Op 6 november 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarin een boete was opgelegd aan de betrokkene op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene had een boete van € 119,00 ontvangen voor het tegen de rijrichting inrijden op een rotonde, specifiek voor het negeren van verkeersbord D1 dat een verplichte rijrichting aangaf. De overtreding vond plaats op 26 februari 2024 op de Jeltewei in Hommerts. De betrokkene heeft tegen de boete beroep aangetekend, maar dit werd door de officier van justitie ongegrond verklaard. Hierna heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter, die op de zitting op 6 november 2025 de zaak heeft behandeld. De vertegenwoordiger van de officier van justitie was aanwezig, maar de betrokkene en zijn gemachtigde waren niet verschenen. Na sluiting van het onderzoek heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De kantonrechter oordeelde dat de betrokkene door rechtdoor te rijden op de rotonde in strijd heeft gehandeld met de verplichte rijrichting. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af. De uitspraak is gedaan door mr. L.E.A. Jonkers-Vellinga, met D.W. Veenstra als griffier. De beslissing kan binnen zes weken worden aangevochten bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden.