Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
- het bericht van de GI met bijlagen van 19 september 2025;
- het bericht van de advocaat van de vader met bijlagen van 26 september 2025.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de kinderrechter op 15 oktober 2025 uitspraak gedaan over het verzoek van de vader om de gecertificeerde instelling (GI) die de ondertoezichtstelling van zijn kinderen uitvoert, te vervangen. De vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. A.L. van Onna, heeft aangevoerd dat hij zich niet gehoord voelt door de GI en dat er een gebrek aan daadkracht is in de omgangsregeling met zijn kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.J. Buitenhuis, steunt het verzoek van de vader niet en benadrukt het belang van de bestaande vertrouwensband tussen de kinderen en de GI.
De kinderrechter heeft de procedure op 26 september 2025 gevoerd, waarbij zowel de vader als de moeder en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er veel ruis is in de samenwerking tussen de vader en de GI, vooral na een incident op 15 januari 2025, waarbij de kinderen zich zorgelijk hebben uitgelaten over hun omgang met de vader. Ondanks de verstoorde communicatie tussen de vader en de GI, heeft de kinderrechter geoordeeld dat het in het belang van de kinderen is om de huidige GI te handhaven, omdat zij al een vertrouwensband hebben opgebouwd.
De kinderrechter heeft het verzoek van de vader tot vervanging van de GI afgewezen, met de overweging dat de vader moet meewerken aan het voorstel van de GI om een derde jeugdbeschermer te betrekken. De kinderrechter heeft de vader aangespoord om in het belang van zijn kinderen in gesprek te gaan met de GI en de samenwerking te herstellen. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.