Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 februari 2025 in de zaak tussen
[handelsnaam 1], t.h.o.d.n.
[handelsnaam 2]
de burgemeester van Groningen
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
- het handelen in strijd met de Algemene wet inzake rijksbelastingen in de periode van 1 januari 2019 tot en met 17 augustus 2023 en
- het handelen in strijd met de Opiumwet op 8 september 2022.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
-hasjiesj in te kopen en te verkopen in haar coffeeshops. Verzoekster is door de burgemeester in de periode voorafgaande aan het bestreden besluit toegelaten tot het ‘Experiment gesloten coffeeshopketen’ (het experiment).
- verzoekster niet is gehouden de coffeeshops [handelsnaam 1] en [handelsnaam 2] volledig te sluiten en de exploitatie te staken en
- dat de burgemeester niet bevoegd is om de horecabedrijven zelf te (laten) sluiten op basis van het bestreden besluit.
Beslissing
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen toe;
- schorst de werking van het bestreden besluit van 14 januari 2025;
- bepaalt dat deze voorlopige voorziening vervalt na ommekomst van zes weken nadat het te nemen besluit op bezwaar is bekendgemaakt;
- wijst af hetgeen meer of anders is verzocht;
- draagt het college op het griffierecht van € 53,– aan verzoekster te vergoeden;
- veroordeelt de burgemeester tot betaling van € 1.814,– aan proceskosten van verzoekster.