen kunnen hebben. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden en heeft daarnaast de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte gedurende een lange periode, van 16 september 2016 tot en met 20 februari 2024, actief betrokken was bij het verspreiden van kinderpornografisch materiaal en dat zij ook in bezit was van dierenporno. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, met name het feit dat een groot deel van de afbeeldingen betrekking had op zeer jonge kinderen, waaronder pasgeborenen. De verdachte heeft zich gedurende meer dan zeven jaar schuldig gemaakt aan deze ernstige misdrijven, waarbij zij ook een handboek heeft verspreid dat seksueel misbruik van kinderen bevorderde. De rechtbank heeft rekening gehouden met de psychische problematiek van de verdachte, waaronder een borderline-persoonlijkheidsstoornis, en heeft geoordeeld dat de feiten in verminderde mate aan haar kunnen worden toegerekend. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd om het recidiverisico te verminderen en om de verdachte de nodige behandeling te bieden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/060410-24
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 6 maart 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1984 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] ,
thans gedetineerd te [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 20 februari 2025. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. P.C. Schutte, advocaat te Winschoten. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. H. Mous.
Tenlastelegging
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode 16 september 2016 tot en met 20 februari 2024 te [plaatsnaam] / [plaatsnaam] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, een groot aantal (te weten 1.818.480 afbeeldingen) telkens afbeeldingen en/of - gegevensdragers, bevattende afbeeldingen te weten telefoons, laptops, harddisks en USB-sticks van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt was betrokken en/of schijnbaar was betrokken heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of
verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe heeft verschaft waarop te zien is dat:
die persoon oraal, vaginaal en/of anaal wordt gepenetreerd met een penis, vinger/hand, voorwerp en/of mond/tong en/of
een ander persoon vaginaal wordt gepenetreerd met een penis en/of vinger/hand door die persoon en/of het eigen lichaam vaginaal en/of anaal wordt gepenetreerd met een voorwerp, door die persoon (afbeeldingsnummer(s) 1,2,3,4,5,6, 17,18,19 en 20 in de toonmap)
en/of
het geslachtsdeel en/of de billen van die persoon met een penis, vinger/hand, voorwerp en/of mond/tong wordt/worden aangeraakt en/of
het geslachtsdeel van een ander kind/persoon met een vinger/hand en/of voorwerp wordt/worden aangeraakt door die persoon en/of
die persoon het eigen geslachtsdeel, de eigen billen en/of de eigen borsten met een vinger/hand aanraakt (afbeeldingsnummer(s) 7,8,21,22,23 en 24 in de toonmap)
en/of
die persoon oraal wordt gepenetreerd door een dier en/of
het geslachtsdeel, de billen en/of de borsten van die persoon wordt/worden gelikt en/of aangeraakt door een dier en/of
het geslachtsdeel van een dier in de mond wordt genomen, wordt gelikt en/of wordt aangeraakt door die persoon
(afbeeldingsnummer(s) 28,29, 13 en 14 in de toonmap) en/of
die persoon poserend of in een pose is afgebeeld, waarbij
  • die persoon geheel of gedeeltelijk naakt is en/of gekleed is en/of opgemaakt is en/of in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding op een wijze die niet bij zijn/haar leeftijd past en/of
  • door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die persoon en/of de uitsnede van de foto's/films nadrukkelijk het geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld worden gebracht
(afbeeldingsnummer(s) 9,10,25,26 en 27 in de toonmap) en/of
dat bij/op het gezicht en/of het lichaam van die persoon wordt gemasturbeerd en/of bij/op het gezicht en/of het lichaam van die persoon sperma wordt gespoten en/of
bij/naast het gezicht en/of het lichaam van die persoon een (stijve) penis wordt gehouden en/of waarbij op dat gezicht en/of lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is en/of bondage (touwen, tape, riemen, kettingen, gagballs) bij die persoon wordt gebruikt/toegepast (afbeeldingsnummer(s) 30, 31 en 32 in de toonmap)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
2
hij in of omstreeks de periode 1 juli 2023 tot en met 30 augustus 2023 te [plaatsnaam] / [plaatsnaam] , althans in Nederland
  • zich en/of een ander opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of heeft getracht te verschaffen, dan wel
  • zich opzettelijk kennis en/of vaardigheden heeft verworven en/of een ander heeft bijgebracht, tot het plegen van een misdrijf als omschreven
  • in de artikelen 244 en 245 van het Wetboek van Strafrecht, of
  • in de artikelen 242, 243, 246, 247 of 249 van het Wetboek van Strafrecht ten aanzien van een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
door het handboek/guide ' [naam] . Presented by [naam] ', te weten een pedofilie handboek voorhanden te hebben en/of te verspreiden waarin wordt beschreven hoe volwassenen veilig en zonder schade seks met kinderen kunnen hebben door middel van kinderpsychologie en pedagogie zonder het kind pijn te doen;
3
hij in of omstreeks de periode 16 september 2016 tot en met 20 februari 2024 te [plaatsnaam] / [plaatsnaam] , althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, één of meer afbeeldingen, te weten 288 afbeeldingen, van ontuchtige handelingen in bezit heeft gehad, waarbij een mens en een dier is/zijn betrokken, welke voornoemde ontuchtige handeling(en) zakelijk weergegeven - bestond(en) uit (onder meer):
  • het door een dier (te weten een hond) laten betasten/likken van de vagina van een volwassen vrouw
  • het door een dier (te weten een hond) vaginaal penetreren van een volwassen vrouw (afbeeldingsnummer(s) 15 en 16 in de toonmap).

Opmerking vooraf

Nu verdachte heeft aangegeven als vrouw door het leven te willen gaan en aan de rechtbank heeft aangegeven te willen worden aangesproken met “mevrouw”, zal de rechtbank in het vonnis telkens naar verdachte verwijzen als van het vrouwelijk geslacht.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de ten laste gelegde feiten.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van feit 2. Hij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte het boek niet volledig heeft gelezen en slechts als ruilmiddel gebruikte. Daarnaast staat niet vast dat verdachte het boek heeft verspreid. Verdachte verklaart weliswaar zelf van wel, maar hiervan is geen objectief bewijs terug te vinden in het dossier. Subsidiair - voor zover geen vrijspraak volgt - dient 23 augustus 2023 als einddatum te worden aangehouden, aangezien dit de datum is waarop de gegevensdragers met daarop het handboek in beslag zijn genomen. Ten aanzien van feit 1 bepleit de raadsman dat de bewezenverklaarde periode dient te worden beperkt van 10 januari 2017 tot 11 januari 2024 en dat er geen sprake is van openlijk tentoonstellen, invoer, doorvoer en uitvoer en van vervaardigen. Ten aanzien van feit 3 bepleit de raadsman primair dat enkel bewezen kan worden dat verdachte op 23 augustus 2023 de afbeeldingen voorhanden heeft gehad. Dit is de datum waarop de gegevensdragers in beslag zijn genomen. Subsidiair bepleit de raadsman de bewezenverklaarde periode te beperken tot 23 augustus 2023.
Oordeel van de rechtbank
Feiten 1 en 3
De rechtbank acht feiten 1 en 3 wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring. Nu verdachte deze feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 20 februari 2025;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal met bijlagen d.d. 13 mei 2024, opgenomen op pagina 257 e.v. van deel III van het dossier van Politie Noord- Nederland met nummer NNRBD23009 d.d. 21 mei 2024, inhoudend het relaas van verbalisant;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 februari 2024, opgenomen op pagina 349 e.v. van deel III van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant.
Overweging
Met betrekking tot het hiervoor weergegeven standpunt van de raadsman ten aanzien van de pleegperiode van feit 1 overweegt de rechtbank het volgende. Het Team ter bestrijding van Kinderpornografie en Kindersekstoerisme heeft op 5 januari 2023 een CyberTipline-rapport ontvangen waaruit blijkt dat verdachte op 16 september 2016 kinderpornografisch materiaal heeft gedownload en heeft verspreid.
Gelet hierop zal de rechtbank 16 september 2016 als startdatum van de pleegperiode aanhouden.
Feit 2
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 20 februari 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik heb het handboek [naam] in bezit gehad. Ik wist dat ik het had en wat er in stond. Ik heb het boek ook verspreid.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 februari 2024, opgenomen op pagina 240 e.v. van deel II van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NNRBD23009 d.d. 21 mei 2024, inhoudend als relaas van verbalisant:
De navolgende gegevensdragers zijn op 23 augustus 2023 in de woning van verdachte [verdachte] in beslag genomen:
Goednummer Omschrijving 1635100 HD
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 februari 2024, opgenomen op pagina 325 van deel III van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
In een gegevensdrager met beslagnummer 1635100 zag ik een document met de naam “ [naam] ”.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 februari 2024, opgenomen op pagina 326 e.v. van deel III van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Ik heb nader onderzoek gedaan naar het bestand met de naam “ [naam] ”. Op pagina 1 stond de titel [naam] , Presented by [naam] . Ik las dat het doel van de gids was om volwassen te leren hoe zij veilig en zonder schade seks met kinderen kunnen hebben door middel van kinderpsychologie en pedagogie zonder het kind pijn te doen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1
zij in de periode 16 september 2016 tot en met 11 januari 2024 te [plaatsnaam] / [plaatsnaam] , meermalen, een groot aantal te weten 1.818.480 afbeeldingen telkens afbeeldingen en/of - gegevensdragers, bevattende afbeeldingen te weten telefoons, laptops, harddisks en USB-sticks van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt was betrokken en/of schijnbaar was betrokken heeft verspreid en aangeboden en verworven en in bezit heeft gehad en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe heeft verschaft waarop te zien is dat:
die persoon oraal, vaginaal en/of anaal wordt gepenetreerd met een penis, vinger/hand, voorwerp en/of tong en/of
een ander persoon vaginaal wordt gepenetreerd met een penis en/of vinger/hand door die persoon en/of het eigen lichaam vaginaal en/of anaal wordt gepenetreerd met een voorwerp, door die persoon (afbeeldingsnummer(s) 1,2,3,4,5,6, 17,18,19 en 20 in de toonmap)
en
het geslachtsdeel en/of de billen van die persoon met een penis, vinger/hand, voorwerp en/of mond/tong wordt/worden aangeraakt en/of
het geslachtsdeel van een ander kind/persoon met een vinger/hand en/of voorwerp wordt/worden aangeraakt door die persoon en/of
die persoon het eigen geslachtsdeel, de eigen billen en/of de eigen borsten met een vinger/hand aanraakt (afbeeldingsnummer(s) 7,8,21,22,23 en 24 in de toonmap)
en
die persoon oraal wordt gepenetreerd door een dier en/of
het geslachtsdeel, de billen en/of de borsten van die persoon wordt/worden gelikt en/of aangeraakt door een dier en/of
het geslachtsdeel van een dier in de mond wordt genomen, wordt gelikt en/of wordt aangeraakt door die persoon
(afbeeldingsnummer(s) 28,29, 13 en 14 in de toonmap) en
die persoon poserend of in een pose is afgebeeld, waarbij
  • die persoon geheel of gedeeltelijk naakt is en/of gekleed is en/of opgemaakt is en/of in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding op een wijze die niet bij zijn/haar leeftijd past en/of
  • door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die persoon en/of de uitsnede van de foto's/films nadrukkelijk het geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld worden gebracht
(afbeeldingsnummer(s) 9,10,25,26 en 27 in de toonmap) en
dat bij/op het gezicht en/of het lichaam van die persoon wordt gemasturbeerd en/of bij/op het gezicht en/of het lichaam van die persoon sperma wordt gespoten en/of
bij/naast het gezicht en/of het lichaam van die persoon een (stijve) penis wordt gehouden en/of waarbij op dat gezicht en/of lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is en/of bondage (touwen, tape, riemen, kettingen, gagballs) bij die persoon wordt gebruikt/toegepast (afbeeldingsnummer(s) 30, 31 en 32 in de toonmap)
en zij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
2
zij in de periode 1 juli 2023 tot en met 23 augustus 2023 te [plaatsnaam] / [plaatsnaam] , zich opzettelijk kennis en vaardigheden heeft verworven en een ander heeft bijgebracht, tot het plegen van een misdrijf als omschreven
  • in de artikelen 244 en 245 van het Wetboek van Strafrecht, of
  • in de artikelen 242, 243, 246, 247 of 249 van het Wetboek van Strafrecht ten aanzien van een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
door het handboek ' [naam] . Presented by [naam] ', te weten een pedofilie handboek voorhanden te hebben en te verspreiden waarin wordt beschreven hoe volwassenen veilig en zonder schade seks met kinderen kunnen hebben door middel van kinderpsychologie en pedagogie zonder het kind pijn te doen;
3
zij op 23 augustus 2023 te [plaatsnaam] / [plaatsnaam] , afbeeldingen, te weten 288 afbeeldingen, van ontuchtige handelingen in bezit heeft gehad, waarbij een mens en een dier zijn betrokken, welke voornoemde ontuchtige handelingen zakelijk weergegeven - bestonden uit onder meer:
  • het door een dier (te weten een hond) laten betasten/likken van de vagina van een volwassen vrouw
  • het door een dier (te weten een hond) vaginaal penetreren van een volwassen vrouw (afbeeldingsnummer(s) 15 en 16 in de toonmap).
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
een afbeelding en/of gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, aanbieden, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt
het zich opzettelijk kennis en vaardigheden verwerven of een ander bijbrengen, tot het plegen van een misdrijf als omschreven in de artikelen 244 en 245 of in de artikelen 242, 243, 246, 247 of 249 Sr ten aanzien van een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt
een afbeelding van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, in bezit hebben
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de ten laste gelegde feiten wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren, met aftrek van voorarrest, en tot een terbeschikkingstelling met voorwaarden. De officier van justitie heeft eveneens gevorderd dat de rechtbank aan verdachte een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht oplegt.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest. Daarnaast kan een voorwaardelijke gevangenisstraf worden opgelegd. De raadsman verzet zich niet tegen een terbeschikkingstelling met voorwaarden. De raadsman heeft verzocht rekening te houden met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte. Hij heeft verzocht om in het vonnis te overwegen dat geen sprake is van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Ten slotte heeft de raadsman verzocht om de door de officier van justitie gevorderde gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel niet op te leggen.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het reclasseringsadvies d.d. 7 februari 2025, het rapport van de psychiater d.d. 27 januari 2025 en het rapport van de psycholoog d.d. 28 januari 2025, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
Ernst van de feiten
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verwerven, in bezit hebben, aanbieden en verspreiden van kinderporno. Het gaat om bijna twee miljoen kinderpornografische afbeeldingen. Een groot deel van de afbeeldingen betreft kinderen met een leeftijd onder de 4 jaar en pasgeboren babys. De aard van de afbeeldingen is veelal zeer gewelddadig. Verdachte genoot aanzien binnen de wereld van kinderporno. Zo was zij de beheerder van verschillende chatgroepen waarin kinderporno werd gedeeld en bepaalde zij welk materiaal er in de groepen werd gedeeld. Verdachte heeft met haar handelen een bijdrage geleverd aan het in stand houden van de vraag naar kinderpornografisch materiaal en daarmee aan de vervaardiging en het bevorderen van uiterst verwerpelijke praktijken. Door het bezit van kinderporno is zij indirect betrokken bij het misbruik van kinderen, die worden gedwongen tot het poseren en ondergaan van handelingen die op ernstige wijze inbreuk maken op hun lichamelijke integriteit. De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat zij zich enkel heeft laten leiden door haar eigen seksuele behoeften en dat zij op geen enkele wijze rekening heeft gehouden met de positie en het leed van de slachtoffers van kinderporno. Ook nadat er gegevensdragers van verdachte in beslag waren genomen en zij door de politie was gewaarschuwd, ging verdachte door en
werden er wederom kinderpornografische afbeeldingen bij haar aangetroffen. In totaal heeft verdachte zich ruim 7 jaar schuldig gemaakt aan dit ernstige feit.
Verdachte heeft zich eveneens schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben en verspreiden van een handboek voor pedofilie. In dit boek wordt beschreven hoe volwassenen veilig en zonder schade seks met kinderen kunnen hebben door middel van kinderpsychologie en pedagogie zonder het kind pijn te doen. Zo staat in dit boek beschreven dat vanaf een leeftijd van 2 jaar verantwoord gestart kan worden met seksueel misbruik. De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat zij door het verspreiden van dit handboek seksueel misbruik van kinderen heeft bevorderd.
Tevens heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van dierenporno. Ook hier geldt dat verdachte met haar handelen heeft bijgedragen aan de instandhouding van het vervaardigen en de verspreiding van dierenporno, waarbij dieren ernstig worden misbruikt en mogelijk ook pijn wordt aangedaan ten behoeve van de seksuele behoeftebevrediging van personen. Verdachte heeft geen oog gehad voor de positie en het leed van de dieren.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het voornoemde Pro Justitia rapport. Zowel de psychiater als de psycholoog concluderen dat er bij verdachte sprake is van een borderline-persoonlijkheidsstoornis, een ernstige stoornis in het gebruik van alcohol en een ongespecificeerde parafiele stoornis. Verdachte heeft emotieregulatieproblemen en er is sprake van een identiteitsstoornis, van impulsiviteit en van een gevoel van leegte. De stoornissen waren ook aanwezig ten tijde van de ten laste gelegde feiten en hebben verdachte belemmerd in het maken van andere keuzes. Er wordt geadviseerd om het ten laste gelegde in een verminderde mate aan verdachte toe te rekenen. Het recidiverisico wordt als hoog ingeschat. Door de deskundigen wordt een tbs-maatregel met voorwaarden aanbevolen.
De rechtbank acht het - gelet op het voorgaande - aannemelijk dat de problematiek van verdachte heeft doorgewerkt in de bewezen verklaarde feiten. De rechtbank zal derhalve bepalen dat de bewezenverklaarde feiten in verminderde mate aan verdachte worden toegerekend.
De rechtbank heeft eveneens acht geslagen op het voornoemde reclasseringsrapport. De reclassering concludeert dat er sprake is van ernstig delictgedrag en een hoog risico op recidive. Een klinische behandeling wordt noodzakelijk geacht. Het kader van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijke veroordeling biedt onvoldoende borging voor de benodigde behandeling. De reclassering adviseert derhalve een terbeschikkingstelling met voorwaarden.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard open te staan voor een (langdurige) klinische behandeling en heeft zich bereid verklaard zich aan de voorwaarden te houden die de reclassering in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden heeft geadviseerd.
De rechtbank heeft in aanmerking genomen dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor artikel 240b (oud) van het Wetboek van Strafrecht.
Op te leggen straf
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf acht geslagen op de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting (LOVS), waarin uitgangspunten voor strafoplegging voor soortgelijke strafbare feiten zijn opgenomen. Bij een gewoonte maken van het verspreiden en aanbieden van kinderporno, is volgens de
oriëntatiepunten in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren het uitgangspunt. De rechtbank neemt als strafverzwarende omstandigheden mee dat het gaat om een buitengewoon grote hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen, bijna 2 miljoen afbeeldingen (en ook videos), een lange pleegperiode, zeer jonge kinderen, waarbij bovendien sprake is van afbeeldingen van extreem gewelddadige aard. Daarbij is sprake van recidive, terwijl verdachte nog onder behandeling stond in verband met een eerdere veroordeling. Voorts heeft verdachte zich ook nog schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben en verspreiden van een handboek voor pedofilie en aan het bezit van dierenporno. De verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte zal de rechtbank in strafmatigende zin bij de strafbepaling betrekken. De rechtbank houdt ook rekening met de noodzaak van behandeling en de bereidheid van verdachte om te werken aan gedragsverandering.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden passend en geboden. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen over de aard en de ernst van de feiten kan niet worden volstaan met een andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Op te leggen maatregel
De rechtbank is van oordeel dat teneinde het recidiverisico te verminderen een intensieve (klinische) behandeling voor verdachte noodzakelijk is. De rechtbank is van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling noodzakelijk maakt. Bij verdachte bestond tijdens het begaan van het bewezen verklaarde een ziekelijke stoornis van haar geestvermogens. De door verdachte begane feiten zijn misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld. Aan de wettelijke vereisten voor het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling is voldaan. De rechtbank acht de terbeschikkingstelling met voorwaarden in dit geval passend en geboden en zal deze maatregel opleggen. De rechtbank heeft haar oordeel gegrond op het advies van de gedragsdeskundigen die verdachte hebben onderzocht. Aan de maatregel zullen de voorwaarden worden verbonden zoals geadviseerd door de reclassering, welke voorwaarden hierna worden weergegeven in de beslissing.
De maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden wordt opgelegd ter zake van misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen, te weten het verwerven, in bezit hebben, aanbieden en verspreiden van kinderporno en het voorhanden hebben en verspreiden van een pedofilie handboek. Met name het bezitten en verspreiden van dit handboek is naar het oordeel van de rechtbank zozeer gericht op het daadwerkelijk seksueel misbruiken van kinderen dat er sprake is van gevaar voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen. De rechtbank heeft hierbij betrokken dat in de woning van verdachte een aantal kindersekspoppen is aangetroffen. Ingeval van omzetting naar terbeschikkingstelling met dwangverpleging kan de totale duur van de maatregel daarom een periode van vier jaar te boven gaan.
De door de officier van justitie gevorderde gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel zal door de rechtbank niet worden opgelegd. Nu er bij verdachte sprake is van probleembesef en de opgelegde tbs met voorwaarden maximaal 9 jaar kan duren, acht de rechtbank een maatregel ex artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht niet proportioneel.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38, 38a, 57, 240b, 240c en 254a van het Wetboek van Strafrecht. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Gelast dat verdachte ter beschikking zal worden gesteld en stelt daarbij de volgende voorwaarden:
de veroordeelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
de veroordeelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in dat:
de veroordeelde zich meldt op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
de veroordeelde laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van de veroordeelde vast te stellen;
de veroordeelde zich houdt aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de veroordeelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
  • de veroordeelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop haar gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
  • de veroordeelde werkt mee aan huisbezoeken;
  • de veroordeelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
  • de veroordeelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
  • de veroordeelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de veroordeelde, als dat van belang is voor het toezicht;
  • de veroordeelde kan, wanneer de reclassering dat nodig vindt en de veroordeelde daarmee instemt, voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de veroordeelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
  • de veroordeelde gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering;
  • de veroordeelde laat zich opnemen in een nader te bepalen zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start op een nader te bepalen moment. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
  • de veroordeelde laat zich behandelen door een nader te bepalen zorginstelling, te bepalen door de reclassering. De behandeling start op een nader te bepalen moment. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
  • de veroordeelde verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start op een nader te bepalen moment. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor haar heeft opgesteld;
  • de veroordeelde gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
  • de veroordeelde gebruikt geen alcohol, en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd;
  • de veroordeelde spant zich in voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
  • de veroordeelde zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarigen. Zij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt de veroordeelde dat volwassen, over de minderjarige in kwestie gezaghebbende personen hierbij aanwezig zijn;
  • de veroordeelde vermijdt dat zij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materieel op haar digitale gegevensdragers komt. De veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
  • het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
  • het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
  • het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
De veroordeelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe zij denkt dit gedrag te voorkomen. De veroordeelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een
huisbezoek. De veroordeelde verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. De veroordeelde verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of de veroordeelde kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van de veroordeelde. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.
Draagt Reclassering Nederland op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. van der Werff, voorzitter, mr. A.L.J.M.A. Janssens en
mr. C. Krijger, rechters, bijgestaan door mr. M.M. Peters, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 6 maart 2025.
Mr. C. Krijger is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.