ECLI:NL:RBNNE:2025:5092

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
6 november 2025
Publicatiedatum
11 december 2025
Zaaknummer
11606658 BU VERZ 25-619
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrond beroep tegen boete voor tegen de rijrichting inrijden op een rotonde

Op 6 november 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in een zaak waarin een boete was opgelegd aan de betrokkene op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De betrokkene had een boete van € 119,00 ontvangen voor het tegen de rijrichting inrijden op een rotonde, specifiek voor het negeren van verkeersbord D1 dat een verplichte rijrichting aangaf. De overtreding vond plaats op 26 februari 2024 op de Jeltewei in Hommerts. De betrokkene heeft tegen de boete beroep aangetekend, maar dit werd door de officier van justitie ongegrond verklaard. Hierna heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter, die op de zitting op 6 november 2025 de zaak heeft behandeld. De vertegenwoordiger van de officier van justitie was aanwezig, maar de betrokkene en zijn gemachtigde waren niet verschenen. Na sluiting van het onderzoek heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De kantonrechter oordeelde dat de betrokkene door rechtdoor te rijden op de rotonde in strijd heeft gehandeld met de verplichte rijrichting. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af. De uitspraak is gedaan door mr. L.E.A. Jonkers-Vellinga, met D.W. Veenstra als griffier. De beslissing kan binnen zes weken worden aangevochten bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 264721316
zaaknummer: 11606658 BU VERZ 25-619

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van6 november 2025

in de zaak van

[betrokkene] (de betrokkene),

die woont in [woonplaats] ,
gemachtigde: Adviesbureau Skandara.

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verkeersovertreding waarvoor de boete is opgelegd is: R574 – ‘tegen de rijrichting inrijden op een rotonde (bord D1, verplichte rijrichting)’, verricht op 26 februari 2024, om 13:36 uur, op de Jeltewei in Hommerts, met een personenauto, met kenteken [kenteken] . De opgelegde boete bedraagt € 119,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op 6 november 2025 op de zitting behandeld. Daarbij was mr. P.A. Veenstra aanwezig als vertegenwoordigster van de officier van justitie. Betrokkene en de gemachtigde zijn niet verschenen.
1.3.
Na sluiting van het onderzoek op de zitting heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de kantonrechter

Beslissing

2. De kantonrechter beoordeelt het beroep aan de hand van de beroepsgronden van betrokkene. Zij oordeelt dat het beroep ongegrond is en zal hierna uitleggen waarom dat het geval is.
Standpunten
3. Betrokkene betwist de overtreding. Hij heeft niet tegen de rijrichting in gereden op de rotonde. Hij is rechtdoor overgestoken, dat is volgens betrokkene iets anders dan tegen de rijrichting in rijden. Er wordt verzocht om proceskostenvergoeding.
4. De vertegenwoordigster stelt zich op het standpunt dat betrokkene door rechtdoor te rijden, in strijd heeft gehandeld met de verplichte rijrichting die door verkeersbord D1 werd aangegeven.
Overwegingen
5. Uit het dossier blijkt dat ter plaatse een bord D1 staat, dat aangeeft dat een verplichte rijrichting gevolgd moet worden op de rotonde. Door rechtdoor over de rotonde te rijden, heeft betrokkene in strijd met die verplichte rijrichting gehandeld. Daarvoor is namelijk niet vereist dat de rotonde linksom wordt gereden – al het andere dan rechtsom rijden is tegen de rijrichting in. De verkeersovertreding kan worden vastgesteld.
6. Er zijn geen feiten en omstandigheden aangevoerd die kunnen leiden tot wijziging van de boete.
7. De kantonrechter zal het beroep ongegrond verklaren en het verzoek om proceskostenvergoeding afwijzen.

Conclusie

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Waarvan proces-verbaal,
D.W. Veenstra, griffier mr. L.E.A. Jonkers-Vellinga, kantonrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.