Op 6 november 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarin betrokkene een boete was opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) voor het rechts inhalen waar dat verboden is. De overtreding vond plaats op 21 november 2023 op de Rijksweg A7 bij Terwispel. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete van € 289,00 beroep ingesteld, nadat de officier van justitie het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.
De kantonrechter heeft het beroep beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van betrokkene, die betwistte de overtreding te hebben begaan. Hij voerde aan dat er mogelijk een fout was gemaakt bij het noteren van het kenteken en overhandigde bewijsstukken, waaronder een getuigenverklaring en een werkrooster, om aan te tonen dat hij op het moment van de overtreding thuis was. De vertegenwoordiger van de officier van justitie betoogde dat de aangevoerde bewijsstukken onvoldoende waren om de overtreding te weerleggen.
De kantonrechter concludeerde dat er twijfel was ontstaan aan de verklaring van de verbalisant, mede door de consistentie van het verhaal van betrokkene en de overgelegde bewijsstukken. De kantonrechter oordeelde dat deze twijfel in het voordeel van betrokkene moest worden uitgelegd en verklaarde het beroep gegrond. De beslissing van de officier van justitie werd vernietigd, evenals de inleidende beschikking, en betrokkene kreeg de zekerheidstelling terug.