ECLI:NL:RBNNE:2025:630
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuurlijke boete wegens overtredingen van de Meststoffenwet met matiging door overschrijding van de redelijke termijn
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 31 januari 2025, wordt het beroep van eiseres tegen een opgelegde bestuurlijke boete wegens overtredingen van de Meststoffenwet (Msw) beoordeeld. Eiseres, die een gemengd bedrijf exploiteert, heeft onvoldoende bewijs ingebracht tegen de bewijsmiddelen die de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (verweerder) tegen haar heeft verzameld. De rechtbank constateert dat er bij controles door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) overtredingen zijn vastgesteld met betrekking tot mesttransporten naar de percelen van eiseres op 5 en 11 juni 2021. Eiseres heeft betoogd dat er geen mest op haar percelen is gelost en dat zij enkel eigen mest heeft uitgereden. De rechtbank oordeelt echter dat de bewijsmiddelen, waaronder het AGR/GPS systeem en verklaringen van betrokkenen, voldoende zijn om de boete te rechtvaardigen.
De rechtbank heeft echter ook vastgesteld dat de redelijke termijn voor de berechting van de zaak is overschreden. De redelijke termijn begint met de boetekennisgeving op 6 december 2022 en eindigt op 6 december 2024. Aangezien de uitspraak op 31 januari 2025 is gedaan, is de termijn met ongeveer twee maanden overschreden. Dit leidt tot een matiging van de boete van € 2.850,- naar € 2.707,-. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit voor wat betreft de hoogte van de boete, maar laat het besluit voor het overige in stand. Tevens wordt verweerder opgedragen het griffierecht aan eiseres te vergoeden.