ECLI:NL:RBNNE:2025:728

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
11 februari 2025
Publicatiedatum
28 februari 2025
Zaaknummer
11350025 BU VERZ 24-2472
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke procedure inzake verkeersvoorschriften en sanctie matiging

Op 11 februari 2025 vond een mondelinge uitspraak plaats in de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Assen, in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De zaak betrof een betrokkene die een sanctie had ontvangen voor het niet gebruiken van de rijbaan als snorfietser, terwijl er geen verplicht fietspad aanwezig was. De gedraging vond plaats op 4 april 2023 om 10:13 uur op de Oude Molenstraat in Assen. De kantonrechter, mr. C.H. de Groot, oordeelde dat de bebording ter plaatse verwarring veroorzaakte, waardoor de sanctie gematigd werd tot nihil. De kantonrechter concludeerde dat de betrokkene recht had op vergoeding van gemaakte reiskosten, die in totaal € 482,86 bedroegen. De beslissing van de officier van justitie werd vernietigd en de inleidende beschikking werd gewijzigd. De betrokkene kreeg het teveel betaalde aan zekerheidstelling terug. De uitspraak benadrukte het belang van duidelijke verkeersborden en de noodzaak om verwarring te voorkomen bij verkeershandhaving.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Assen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 257134203
zaaknummer: 11350025 BU VERZ 24-2472
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan ter openbare zitting van 11 februari 2025 in het beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), ingediend door

[betrokkene] (hierna: betrokkene),

wonende in [woonplaats],
(gemachtigde: [gemachtigde]).
Zitting hebben
als kantonrechter : mr. C.H. de Groot
als griffier : mr. W.B. Jongsma
Gemachtigde is op de zitting verschenen. Als vertegenwoordigster van de officier van justitie is verschenen mr. P. Veenstra.
De verweten gedraging is: ‘als (snor)fietser niet de rijbaan gebruiken als er geen verplicht fietspad of fiets/bromfietspad aanwezig is (bord G12a)’, verricht op 4 april 2023, om 10:13 uur, locatie: Oude Molenstraat in Assen, Gemeente Assen, met een snorfiets, met kenteken [kenteken]. De opgelegde sanctie bedraagt € 119,00 (inclusief administratiekosten).
Gemachtigde voert, onder verwijzing naar bijlagen, aan dat de situatie onduidelijk is. Snorfietsers moeten doorgaans de richtlijnen voor fietsers aanhouden. Een snorfiets mag op een verplicht fietspad rijden. Er staat een fiets bestaande uit witte stenen op de weg dus het is een fietsstrook. Het onderbord geeft aan dat fietsers zijn toegestaan op de rijbaan en dus ook snorfietsers. Daarnaast is dit onderbord in de zomer van 2023 gewijzigd. Nu staat er uitgezonderd voor brom- en snorfietsers op het onderbord.
De kantonrechter sluit het onderzoek en doet onmiddellijk mondeling uitspraak. Hij overweegt daarbij als volgt:
De kantonrechter ziet in het verweer van betrokkene geen aanleiding te twijfelen aan de gegevens in het zaakoverzicht. Met bebording is aangegeven dat sprake is van een voetgangerszone en met een onderbord en betegeling is aangegeven dat alleen fietsen hier zijn toegestaan. Snorfietsen zijn hier dus niet toegestaan. De gedraging kan daarom worden vastgesteld.
Verder ziet de kantonrechter wel aanleiding om de sanctie te matigen tot nihil. Het ‘fiets’-teken bestaande uit witte stenen in combinatie met het oude onderbord leidt tot verwarring.
Nu de inleidende beschikking van de officier van justitie wordt gewijzigd, zijn er termen aanwezig om de door betrokkene gemaakte reiskosten te vergoeden. Betrokkene voert aan dat hij reiskosten heeft gemaakt ter hoogte van € 25,20 + verletkosten ter hoogte van
€ 457,66. De kantonrechter kent een bedrag van € 482,86 toe aan reis- en verletkosten.
De kantonrechter:
-
verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
- vernietigt die beslissing;
- wijzigt de inleidende beschikking en matigt de sanctie tot € 00,00;
- bepaalt dat betrokkene het teveel betaalde aan zekerheidstelling terugkrijgt;
- veroordeelt de officier van justitie in de proceskosten op € 482,86.
Waarvan proces-verbaal,
griffier, kantonrechter,

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op: