Op 6 november 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland in Leeuwarden uitspraak gedaan in een zaak waarbij aan de betrokkene een boete was opgelegd op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De boete van € 44,00 was opgelegd wegens het niet gebruiken van de rijbaan door een (snor)fietser op 23 mei 2024, terwijl er geen verplicht fietspad aanwezig was. Betrokkene heeft tegen deze boete beroep aangetekend, nadat de officier van justitie het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting heeft betrokkene zijn fietsroute aangegeven met behulp van Google Street View, waaruit bleek dat hij het verkeersbord G7, dat de overtreding aangaf, niet had gepasseerd, maar eerder was afgeslagen.
De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van betrokkene en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was dat betrokkene de verkeersovertreding had begaan. De verklaring van de verbalisanten was niet voldoende om de boete te handhaven, omdat er twijfel bestond over de locatie waar betrokkene had gefietst. De kantonrechter heeft daarom het beroep gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie vernietigd en de boete opgeheven. Betrokkene krijgt de zekerheidstelling terug.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke bewijsvoering in verkeerszaken en dat bij twijfel de beslissing in het voordeel van de betrokkene moet worden uitgelegd. De uitspraak is openbaar en kan worden aangevochten bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden binnen zes weken na de datum van verzending.