Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
2.Het wrakingsverzoek
3.Het standpunt van de rechter
4.De beoordeling
5.De beslissing
- de verzoekster;
- de gewraakte rechter, mr. N.J.M. Plat;
- de betrokken partij(en).
Rechtbank Noord-Nederland
Op 5 december 2025 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Nederland een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van een verzoekster tegen mr. N.J.M. Plat, de rechter die belast is met de behandeling van een civiele procedure. Het wrakingsverzoek was ingediend op basis van de persoonlijke relatiesfeer van de verzoekster, die stelde dat er een schijn van partijdigheid bestond. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen concrete feiten of omstandigheden zijn aangevoerd die de vrees voor vooringenomenheid van de rechter objectief gerechtvaardigd maken. De rechter heeft in haar schriftelijke reactie aangegeven dat zij geen persoonlijke contacten onderhoudt met de verzoekster of haar vertegenwoordigers, en dat er geen aanleiding is om aan haar onpartijdigheid te twijfelen. De rechtbank heeft de toepasselijke normen uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens in acht genomen en geconcludeerd dat het verzoek tot wraking kennelijk ongegrond is. De procedure met zaaknummer [zaaknummer] zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot wraking. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.