ECLI:NL:RBNNE:2025:544
Rechtbank Noord-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure betreffende ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing
Op 11 februari 2025 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Nederland een verzoek tot wraking afgewezen. De verzoekster, wonende te Witteveen, had mr. F.V. Marquenie, de rechter belast met haar zaak, gewraakt op basis van vermeende vooringenomenheid. De verzoekster stelde dat de rechter haar tijdens de mondelinge behandeling niet had laten uitpraten en niet naar haar had geluisterd. Ook werd aangevoerd dat haar dochter niet was uitgenodigd voor een gesprek met de rechter, wat volgens de verzoekster gebruikelijk was. Daarnaast betoogde de verzoekster dat de verzoeken tot verlenging van de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing te laat waren ingediend, wat volgens haar had moeten leiden tot niet-ontvankelijkheid van de rechter.
De rechter, mr. F.V. Marquenie, heeft in een schriftelijke reactie aangegeven dat er geen concrete feiten of omstandigheden zijn die haar vooringenomenheid zouden kunnen aantonen. Tijdens de mondelinge behandeling op 6 februari 2025 was de verzoekster aanwezig via videoverbinding, terwijl de rechter niet verscheen. De wrakingskamer heeft de procedure en de argumenten van beide partijen zorgvuldig overwogen. De rechtbank concludeerde dat de verzoekster voldoende gelegenheid had gekregen om haar standpunten naar voren te brengen en dat de rechter zich aan de procedure had gehouden. De rechtbank oordeelde dat er geen uitzonderlijke omstandigheden waren die een zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid opleverden.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat de procedure met het oorspronkelijke zaaknummer voortgezet zal worden. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.