Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
beschikking van 18 september 2025
PROCESGANG
RECHTSOVERWEGINGEN
BESLISSING
18 september 2025, in tegenwoordigheid van de griffier. [1]
Rechtbank Noord-Nederland
Op 18 september 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een verzoek tot voorlopige voorziening afgewezen dat was ingediend door een schuldenaar in het kader van de wettelijke schuldsaneringsregeling (Wsnp). De schuldenaar had verzocht om schorsing van een loonbeslag dat door het Noordelijk Belastingkantoor was gelegd. De rechtbank oordeelde dat de noodzaak en spoedeisendheid van het verzoek onvoldoende waren onderbouwd. De schuldenaar stelde dat het beslag leidde tot een onhoudbare financiële situatie, maar de rechtbank vond dat er onvoldoende bewijs was voor een acute noodsituatie. De rechtbank merkte op dat de schuldenaar niet had aangetoond dat hij door het beslag in financiële problemen verkeerde, en dat er geen onderbouwing was voor de stelling dat nieuwe schulden zouden ontstaan als gevolg van het beslag. De rechtbank concludeerde dat het verzoek tot voorlopige voorziening niet kon worden toegewezen en wees het verzoek af. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en er werd aangegeven dat hoger beroep mogelijk is binnen drie maanden na de uitspraak.