ECLI:NL:RBNNE:2025:502

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
13 februari 2025
Publicatiedatum
13 februari 2025
Zaaknummer
25/220
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening omgevingsvergunning aanleg Zuiderplantsoen in Sterrebos, Groningen

Op 13 februari 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting Vleermuiswerkgroep Groningen, Stichting Boomwachters Groningen en de Erfgoedvereniging Bond Heemschut als verzoekers, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen als verweerder. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening tegen de omgevingsvergunning voor de aanleg van fase 1 van het Zuiderplantsoen in het noordelijk deel van het gemeentelijk monument Sterrebos in Groningen. De vergunning was op 23 juli 2024 verleend en de verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen deze vergunning. De voorzieningenrechter heeft op 10 februari 2025 de zaak behandeld en geconcludeerd dat er geen spoedeisend belang is voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de graafwerkzaamheden voor de aanleg van de tegels al hebben plaatsgevonden en dat er geen onomkeerbare schade aan het monument te verwachten is. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, waardoor de vergunninghouder de vergunde werkzaamheden mag voortzetten. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken op 14 februari 2025.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 25/220

uitspraak van de voorzieningenrechter van 14 februari 2025 in de zaak tussen

Stichting Vleermuiswerkgroep Groningen uit Groningen, Stichting Boomwachters

Groningen uit Groningen en de Erfgoedvereniging Bond Heemschut uit Amsterdam, verzoekers
(gemachtigde: A. Wouda),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen.

Als derde-partij neemt aan de zaak deel: Gemeente Groningen uit Groningen (vergunninghouder).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening tegen de omgevingsvergunning voor de aanleg van fase 1 van het Zuiderplantsoen in het noordelijk deel van gemeentelijk monument Sterrebos in Groningen.
1.1.
Het college heeft deze vergunning op 23 juli 2024 verleend. Het betreft een omgevingsvergunning voor een aanlegactiviteit (artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)) en de wijziging van een gemeentelijk monument (artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo).
1.2.
Verzoekers hebben hiertegen bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter op 15 januari 2025 gevraagd de monumentenvergunning te schorsen tot zes weken nadat op de bezwaren is beslist.
1.3.
Het college heeft op het verzoek gereageerd met een verweerschrift. Vergunninghouder heeft ook schriftelijk gereageerd.
1.4.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 10 februari 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van verzoekers met [naam], [naam], [naam] en [naam] en namens het college: C. Bouwmeester, H. ter Meulen, S. Dupont en L. Thoma. Namens vergunninghouder hebben G. Boerema en J.R. ten Hove deelgenomen.

Overgangsrecht Omgevingswet

2. Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Bij de invoering van deze wet is een aantal andere wetten gewijzigd. Uit het overgangsrecht dat bij die wet hoort vloeit voort dat op deze procedure het recht van toepassing is zoals dat gold voor 1 januari 2024.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

3. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
4. De voorzieningenrechter treft op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) alleen een voorlopige voorziening als onverwijlde spoed dat vereist. Daarvan is volgens de voorzieningenrechter geen sprake. Anders dan verzoekers betogen, is de voorzieningenrechter namelijk niet gebleken dat de inwerkingtreding van de vergunning leidt tot onomkeerbare gevolgen voor het monument.
4.1.
De voorzieningenrechter stelt vast dat het bestreden besluit alleen ziet op de aanleg van een nieuw pad van zuid naar noord in het noordelijk deel van het Sterrebos [1] uitmondend in de Sterrebosstraat, en het plaatsen van zogenaamde sterrebostegels aan de noord- en westrand van het noordelijk deel van Sterrebos.
Het bestreden besluit ziet niet op de aanleg van andere paden, de kap van bomen of andere vergunningplichtige werkzaamheden voor de realisatie van het Zuiderplantsoen. De in eerste instantie in de bijlagen bij de aanvraag opgenomen vormbomen aan weerszijden van het nieuwe pad, zijn uit de aanvraag gehaald en maken geen onderdeel uit van het bestreden besluit.
4.2.
Verder stelt de voorzieningenrechter vast dat het verzoek tot schorsing alleen ziet op het besluit voor zover het gaat om de verleende monumentenvergunning. Het verzoek ziet niet op het besluit voor zover het gaat om de aanlegvergunning vanwege de archeologische waarde.
4.3.
Het college stelt zich op het standpunt dat de Stichting Vleermuiswerkgroep Groningen geen belanghebbende is bij het bestreden besluit. Niet ter discussie staat dat de bezwaren van Stichting Boomwachters Groningen en de Erfgoedvereniging Bond Heemschut in elk geval ontvankelijk zijn. Een bespreking van de belanghebbendheid van de Stichting Vleermuiswerkgroep Groningen laat de voorzieningenrechter daarom om redenen van proceseconomie buiten beschouwing.
4.4.
Volgens verzoekers is er belang bij het treffen van een voorziening omdat door de aanleg van paden en tegels onherstelbare schade aan het gebied ontstaat. Bij het graven voor de aanleg van de tegels wordt ook de ongeroerde bodem geraakt waardoor de relatief ondiepe humuslaag die in de loop der jaren daar is ontstaan of aangebracht, verdwijnt. Dit leidt tot schade aan de omringende bomen omdat de onderlinge uitwisseling van nutriënten, water en alarmsignalen tussen bomen verdwijnt. Omdat het nieuw aan te leggen pad zes meter breed wordt, vrezen verzoekers beschadiging van (de wortels van) de omliggende bomen.
4.4.1.
In de kern richten de bezwaarschriften van verzoekers zich op het ontbreken van een advies van de commissie Ruimtelijke Kwaliteit, het feit dat aanleg van het rechte pad niet bij de huidige Engelse stijl van het Sterrebos past en in strijd met de ‘Redengevende Omschrijving van het Monument Sterrebos’ is, en het feit dat geen onderzoek is gedaan naar de gevolgen van de ingrepen voor de flora en fauna.
4.5.
Op de zitting is vastgesteld dat alle graafwerkzaamheden voor de sterrebostegels aan de noord- en westrand inmiddels hebben plaatsgevonden. Een groot deel van de sterrebostegels is ook al geplaatst. Met betrekking tot deze op grond van het bestreden besluit toegestane activiteit, is er naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen spoedeisend belang meer bij het treffen van de gevraagde voorziening.
4.6.
Met betrekking tot de aanleg van het nieuwe rechte pad richting de Sterrebosstraat is door vergunninghouder toegelicht dat deze werkzaamheden ongeveer twee weken duren. De oplevering van de volledige realisatie van het Zuiderplantsoen is voorzien voor 8 mei 2025. Het college verwacht eind februari 2025 een beslissing op de bezwaren te kunnen nemen. Vergunninghouder wil deze werkzaamheden zo snel mogelijk uitvoeren in verband met de start van het broedseizoen. [2] Vergunninghouder heeft op de zitting gesteld dat bij de graafwerkzaamheden voor het pad geen bomen worden verwijderd en dat tot een meter kan worden afgegraven zonder de boomwortels van de bomen aan weerszijden van het pad te raken. Dit omdat onder de relatief dunne humuslaag het zand van een eerder aanwezige weg ligt. Dit is door verzoekers niet gemotiveerd bestreden. De voorzieningenrechter is gelet op het voorgaande van oordeel dat geen sprake van een spoedeisend belang nu niet is gebleken dat sprake is van onomkeerbare gevolgen van de werkzaamheden. De voorzieningenrechter ziet daarom, in het licht van hetgeen door verzoekers is aangevoerd, geen spoedeisend belang bij het treffen van de gevraagde voorziening.
4.7.
Gelet op het ontbreken van een spoedeisend belang komt de voorzieningenrechter niet toe aan een voorlopige beoordeling van de inhoudelijke bezwaargronden van verzoekers.

Conclusie en gevolgen

5. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat vergunninghouder de vergunde werkzaamheden, voor eigen rekening en risico, mag voortzetten hangende de bezwaarprocedure. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.S. van den Berg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.G. Steenbergen, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op 14 februari 2025.
griffier
voorzieningenrechter
De voorzieningenrechter is niet in de gelegenheid om deze uitspraak mede te ondertekenen.
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Door de aanleg van de ringweg N7 in de periode 1960-1970 is het Sterrebos in een noordelijk en een zuidelijk deel gescheiden. Het (huidige) noordelijk deel van het Sterrebos dat als zodanig als monument is aangewezen, is het deel ten noorden van de voormalige ringweg N7. In 2024 heeft de oplevering van de vernieuwing van de ringweg plaatsgevonden waarbij dit deel van de ringweg verdiept is aangelegd. Op de gronden waar voorheen de ringweg liep, is groen voorzien waardoor het Sterrebos weer een geheel kan vormen. Dat nieuwe groen boven de verdiepte ring, wordt onderdeel van het aan te leggen Zuiderplantsoen.
2.Voor de start van het broedseizoen wordt veelal gerekend met 15 maart omdat vanaf dan de meeste vogels broeden.