ECLI:NL:RBNNE:2025:4415

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
28 oktober 2025
Publicatiedatum
28 oktober 2025
Zaaknummer
18-070434-01
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een veroordeelde met pedofiele stoornis

Op 28 oktober 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Groningen uitspraak gedaan in de zaak tegen een veroordeelde, geboren in 1958, die sinds 2004 onder terbeschikkingstelling (tbs) staat. De officier van justitie had op 5 september 2025 gevorderd om de tbs met dwangverpleging te verlengen met twee jaren. Tijdens de behandeling op 14 oktober 2025 waren de veroordeelde, zijn raadsman mr. J.J. Lieftink, de officier van justitie mr. L. Lübbers en deskundige mw. L. Wijgers aanwezig. De rechtbank heeft de relevante stukken, waaronder een advies van de behandelinstelling, in overweging genomen. De veroordeelde heeft een pedofiele stoornis en andere psychische problemen, waardoor hij een hoog recidiverisico heeft. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen vereist dat de tbs wordt verlengd, omdat er geen verandering in de risicofactoren is opgetreden en de veroordeelde heimelijk gedrag vertoonde dat in strijd was met de behandelafspraken. De rechtbank heeft de verlenging van de tbs met twee jaren gerechtvaardigd op basis van de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18-070434-01
beslissing van de meervoudige strafkamer d.d. 28 oktober 2025 in de rechtbank Noord-
Nederland
in de zaak tegen

[veroordeelde]

geboren op [geboortedatum] 1958 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] ,
hierna te noemen: de veroordeelde.
Procesverloop
De officier van justitie heeft op 5 september 2025 schriftelijk gevorderd dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling van de veroordeelde zal verlengen met twee jaren.
De behandeling heeft plaatsgevonden op 14 oktober 2025, waarbij aanwezig waren de veroordeelde, zijn raadsman mr. J.J. Lieftink, de officier van justitie mr. L. Lübbers en mw. L. Wijgers, GZ-psycholoog, als deskundige.
De rechtbank heeft acht geslagen op de stukken, waaronder met name het door het (plaatsvervangend) hoofd van de inrichting ondertekende rapport met advies d.d. 8 augustus 2025, van het behandelteam van de instelling waar de veroordeelde van overheidswege wordt verpleegd en de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de veroordeelde.

Motivering

De opgelegde terbeschikkingstelling
Bij vonnis van 25 juli 2002 heeft de (toenmalige) rechtbank Groningen de veroordeelde wegens het meermalen plegen van ontuchtige handelingen met dan wel seksueel binnendringen van minderjarigen, onder meer ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege.
De terbeschikkingstelling is aangevangen 1 november 2004 en laatstelijk op 1 november 2023 verlengd met twee jaren, welke beslissing op 4 april 2024 in hoger beroep door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is bevestigd.
Het advies van de instelling
In het verlengingsadvies wordt geadviseerd de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren. In dit verlengingsadvies is onder meer het volgende aangegeven, zakelijk weergegeven:
De veroordeelde is een thans 67-jarige man bij wie sprake is van een pedofiele stoornis en een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met narcistische en histrionische trekken. Daarnaast is er sprake van een stemmingsstoornis, te weten een persisterende depressieve stoornis en een beperkte neurocognitieve stoornis met ongespecificeerde oorzaak. De problematiek en de daarmee samenhangende risicofactoren zijn in de loop der jaren onvoldoende bewerkbaar gebleken, waardoor externe structurering en risicomanagement altijd nodig zullen zijn. De verwachting is dat hij bij beëindiging van de tbs op korte termijn terug zal vallen in het opzoeken van en kijken naar kinderpornografie. Bij beëindiging van de tbs zal op langere termijn ook het risico op recidive in hands-on delicten hoog zijn omdat veroordeelde naar verwachting onvoldoende voldoening kan halen uit contacten met andere volwassenen en hij de drang naar contact met jonge jongens niet zal kunnen weerstaan. Op basis van de ernstige problematiek en zijn beperkte probleembesef en ziekte-inzicht, is de verwachting dat hij nog lange tijd een stevig extern risicomanagement van forensische begeleiding en toezicht nodig zal hebben om de risico's te kunnen managen. Momenteel werken de externe structurering en het externe risicomanagement beschermend, bij het ontbreken van deze controle zal naar verwachting het recidiverisico een stuk hoger, tot onverantwoord hoog liggen. Middels het verblijf in een tbs-kliniek worden risicofactoren, zoals de persoonlijkheidsproblematiek en seksuele voorkeur voor pre-puberale jongens, voldoende ingekaderd en gecontroleerd om hands-on recidive te voorkomen. Deze controle krijgt vorm door het fysieke verblijf op een beveiligde afdeling met 24-uurs begeleiding door forensisch psychiatrisch begeleiders (o.a. externe structurering en vroegsignalering). Met name externe factoren zoals hulpverlening, woonsituatie en
toezicht - zolang de tbs voortduurt - werken beschermend. Daarnaast is zijn werk een sterke motiverende en beschermende factor.
De deskundige mw. L. Wijgers heeft tijdens de terechtzitting van 14 oktober 2025 het advies bevestigd. Daarnaast geeft de veroordeelde aan niet te weten hoe de afbeeldingen op zijn telefoon komen en komen de gesprekken hierover niet ver. De zorg is op dit moment met name gericht op het kwaliteit van leven van de veroordeelde.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij haar vordering.
Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsman
De veroordeelde en zijn raadsman hebben zich verzet tegen een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren. De raadsman heeft hiertoe aangevoerd dat gelet op de proportionaliteit en subsidiariteit en het feit dat de veroordeelde al sinds 2004 in de tbs zit, een verlenging met één jaar volstaat. Dit biedt de veroordeelde perspectief en zodoende kan er toegewerkt worden naar een voorwaardelijke beëindiging.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de in het onderliggende vonnis voorkomende bewezenverklaring, de kwalificatie en de motivering van de opgelegde straf en maatregel, in onderling verband en samenhang bezien vast, dat het evident is dat de maatregel van terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van misdrijven gericht tegen of gevaar veroorzakend voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Dit betekent dat de maatregel niet in duur beperkt is en dus verlengd kan worden.
Op grond van de inhoud van voormeld advies, de door de deskundige gegeven toelichting en hetgeen overigens uit het onderzoek ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen vereist dat de termijn van de dwangmaatregel wordt verlengd
De rechtbank overweegt hierbij dat gelet op de advies van de kliniek behandeling niet heeft geleid tot een verandering in de risicofactoren samenhangend met de pedofiele stoornis en de persoonlijkheidsproblematiek en dat sprake is van een beperkt probleembesef en ziekte-inzicht. In verband hiermee overweegt de rechtbank in het bijzonder dat de veroordeelde in de voorgaande behandelperiode heimelijk gedrag heeft vertoond met zijn telefoon, te weten dat er in strijd met de behandelafspraken opnieuw (meer dan de toegestane hoeveelheid) afbeeldingen van jonge jongens in zwembroek op zijn telefoon stonden, dat hij zoekgeschiedenis heeft verwijderd, zijn webbrowser in privémodus heeft gezet en dat hij gezocht heeft op termen als 'young boys speedo' en 'Mastering Cybersecurity'.
De rechtbank oordeelt gelet op voorgaande dat de huidige tbs niet zwaarder is dan noodzakelijk, dat er geen lichtere, passende alternatieven zijn en dat de verwachting niet is dat de tbs binnen één jaar voorwaardelijk zal worden beëindigd. Dit maakt dat een verlenging van twee jaren geboden is.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van de veroordeelde met twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door mr. H.J. Schuth, voorzitter, mr. A. Nieuwenhuis en mr. M.O. Thijsen, rechters, bijgestaan door mr. J. van der Wiel, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 28 oktober 2025.