ECLI:NL:RBNNE:2025:606

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
15 januari 2025
Publicatiedatum
18 februari 2025
Zaaknummer
11239048 BU VERZ 24-1739
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Matiging van sanctie wegens parkeren in verboden zone door bijzondere omstandigheden

Op 15 januari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak betreffende de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De zaak betreft een beroep tegen een opgelegde sanctie voor het parkeren van een voertuig in een verboden zone, aangeduid met bord E1. De gedraging vond plaats op 21 februari 2023, om 15:48 uur, aan de Voorstreek te Leeuwarden. De gemachtigde van de betrokkene heeft erkend dat het voertuig op een onwettige plek was geparkeerd, maar voerde aan dat dit gebeurde onder bijzondere omstandigheden. Hij verklaarde dat het olielampje van het voertuig rood licht ging branden, waardoor hij genoodzaakt was om het voertuig langs de weg te zetten om olie bij te vullen. De kantonrechter oordeelde dat, hoewel de sanctie terecht was opgelegd, de bijzondere omstandigheden aanleiding gaven om het bedrag van de sanctie te matigen. De kantonrechter heeft de sanctie verlaagd van € 109,00 naar € 84,00, inclusief administratiekosten, en bepaald dat het teveel betaalde bedrag aan de betrokkene wordt gerestitueerd. De uitspraak benadrukt de noodzaak om in geval van een technisch probleem met een voertuig, zoals een brandend olielampje, adequaat te handelen, maar erkent ook dat de omstandigheden van de gedraging in dit geval de matiging van de sanctie rechtvaardigen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 256239182
zaaknummer: 11239048 BU VERZ 24-1739
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan ter openbare zitting van 15 januari 2025 op het beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), ingediend door

[betrokkene]

wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: betrokkene,
gemachtigde: [gemachtigde]
Zitting hebben
als kantonrechter : mr. F. Sijens
als griffier : R. de Hoop
Betrokkene en gemachtigde zijn niet ter zitting verschenen. Als vertegenwoordiger van de officier van justitie is verschenen mr. D. Hoveijn (hierna: de vertegenwoordigster).
De kantonrechter sluit het onderzoek en doet onmiddellijk mondeling uitspraak. Hij overweegt daarbij als volgt:
De verboden gedraging betreft ‘een voertuig parkeren waar dat niet mag (bord E1, parkeerverbod(szone))’, verricht 21 februari 2023, om 15:48 uur, aan de Voorstreek te Leeuwarden, gemeente Leeuwarden, met een personenauto, met kenteken [kenteken]. De opgelegde sanctie bedraagt € 109,00 (inclusief administratiekosten).
Gemachtigde, de bestuurder op pleegdatum, betwist de verweten gedraging niet, maar voert argumenten aan ter verklaring. Gemachtigde heeft aangevoerd dat het olielampje van het betrokken voertuig rood licht ging branden en hij hierdoor direct het voertuig langs de weg op de brug heeft stilgezet met de alarmlichten aan. Gemachtigde heeft aangevoerd dat de olie bijgevuld diende te worden en dat hij, nadat hij het voertuig op pleeglocatie had laten staan, naar verschillende zaken is geweest om olie te halen. Toen hij terugkwam, trof hij de kennisgeving van de boete aan. Gemachtigde heeft aangevoerd dat hij het inschakelen van een hulpdienst niet noodzakelijk achtte, nu er niets kapot was en dat hij in onderhavige situatie juist heeft gehandeld.
Omdat de gedraging niet wordt betwist, kan die worden vastgesteld. Vervolgens is de vraag, of sprake is van omstandigheden die moeten leiden tot het matigen of achterwege laten van de sanctie.
Naar het oordeel van de kantonrechter is de sanctie weliswaar terecht opgelegd aan gemachtigde, maar geven de bijzondere omstandigheden waaronder de gedraging in dit geval is verricht aanleiding om het bedrag van de sanctie te matigen met 25%
.Dit is er in gelegen dat gemachtigde naar het oordeel van de kantonrechter voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij, doordat het olielampje rood licht ging branden, direct het voertuig langs de weg op de brug heeft gezet om ergens olie te halen en de olie bij te vullen. Wanneer een olielampje rood licht brandt, dient men het voertuig direct, op een veilige plek, stop te zetten om ernstige schade te voorkomen. Alhoewel gemachtigde in dit geval beter een hulpdienst had kunnen inschakelen in plaats van op onderhavige plek stil te staan, waar dat in verband met het geldende parkeerverbod niet is toegestaan, begrijpt de kantonrechter dat op deze manier is gehandeld. Daarbij betrekt de kantonrechter dat gemachtigde, door het voertuig op onderhavige plek te parkeren, niet het overige verkeer heeft belemmerd.

Beslissing

De kantonrechter:
- verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gedeeltelijk gegrond;
- wijzigt de beslissing van de officier van justitie in zoverre dat de sanctie wordt gematigd tot € 84,00 inclusief administratiekosten;
- bepaalt dat het teveel betaalde aan zekerheidstelling aan betrokkene wordt gerestitueerd.
Waarvan proces-verbaal,
griffier, kantonrechter,

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op: