Uitspraak
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
- in donkere kleding is gekleed en/of - daarbij een breekvoorwerp (een koevoet) en/of een bivakmuts in zijn hand(en) heeft en/of
- daarmee naar het pand (een [bedrijf] ) is gelopen en/of
- met een breekvoorwerp (een koevoet) een voordeur van het pand (het slot en/of sloten) open heeft gebroken en/of
- in het pand naar een kassa en/of een kantoor is gelopen en/of
- vervolgens naar buiten is gelopen en het pand heeft verlaten; terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Beoordeling van het bewijs
Bewezenverklaring
in donkere kleding is gekleed en
- daarbij een breekvoorwerp in zijn handen heeft en
- daarmee naar het pand (een [bedrijf] ) is gelopen en
- met een breekvoorwerp een voordeur van het pand (het slot) open heeft gebroken en
- in het pand naar een kassa is gelopen en
- vervolgens naar buiten is gelopen en het pand heeft verlaten; terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
- diefstal door middel van braak op 10 mei 2024 te [plaats] ;
- poging tot diefstal door middel van braak op 7 juni 2024 te [plaats] ;
- diefstal door middel van braak op 13 juni 2024 te [plaats] ;
- poging tot diefstal door middel van braak op 10 juli 2024 te [plaats] ;
- diefstal door middel van braak op 21 juli 2024 te [plaats] .
Benadeelde partij
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 517 dagen.
een gedeelte, groot 450 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
een taakstraf voor de duur van 240 uren.
- het bedrag van 2.720,62 (zegge: tweeduizend zevenhonderdtwintig euro en tweeënzestig eurocent);
- de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 mei 2024 tot de dag van algehele voldoening;
- de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.