ECLI:NL:RBNNE:2025:730

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
11 februari 2025
Publicatiedatum
28 februari 2025
Zaaknummer
11337009 BU VERZ 24-2332
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen beslissing officier van justitie inzake verkeersvoorschriften

Op 11 februari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Assen, een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). Betrokkene, die op 22 november 2023 om 08:02 uur op de Rijksweg (A28) in Spier reed, werd beschuldigd van het niet zoveel mogelijk rechts houden op een autoweg of autosnelweg. Betrokkene reed met een bedrijfsauto en had een snelheid van 20 à 30 km/u sneller dan het verkeer op de rechterrijbaan. Tijdens de zitting heeft betrokkene aangevoerd dat het snelheidsverschil te groot was en dat het niet veilig was om van rijbaan te wisselen, vooral tijdens het spitsuur.

De kantonrechter, mr. C.H. de Groot, heeft het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond verklaard en de beslissing vernietigd. De rechter oordeelde dat niet is gebleken dat betrokkene onnodig links reed. Hoewel betrokkene te hard reed, was dit niet de verweten gedraging en kon de gedraging niet worden vastgesteld. De kantonrechter heeft ook de proceskosten van betrokkene, ter hoogte van € 67,83, toegewezen, bestaande uit reiskosten en verletkosten. De uitspraak werd onmiddellijk na het sluiten van het onderzoek gedaan.

Betrokkene heeft recht op terugbetaling van de betaalde zekerheidstelling en kan binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, indien hij het niet eens is met de beslissing. De uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Assen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 262541942
zaaknummer: 11337009 BU VERZ 24-2332
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan ter openbare zitting van 11 februari 2025 in het beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), ingediend door

[betrokkene] (hierna: betrokkene),

wonende in [woonplaats].
Zitting hebben
als kantonrechter : mr. C.H. de Groot
als griffier : mr. W.B. Jongsma
Betrokkene is op de zitting verschenen. Als vertegenwoordigster van de officier van justitie is verschenen mr. P. Veenstra.
De verweten gedraging is: ‘niet zoveel mogelijk rechts houden op een autoweg of autosnelweg’, verricht op 22 november 2023, om 08:02 uur, locatie: Rijksweg (A28) in Spier, Gemeente Midden-Drenthe, met een bedrijfsauto, met kenteken [kenteken]. De opgelegde sanctie bedraagt € 249,00 (inclusief administratiekosten).
Betrokkene stelt dat het snelheidsverschil tussen de linker- en rechterrijbaan te groot was. Hij reed namelijk 20 à 30 km/u sneller dan het verkeer op de rechterrijbaan. Daarnaast was het spitsuur en had hij niet veel ruimte. Hierdoor was het niet veilig om telkens van de linker- naar de rechterrijbaan te wisselen.
De kantonrechter sluit het onderzoek en doet onmiddellijk mondeling uitspraak. Hij overweegt daarbij als volgt:
De beroepsgronden slagen. Niet is gebleken dat betrokkene onnodig links reed. Uit het verweer van betrokkene en het aanvullend proces-verbaal volgt dat het snelheidsverschil tussen het voertuig van betrokkene en het verkeer op de rechter rijbaan aanzienlijk was en dat het daarom niet verantwoord was voor betrokkene om kortstondig naar rechts te gaan. Weliswaar reedt betrokkene te hard maar dat is niet de verweten gedraging. De gedraging kan daarom niet worden vastgesteld.
Nu de inleidende beschikking van de officier van justitie wordt gewijzigd, zijn er termen aanwezig om de door betrokkene gemaakte reis- en verletkosten te vergoeden. Betrokkene voert aan dat hij reiskosten heeft gemaakt ter hoogte van € 6,50 en verletkosten ter hoogte van € 61,33 (1 uur en 20 minuten x € 46,00). De kantonrechter kent een bedrag van € 67,83 toe aan reis- en verletkosten.
De kantonrechter:
-
verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
- vernietigt die beslissing;
- verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking gegrond;
- vernietigt die inleidende beschikking;
- bepaalt dat betrokkene het betaalde aan zekerheidstelling terugkrijgt;
- veroordeelt de officier van justitie in de proceskosten op € 67,83.
Waarvan proces-verbaal,
griffier, kantonrechter,

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op: