ECLI:NL:RBNNE:2025:70

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
13 januari 2025
Publicatiedatum
13 januari 2025
Zaaknummer
18-318471-24
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor valsheid in geschrift en vervalsing van diploma's in de zorgsector

Op 13 januari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een man veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden. De verdachte was beschuldigd van het valselijk opmaken van uittreksels van diverse MBO- en HBO-diploma's, zowel op bestelling als voor eigen gebruik. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in de periode van 1 december 2020 tot en met 16 april 2024 in Mijdrecht, in vereniging met anderen, meerdere valse geschriften heeft opgemaakt en vervalst, met het oogmerk deze als echt en onvervalst te gebruiken.

De zaak kwam aan het licht na een doorzoeking op 16 april 2024, waarbij verschillende diploma's en documenten in beslag werden genomen. De verdachte had onder andere diploma's op naam van anderen vervalst, waaronder die van [naam 1], [naam 2], [naam 3], [naam 4], [naam 5] en [naam 6]. Tijdens de zitting op 16 december 2024 bekende de verdachte dat hij alle documenten valselijk had opgemaakt en dat hij deze had gebruikt om in de zorg te kunnen werken.

De rechtbank oordeelde dat het handelen van de verdachte het vertrouwen in de echtheid van diploma's in de zorgsector ernstig had geschaad. Ondanks de ernst van de feiten, hield de rechtbank rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die inmiddels een zorgopleiding volgde. De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf op, omdat de verdachte blijk gaf van goede intenties en zijn leven op orde leek te hebben.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18.318471.24
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 13 januari 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 16 december 2024, dat is gesloten op 30 december 2024.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M.J. Lamers, advocaat te Utrecht.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. S.E. Eijzenga.

Tenlastelegging

Aan verdachte ten laste gelegd dat:
hij (op een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 december 2020 tot en met 16 april 2024 in Mijdrecht, in elk geval op een of meerdere (andere) locaties in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging (met een of meerdere mededaders), althans alleen, meerdere geschriften, althans een geschrift, die/dat bestemd waren/was tot bewijs van enig feit te dienen, te weten: (1a.)(een of meerdere kopieën van) (een uittreksel van) een MBO-diploma (opleiding) Helpende Zorg & Welzijn (op naam van [naam 1] ), (zie: zaaksdossier 03, pag. 208 ev./pag. 805 ev.) en/of
(1b.)(een of meerdere kopieën van) (een uittreksel van) een MBO-diploma (opleiding) Begeleider specifieke doelgroepen (op naam van [naam 1] ), (zie: zaaksdossier 03, pag. 208 ev./pag. 805 ev.) en/of (2a.)(een kopie van) (een uittreksel van) een MBO-diploma (opleiding) Begeleider specifieke doelgroepen (op naam van verdachte), (zie: zaaksdossier 03, pag. 208 ev./pag. 1.432 ev.) en/of
(2b.)(een of meerdere kopieën van) (een uittreksel van) een HBO-diploma (opleiding) Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (op naam van verdachte), (zie: zaaksdossier 03, pag. 208 ev./pag. 1.432 ev.) en/of
(3.)(een kopie van) (een uittreksel van) een MBO-diploma (opleiding) Begeleider specifieke doelgroepen (op naam van [naam 2] ), (zie: zaaksdossier 03, pag. 208 ev./pag. 1.432 ev.) en/of
(4.)(een kopie van) (een uittreksel van) een MBO-diploma (opleiding) Begeleider specifieke doelgroepen (op naam van [naam 3] ), (zie: zaaksdossier 03, pag. 208 ev./pag. 1.432 ev.) en/of
(5.)(een kopie van) (een uittreksel van) een MBO-diploma (opleiding) Begeleider specifieke doelgroepen (op naam van [naam 4] ), (zie: zaaksdossier 03, pag. 208 ev./pag. 1.432 ev.) en/of
(6.)(een kopie van) (een uittreksel van) een MBO-diploma (opleiding) Helpende Zorg & Welzijn (op naam van [naam 5] ), (zie: zaaksdossier 03, pag. 208 ev./pag. 1.432 ev.) en/of
(7a.)(een of meerdere kopieën van) (een uittreksel van) een HBO-diploma (opleiding) Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (op naam van [naam 6] ), (zie: zaaksdossier 03, pag. 208 ev./pag. 1.432 ev.) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst,
immers hebben/heeft hij, verdachte, en/of die andere mededaders:
(1a. en 1b.) in en/of op (die kopieën van) (die/dat uittreksels van) die/dat diplomas (in strijd met de waarheid) (meerdere wijzigingen aangebracht waaronder) de naam en/of de geboortedatum van die [naam 1] vermeld, terwijl (in werkelijkheid) daarin en/of daarop de naam van een ander vermeld stond en/of die [naam 1] niet (een diploma voor) dieopleidingen heeft behaald, en/of
(2a. en 2b.) in en/of op (die kopieën van) (die/dat uittreksels van) die/dat diplomas (in strijd met de waarheid) (meerdere wijzigingen aangebracht waaronder) de naam en/of de geboortedatum van verdachte vermeld, terwijl (in werkelijkheid) daarin en/of daarop de naam en/of de geboortedatum van een ander vermeld stond en/of verdachte niet (een diploma voor) die opleidingen heeft behaald, en/of
(3.) in en/of op (die kopie van) (dat uittreksel van) dat diploma (in strijd met de waarheid) (meerdere wijzigingen aangebracht waaronder) de naam en/of de geboortedatum van die [naam 2] vermeld, terwijl (in werkelijkheid) daarin en/of daarop de naam van een ander vermeld stond en/of die [naam 2] niet (een diploma voor) die opleiding heeft behaald, en/of
(4.) in en/of op (die kopie van) (dat uittreksel van) dat diploma (in strijd met de waarheid) (meerdere wijzigingen aangebracht waaronder) de naam en/of de geboortedatum van die [naam 4] vermeld, terwijl (in werkelijkheid) daarin en/of daarop de naam en/of de geboortedatum van een ander vermeld stond en/of die [naam 4] niet (een diploma voor) die opleiding heeft behaald, en/of
(5.) in en/of op (die kopie van) (dat uittreksel van) dat diploma (in strijd met de waarheid) (meerdere wijzigingen aangebracht waaronder) de naam en/of de geboortedatum van die [naam 4] vermeld, terwijl (in werkelijkheid) daarin en/of daarop de naam van een ander vermeld stond en/of die [naam 4] niet (een diploma voor) die opleiding heeft behaald, en/of
(6.) in en/of op (die kopie van) (dat uittreksel van) dat diploma (in strijd met de waarheid) (meerdere wijzigingen aangebracht waaronder) de naam en/of de geboortedatum van die [naam 5] vermeld, terwijl (in werkelijkheid) daarin en/of daarop de naam van een ander vermeld stond en/of die [naam 5] niet (een diploma voor) die opleiding heeft behaald, en/of
(7.) in en/of op (die kopieën van) (dat uittreksel van) dat diploma (in strijd met de waarheid) (meerdere wijzigingen aangebracht waaronder) de naam en/of de geboortedatum van die [naam 6] vermeld, terwijl
(in werkelijkheid) daarin en/of daarop de naam van een ander vermeld stond en/of die [naam 6] niet (een diploma voor) die opleiding heeft behaald,
met het oogmerk om die/dat geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
EN/OF
hij (op een of meerdere tijdstippen) in of omstreeks de periode van 1 december 2020 tot en met 16 april 2024, althans op of omstreeks 16 april 2024, in Mijdrecht, in elk geval op een of meerdere (andere) locaties in Nederland, meerdere malen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging (met een of meerdere mededaders), althans alleen, opzettelijk een of meerdere valse en/of vervalste geschriften die/dat bestemd waren/was om
tot bewijs van enig feit te dienen, te weten:
(1a.)(een of meerdere kopieën van) (een uittreksel van) een MBO-diploma (opleiding) Helpende Zorg & Welzijn (op naam van [naam 1] ), (zie: zaaksdossier 03, pag. 208 ev./pag. 805 ev.) en/of
(1b.)(een of meerdere kopieën van) (een uittreksel van) een MBO-diploma (opleiding) Begeleider specifieke doelgroepen (op naam van [naam 1] ), (zie: zaaksdossier 03, pag. 208 ev./pag. 805 ev.) en/of (2a.)(een kopie van) (een uittreksel van) een MBO-diploma (opleiding) Begeleider specifieke doelgroepen (op naam van verdachte), (zie: zaaksdossier 03, pag. 208 ev./pag. 1.432 ev.) en/of
(2b.)(een of meerdere kopieën van) (een uittreksel van) een HBO-diploma (opleiding) Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (op naam van verdachte), (zie: zaaksdossier 03, pag. 208 ev./pag. 1.432 ev.) en/of
(3.)(een of meerdere kopieën van) (een uittreksel van) een MBO-diploma (opleiding) Begeleider specifieke doelgroepen (op naam van [naam 2] ), (zie: zaaksdossier 03, pag. 208 ev./pag. 1.432 ev.) en/of
(4.)(een kopie van) (een uittreksel van) een MBO-diploma (opleiding) Begeleider specifieke doelgroepen (op naam van [naam 3] ), (zie: zaaksdossier 03, pag. 208 ev./pag. 1.432 ev.) en/of
(5.)(een kopie van) (een uittreksel van) een MBO-diploma (opleiding) Begeleider specifieke doelgroepen (op naam van [naam 4] ), (zie: zaaksdossier 03, pag. 208 ev./pag. 1.432 ev.) en/of
(6.)(een kopie van) (een uittreksel van) een MBO-diploma (opleiding) Helpende Zorg & Welzijn (op naam van [naam 5] ), (zie: zaaksdossier 03, pag. 208 ev./pag. 1.432 ev.) en/of
(7a.)(een of meerdere kopieën van) (een uittreksel van) een HBO-diploma (opleiding) Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (op naam van [naam 6] ), (zie: zaaksdossier 03, pag. 208 ev./pag. 1.432 ev.) heeft afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad,
terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die/dit geschriften bestemd waren/was voor zodanig gebruik.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor zowel het vervalsen van geschriften als het afleveren of voorhanden hebben van vervalste documenten.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte partieel moet worden vrijgesproken. Verdachte stelt namelijk dat hij de onder 3, 4, 5 en 7 genoemde documenten slechts heeft gemaakt om te oefenen met vervalsen
en niet om daadwerkelijk te (laten) gebruiken. Uit onderzoek naar de gegevensdragers van verdachte is evenmin gebleken dat deze documenten in opdracht zijn opgemaakt en/of afgeleverd met het oogmerk om te gebruiken.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 16 december 2024 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik heb alle op de tenlastelegging genoemde documenten valselijk opgemaakt. Het diploma op mijn eigen naam heb ik gebruikt om in de zorg te kunnen werken. Ik gunde het de andere personen op de tenlastelegging ook. De diplomas op naam van [naam 1] (hierna: [naam 1] ) en [naam 5] heb ik tegen betaling op verzoek van [naam 1] opgemaakt. Ik wist dat deze documenten zouden worden gebruikt om in de zorg te kunnen gaan werken.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 februari 2024, opgenomen op pagina 805 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer SEL / NNRCC23003 d.d. 25 juli 2024, inhoudend als relaas van verbalisant(en):
In dit proces-verbaal wordt de chat uitgewerkt tussen [naam 1] en [verdachte] . De chat is afkomstig van een Samsung A53. De chat bestaat uit 508 berichten in de periode van 3 juni 2022 tot en met 15 januari 2023 De chat heeft twee deelnemers, namelijk:
Telefoonnummer [telefoonnummer] met gebruikersnaam “ [naam 1] ”. Dit telefoonnummer wordt waarschijnlijk gebruikt door [naam 1] .
Telefoonnummer [telefoonnummer] met gebruikersnaam “ [verdachte] ". Dit telefoonnummer wordt waarschijnlijk gebruikt door [verdachte] . Uit gegevens van [bedrijf] blijkt dat dit telefoonnummer ten tijde van de chat op naam stond van [verdachte] , [adres] .
Samenvatting chat: Op 3 juni 2022 vraagt [naam 1] aan [verdachte] naar een diploma en een VOG. [verdachte] zegt dat hij wel een diploma heeft, maar niet een VOG. [verdachte] vraagt de gegevens van [naam 1] en er wordt overlegd over een datum en een school Vervolgens zegt [verdachte] : “Wis je gesprekken” en “Is done”. Op 6 juni stuurt [verdachte] een betaalverzoek en [naam 1] zegt dat hij het geld heeft overgemaakt. Op de bankrekening van [naam 1] is zichtbaar dat hij op die datum 300 betaald voor een betaalverzoek met in de omschrijving “ [verdachte] ”. Vervolgens stuurt [verdachte] een document, lijkend op een diploma Mbo Helpende zorg & Welzijn.
Op 7 juni 2022 vraagt [naam 1] om een zelfde diploma te maken voor zijn “niffo”. Er worden gegevens gedeeld van een persoon met de naam [naam 5] , geboren [geboortedatum] -1983. [naam 1] vraagt om een betaalverzoek, welke wordt verzonden door [verdachte] . Op diezelfde datum is op de bankrekening van [naam 1] een betaling zichtbaar van 300 voor een betaalverzoek met in de omschrijving “ [verdachte] ”.
Op 26 juli 2022 deelt [verdachte] een afbeelding waarop een computerprogramma zichtbaar is, kennelijk wordt hiermee een diploma gemaakt voor mbo-begeleider specifieke doelgroepen voor [naam 1] . Als auteur staat: “Dienst Uitvoering Onderwijs vermeld. Vervolgens wordt een betaalverzoek gedeeld. Op de rekening van [naam 1] is op dezelfde datum zichtbaar dat een betaalverzoek voor 200 is betaald. Nadat [naam 1] heeft aangegeven dat hij betaald heeft stuurt [verdachte] een bestand op dat lijkt op een diploma.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 mei 2024, opgenomen op pagina 1410 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant(en):
Op 16 april 2024 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in de woning aan de [adres] te Mijdrecht. Op dit adres stonden ingeschreven: [verdachte] en [naam 7] . Tijdens de doorzoeking zijn de mobiele telefoons
van voornoemde personen in beslag genomen. Dit betrof een Iphone Pro 14 in gebruik bij [naam 7] en een Iphone 13 in gebruik bij de verdachte [verdachte] .
IPHONE 14 PRO - [naam 7]
Op de telefoon was Whatsapp geïnstalleerd waar gebruik werd gemaakt met een account dat de gebruikersnaam “ [naam 7] " had. [naam 7] betreft de roepnaam van [naam 7] .
Chatgesprek met+ [telefoonnummer] - [naam 8] . Op 5 mei 2021 werden diverse berichten gewisseld waaruit ik begreep dat er een HBO-diploma werd opgemaakt op naam van [naam 6] , geboren [geboortedatum] 1988. Als voorbeeld werd hiervoor het eerder doorgestuurd HBO-diploma op naam van [naam 9] gebruikt. Uit de chatberichten bleek dat [naam 7] aangaf waar de verschillen tussen beide diploma's in zaten.
IPHONE 13- [verdachte]
Bij de aanhouding van [verdachte] op 16 april 2024 is tevens zijn telefoon, een Iphone 13 in beslag genomen. In de telefoon was een pdf-document te vinden van een HBO Getuigschrift Bachelor Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (Social Work And Social Services) op naam van [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1987.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 juli 2024, opgenomen op pagina 1432 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant(en):
Op 16 april 2024 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in de woning aan de [adres] te Mijdrecht. Op dit adres stond ingeschreven: [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1978. Op een Medion Desktop zijn diverse pdf-documenten aangetroffen die kennelijk diploma's en/of getuigenschriften bevatten die afkomstig leken te zijn van Dienst Uitvoering Onderwijs. Hieronder zullen de diverse diploma's achtereenvolgend worden weergegeven. De diplomas zijn onderverdeeld in het soort diploma en de tenaamstelling van het diploma.
MBO BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN
1. [naam 1]
In totaal waren er vier Mbo diploma's begeleider specifieke doelgroepen op naam van [naam 1] , geboren [geboortedatum] 1986 aanwezig. Twee daarvan hadden een soortgelijke lay-out De andere varieerden in de opmaak.
2. [ [verdachte]
Hiernaast waren er twee mbo-diplomas begeleider specifieke doelgroepen op naam van [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1987 aanwezig Dit betroffen de bestanden "Mbo Begeleider specifieke doelgroepen - 2e.pdf' en "Mbo Financiële beroepen (Assistent-accountant) (1)". De bestanden waren gelijk in opmaak, derhalve zal alleen de eerste als bijlage worden toegevoegd.
3 [ [naam 2]
Er waren twee Mbo diploma begeleider specifieke doelgroepen op naam van [naam 2] geboren [geboortedatum] 1989. Ik zag dat er het volgende verschil zat tussen de diplomas: "Crebo 25476" en “Credo 25477. De bestandsnamen van deze diplomas waren als volgt "Mbo Begeleider specifieke doelgroepen van [naam 2] .pdf en “Mbo Begeleider specifieke doelgroepen.pdf.
4 [ [naam 3]
Tevens was er één Mbo diploma begeleider specifieke doelgroepen op naam van [naam 3] ,geboren [geboortedatum] 1987.
5. [ [naam 4]
Er was één MBO-diploma begeleider specifieke doelgroepen op naam van [naam 4] , geboren [geboortedatum] 1988.
7. [ naam 5]
Mbo helpende Zorg en Welzijn op naam van [naam 5] , geboren [geboortedatum] 1983. HBO MAATSCHAPPELIJK WERK EN DIENSTVERLENING
Tevens waren er drie HBO-diplomas Maatschappelijk Werk en Dienstverlening op naam van [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1987. Het document “Mbo persoonlijk begeleider 4-.pdf betrof een half ingevuld HBO Bachelor diploma op naam van [verdachte] , geboren [geboortedatum] 1987.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 juli 2024, opgenomen op pagina 1865 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant(en):
Tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte [verdachte] aan de [adres] te Mijdrecht waren diverse gegevensdragers in beslag genomen. Op twee van deze gegevensdragers waren diverse diploma's op naam van verschillende personen aangetroffen. Ter verificatie van de echtheid van deze diplomas is op woensdag 19 juni 2024 een vordering naar Dienst Uitvoering Onderwijs verzonden ten einde het diplomaregister te raadplegen. Op maandag 1 juli 2024 zijn door DUO de voornoemde gegevens verstrekt Uit deze gegevens bleek ten aanzien van de onderstaande personen het volgende:
Bewijsoverwegingen
Met betrekking tot het hiervoor weergegeven standpunt van de verdediging overweegt de rechtbank het volgende.
Verdachte heeft ten aanzien van de op de tenlastelegging onder 3, 4, 5 en 7 genoemde (uittreksels van) diplomas aangegeven dat hij deze weliswaar heeft vervalst en dat hij deze personen een diploma gunde, maar dat hij de documenten niet heeft verstuurd aan deze personen. Hij maakte de documenten valselijk op om te oefenen en dus niet om als echt te (doen) gebruiken. De rechtbank gaat niet mee in deze lezing. Verdachte heeft op de betreffende uittreksels van de diplomas telkens de naam en geboortedatum van bestaande personen gezet. Deze personen - [naam 2] , [naam 3] en [naam 4] en [naam 6] - bleken na navraag bij DUO in het geheel geen diploma in Nederland behaald te hebben (bewijsmiddel 5). Indien verdachte deze documenten daadwerkelijk enkel opmaakte om te oefenen, valt niet in te zien waarom hij niet zijn eigen gegevens gebruikte maar juist de namen en geboortedata van deze bestaande personen - over wie hij nota bene verklaarde dat hij hen ook een diploma gunde.
De rechtbank hecht geen waarde aan het feit dat op de inbeslaggenomen apparaten van verdachte geen correspondentie met deze personen is aangetroffen. De rechtbank wijst erop dat verdachte aan [naam 1] stuurde dat hij zijn gesprekken moest wissen (bewijsmiddel 2). De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat de contacten met de andere personen voor wie de documenten zijn opgemaakt, ook zijn gewist.
De rechtbank verwerpt het verweer derhalve en acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hierna op te nemen.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 1 december 2020 tot en met 16 april 2024 in Mijdrecht, in elk geval in Nederland, meerdere malen, tezamen en in vereniging met meerdere mededaders en/of alleen, meerdere geschriften die bestemd waren tot bewijs van enig feit te dienen, te weten:
1a. een uittreksel van een MBO-diploma opleiding Helpende Zorg & Welzijn op naam van [naam 1] , en 1b. een uittreksel van een MBO-diploma opleiding Begeleider specifieke doelgroepen op naam van [naam 1] , en
2a. een uittreksel van een MBO-diploma opleiding Begeleider specifieke doelgroepen op naam van verdachte, en
2b. een uittreksel van een HBO-diploma opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening op naam van
verdachte, en
3. een uittreksel van een MBO-diploma opleiding Begeleider specifieke doelgroepen op naam van [naam 2] , en
4. een uittreksel van een MBO-diploma opleiding Begeleider specifieke doelgroepen op naam van [naam 3] , en
5. een uittreksel van een MBO-diploma opleiding Begeleider specifieke doelgroepen op naam van [naam 4] , en
6. een uittreksel van een MBO-diploma opleiding Helpende Zorg & Welzijn op naam van [naam 5] , en 7a. een uittreksel van een HBO-diploma opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening op naam van [naam 6] ,
valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst,
immers hebben hij, verdachte, en die andere mededaders:
1a. en 1b. op die uittreksels van die diplomas in strijd met de waarheid meerdere wijzigingen aangebracht waaronder de naam en de geboortedatum van die [naam 1] vermeld, terwijl in werkelijkheid daarop de naam van een ander vermeld stond en die [naam 1] niet een diploma voor die opleidingen heeft behaald, en
2a. en 2b. op die uittreksels van die diplomas in strijd met de waarheid meerdere wijzigingen aangebracht waaronder de naam en de geboortedatum van verdachte vermeld, terwijl in werkelijkheid daarop de naam en de geboortedatum van een ander vermeld stond en verdachte niet een diploma voor die opleidingen heeft behaald, en
3. op dat uittreksel van dat diploma in strijd met de waarheid meerdere wijzigingen aangebracht waaronder de naam en de geboortedatum van die [naam 2] vermeld, terwijl in werkelijkheid daarop de naam van een ander vermeld stond en die [naam 2] niet een diploma voor die opleiding heeft behaald, en
4. op dat uittreksel van dat diploma in strijd met de waarheid meerdere wijzigingen aangebracht waaronder de naam en de geboortedatum van die [naam 4] vermeld, terwijl in werkelijkheid daarop de naam en de geboortedatum van een ander vermeld stond en die [naam 4] niet een diploma voor die opleiding heeft behaald, en
5. op dat uittreksel van dat diploma in strijd met de waarheid meerdere wijzigingen aangebracht waaronder de naam en de geboortedatum van die [naam 4] vermeld, terwijl in werkelijkheid daarop de naam van een ander vermeld stond en die [naam 4] niet een diploma voor die opleiding heeft behaald, en
6. op dat uittreksel van dat diploma in strijd met de waarheid meerdere wijzigingen aangebracht waaronder de naam en de geboortedatum van die [naam 5] vermeld, terwijl in werkelijkheid daarop de naam van een ander vermeld stond en die [naam 5] niet een diploma voor die opleiding heeft behaald, en
7. op dat uittreksel van dat diploma in strijd met de waarheid meerdere wijzigingen aangebracht waaronder de naam en de geboortedatum van die [naam 6] vermeld, terwijl in werkelijkheid daarop de naam van een ander vermeld stond en die [naam 6] niet een diploma voor die opleiding heeft behaald,
met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
en
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 1 december 2020 tot en met 16 april 2024 in Mijdrecht, meerdere malen, opzettelijk vervalste geschriften die bestemd waren om
tot bewijs van enig feit te dienen, te weten:
1a. een uittreksel van een MBO-diploma opleiding Helpende Zorg & Welzijn op naam van [naam 1] , en 1b. een uittreksel van een MBO-diploma opleiding Begeleider specifieke doelgroepen op naam van [naam 1] , en
2a. een uittreksel van een MBO-diploma opleiding Begeleider specifieke doelgroepen op naam van
verdachte, en
2b. een uittreksel van) een HBO-diploma opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening op naam van verdachte, en
6. een uittreksel van een MBO-diploma opleiding Helpende Zorg & Welzijn op naam van [naam 5] , en heeft afgeleverd en voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat die geschriften bestemd waren voor zodanig gebruik.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
Medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
en
Opzettelijk een geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek
van Strafrecht, afleveren of voorhanden hebben, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat dit geschrift bestemd is voor gebruik als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van acht maanden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft onder verwijzing naar andere uitspraken gepleit voor oplegging van een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het valselijk opmaken van uittreksels van diverse MBO- en HBO-diplomas. Dit deed hij zowel op bestelling als voor zichzelf. Met gebruikmaking van deze documenten heeft verdachte ook daadwerkelijk in de zorg gewerkt, net als (in ieder geval) een van de personen voor wie hij een uittreksel van een diploma heeft gemaakt.
Verdachte heeft door zijn handelen het vertrouwen dat de maatschappij moet kunnen hebben in de echtheid van diplomas in ernstige mate geschaad. In de maatschappij moet kunnen worden vertrouwd op de juistheid van diplomas, nu dit soort geschriften de aanwezigheid van bepaalde kennis en vaardigheden veronderstelt bij de bezitter ervan. De rechtbank vindt het handelen van verdachte des te kwalijker nu het ging om vervalsen van (uittreksels van) diplomas van zorgopleidingen en verdachte bovendien aanwijzingen gaf hoe hiervan gebruik kon worden gemaakt bij bepaalde uitzendbureaus. Verdachte is hierbij compleet voorbijgegaan aan het belang van kwetsbare patiënten, die zonder dat zij - of het overige verplegend personeel - het wisten, waren overgeleverd aan ongekwalificeerde medewerkers.
Dergelijke feiten rechtvaardigen in beginsel een gevangenisstraf. De rechtbank ziet echter aanleiding om aan verdachte een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
De rechtbank constateert dat het opmaken en afleveren van de documenten al plaatsvond in 2020, 2021 en 2022. Verdachte lijkt sindsdien zijn leven op orde te hebben. Tijdens het werken in de zorg - met behulp van een vervalste uittreksel van een zorgdiploma - is verdachte erachter gekomen dat hij een passie voor werken in de zorg heeft. Verdachte is naar eigen zeggen vervolgens alsnog een zorgopleiding op MBO-niveau gaan volgen. Verdachte heeft de rechtbank overtuigd dat hij (inmiddels) goede intenties heeft en een waardevolle invulling aan zijn maatschappelijke leven geeft en wil blijven geven. De rechtbank acht oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf dan ook niet wenselijk. De rechtbank legt daarom aan verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier maanden en een werkstraf van de maximale duur op. Daarbij heeft de rechtbank tevens acht geslagen op uitspraken in vergelijkbare zaken.

Inbeslaggenomen goederen

De rechtbank acht de inbeslaggenomen laptop, computer en telefoon vatbaar voor verbeurdverklaring nu de strafbare feiten zijn begaan met behulp van deze apparaten.
Ten aanzien van het verzoek van de verdediging om verdachte de kans te geven om bepaalde fotos en bestanden van de inbeslaggenomen (en verbeurdverklaarde) telefoons veilig te stellen overweegt de rechtbank dat zij daarvoor geen aanleiding ziet. Verdachte heeft door zijn handelen zelf het risico genomen
dat hij de telefoons en alles wat erop staat kwijt zou raken. Bovendien zou het inwilligen van het verzoek om bepaalde data veilig te mogen stellen een precedent scheppen en een onwerkbare situatie voor de politie in het leven roepen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 57, 22c, 22d, 33, 33a en 225 van het Wetboek van Strafrecht. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden.

Bepaalt dat deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.

een taakstraf voor de duur van 240 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 120 dagen zal worden toegepast.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen laptop (goednummer 813028), computerkast (goednummer 813034) en telefoon (goednummer 813048).
Dit vonnis is gewezen door mr. R.B. Maring, voorzitter, mr. M.M. Spooren en mr. H.R. Eising, rechters, bijgestaan door mr. C.L. van der Woude, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 januari 2025.
Mrs. Eising en Van der Woude zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.