Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
bewustaanvaarden van een aanmerkelijke kans dat de aangevers als gevolg van haar handelen zouden komen te overlijden of zwaar lichamelijk letsel zouden oplopen, is dan ook geen sprake geweest. Ten aanzien van het meer subsidiair ten laste gelegde, een bedreiging van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat tot een bewezenverklaring kan worden gekomen.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
- het psychologisch Pro Justitia rapport d.d. 14 augustus 2025, opgemaakt door M.G.H. van Willigenburg, klinisch psycholoog;
- het reclasseringsrapport d.d. 18 september 2025, opgemaakt door [naam] , reclasseringswerker, en haar (aanvullende) e-mailbericht van 1 oktober 2025.
Beslag
Benadeelde partij
Toepassing van wetsartikelen
Uitspraak
een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden.
een gedeelte, groot 13 maanden), niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
- ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.