In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eisers tegen de verleende omgevingsvergunning voor het vernieuwen van rioleringen, damwanden en bestrating, en het plaatsen van een keerwand voor het project Boogplein in Winsum beoordeeld. De omgevingsvergunning werd verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Het Hogeland op 12 september 2022. Eisers, vertegenwoordigd door J. Wicherts-van Dijken, hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit, wat leidde tot een hoorzitting en een aanvullend advies van de Commissie voor bezwaarschriften. Dit advies concludeerde dat de vergunning geen onevenredige aantasting van cultuurhistorische waarden met zich meebracht, wat het college leidde tot het ongegrond verklaren van het bezwaar van eisers.
De rechtbank heeft op 31 januari 2025 uitspraak gedaan en het beroep van eisers ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelt dat het college in redelijkheid heeft kunnen besluiten dat de vergunde activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan de cultuurhistorische waarden van het gebied. De rechtbank wijst erop dat de Adviescommissie voor Omgevingskwaliteit eerder advies heeft uitgebracht over de aanvraag en dat het college niet verplicht was om het aanvullende memo van BügelHajema opnieuw voor advies voor te leggen. De rechtbank concludeert dat de verleende vergunning in overeenstemming is met het bestemmingsplan Boogplein en dat de bezwaren van eisers niet opwegen tegen de motivering van het college.
De uitspraak benadrukt de beoordelingsruimte van het college bij het verlenen van omgevingsvergunningen en de relevantie van adviezen, zonder dat deze doorslaggevend zijn. De rechtbank bevestigt dat het college zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de omgevingsvergunning moest worden verleend, ondanks het advies van de Adviescommissie voor Omgevingskwaliteit. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de griffierechten worden niet teruggegeven aan eisers.