ECLI:NL:RBNNE:2025:731

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
28 januari 2025
Publicatiedatum
28 februari 2025
Zaaknummer
11299853 BU VERZ 24-2170
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Parkeren in de berm binnen een parkeerverbodszone

Op 28 januari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Assen, een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). Betrokkene, die in de berm had geparkeerd in een parkeerverbodszone, werd beschuldigd van het parkeren waar dat niet mocht. De gedraging vond plaats op 13 augustus 2023, om 16:13 uur, op de Meerweg in Midlaren. De opgelegde sanctie bedroeg € 119,00, inclusief administratiekosten. Betrokkene voerde aan dat zij niet op de hoogte was van het parkeerverbod en dat zij in gesprek waren met de agent, die hen een waarschuwing had gegeven. De vertegenwoordiger van de officier van justitie stelde dat het beroep gegrond moest worden verklaard, omdat het in de berm parkeren in een parkeerverbodszone is toegestaan. De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie vernietigd en bepaald dat betrokkene het betaalde bedrag terugkrijgt. De uitspraak benadrukt dat de gedraging niet kan worden vastgesteld, omdat het voertuig van betrokkene in de berm stond, wat volgens de wet is toegestaan.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Assen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 260211058
zaaknummer: 11299853 BU VERZ 24-2170
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan ter openbare zitting van 28 januari 2025 in het beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), ingediend door

[betrokkene] (hierna: betrokkene),

wonende in [woonplaats].
Zitting hebben
als kantonrechter : mr. F. Sijens
als griffier : mr. W.B. Jongsma
Betrokkene is op de zitting verschenen. Als vertegenwoordiger van de officier van justitie is verschenen mr. P. Belopavlovic.
De verweten gedraging betreft ‘een voertuig parkeren waar dat niet mag (bord E1, parkeerverbod(szone))’, verricht op 13 augustus 2023, om 16:13 uur, locatie: Meerweg in Midlaren, met een personenauto, met kenteken [kenteken]. De opgelegde sanctie bedraagt € 119,00 (inclusief administratiekosten).
Betrokkene voert aan dat de verbaliserende agent bij haar auto en die van een gehandicapte vriend stond. Zij hebben uitgebreid met de agent gesproken en uitgelegd dat zij niet op de hoogte waren van het parkeerverbod en dat de gehandicapte vriend bijna niet zelfstandig kan lopen. De agent heeft hen duidelijk gemaakt dat zij beter op de borden moesten letten en deze keer een waarschuwing kregen. Betrokkene kende de agent van de verkeersbrigadierscursus van hun basisschool en de vriendin van de gehandicapte vriend kende hem van vroeger; zij hebben uitgebreid gepraat en aangegeven dat zij erg blij waren met zijn coulance.
De vertegenwoordiger is van mening dat het beroep gegrond moet worden verklaard. Het is in een parkeerverbodszone toegestaan om in de berm te parken. Betrokkene staat in de berm. De gedraging kan daarom niet worden vastgesteld.
De kantonrechter sluit het onderzoek en doet onmiddellijk mondeling uitspraak. Hij overweegt daarbij als volgt:
De kantonrechter zal het beroep gegrond verklaren. Betrokkene heeft geen verkeersovertreding verricht. Het is toegestaan om in een parkeerverbodszone in de berm te parkeren. [1] Uit de foto’s in het dossier blijkt dat het voertuig van betrokkene in de berm stond. De gedraging kan daarom niet worden vastgesteld.
De kantonrechter:
- verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
- vernietigt die beslissing;
- verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking gegrond;
- vernietigt die inleidende beschikking;
- bepaalt dat betrokkene het betaalde aan zekerheidstelling terugkrijgt.
Waarvan proces-verbaal,
griffier, kantonrechter,

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op: