Beoordeling van het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor feit 1 primair.
De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd van feit 2 primair en subsidiair.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit en heeft daartoe het volgende aangevoerd. De verklaringen van aangeefsters [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zijn niet betrouwbaar en bovendien is er naast hun verklaring geen enkel ander bewijs. De inhoud van het gesprek op de geluidsopname is voor meerdere
interpretaties vatbaar en daarmee te dubbelzinnig om als steunbewijs te dienen. Het bewijs van het contact tussen aangeefsters en verdachte berust op een beperkt aantal schermopnamen van uitgewisselde berichten en bewijs voor uitgebreider contact is er niet. Bovendien hebben die berichten geen betrekking op het seksuele contact. Verdachte ontkent en er is onvoldoende bewijs voor het ten laste gelegde.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. De door verdachte ter zitting van 25 september 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik werkte op [naam werkgever] te [plaats 1] . Ik had via WhatsApp en Snapchat contact met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Ik heb buiten de schooltijden ook op een andere manier contact gehad met [slachtoffer 1] . Ik ben met haar naar de bunkers bij [plaats 2] geweest. Ik ben ook een keer in een een- op-een-situatie op school geweest met [slachtoffer 2] . Wij bevonden ons in een lokaal op school zij had stage en ik vroeg haar mij te helpen met opruimen. Mij wordt een bericht voorgehouden waarin een selfie van mij met allerlei hartjes staat en waarin ik de ander lieverd noem. Ik heb dit bericht gestuurd. Ik ben als begeleider mee geweest in een bus naar een uitje van school. De leerlingen zagen mij als een docent; als een werknemer van de school. Zij wilden hun verhaal kwijt en ik heb een luisterend oor geboden.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 2 juli 2024 opgenomen op pagina 12 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland van het onderzoek [nummer] d.d. 27 januari 2025, inhoudend de verklaring van [ouder slachtoffer 1] :
Zij deed aangifte van misbruik namens het slachtoffer [slachtoffer 1] geboren op [geboortedatum] 2010, gepleegd door [verdachte] in de periode tussen 1 april 2024 en 30 juni 2024.
Een paar maanden geleden vertelde [slachtoffer 1] dat ze [verdachte] op Snapchat had. Ongeveer twee weken geleden heeft ze met hem afgesproken. Ik besloot haar telefoon in te nemen. Toen ik de telefoon (
de rechtbank begrijpt: van [slachtoffer 1]) had, ben ik er in gaan neuzen en toen kwam ik die berichten tegen. Ik zag in een vergrendeld album twee screenshots van een WhatsApp-gesprek tussen [slachtoffer 1] en iemand die zich " [contactnaam] " noemt. [verdachte] staat opgeslagen onder deze naam op haar telefoon. Ik weet dat het [verdachte] is omdat hij de naam van zijn zoon noemt en [slachtoffer 1] heeft het ook toegegeven. In de screenshots staat ook een bericht van ' [contactnaam] ' aan [slachtoffer 1] met de volgende tekst: “Lieve [slachtoffer 1] , laat iedereen denkt wat ze willen denken. Als zij daar gelukkig van worden! Wij gaan er een keer een dagje op uit, biosje of dagje zwemmen. Maar dat moet de school niet rondgaan want dan heb ik een probleem” [slachtoffer 1] kwam afgelopen maandagmiddag thuis en vertelde ons dat ze gezoend had met meneer [verdachte] . Zij hadden afgesproken aan [adres] , dit is een weggetje tussen Frieschepalen en Marum. Dit was ongeveer twee weken terug.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 juli 2024 opgenomen op pagina 17 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant ] :
[ouder slachtoffer 1] vertelde tijdens haar aangifte dat haar dochter [slachtoffer 1] afgelopen zaterdagochtend 29 juni 2024, een briefje voor haar op de tafel had gelegd.
Het briefje is geschreven in het Fries. Hieronder beschrijf ik de vertaling in het Nederlands: () Ik weet nu wat mama bedoelde, maar ik kan gewoon goed praten met
meneer [verdachte] . () Maar ik wou meneer niet in de problemen brengen want hij is altijd hartstikke aardig voor mij. Dus wil mama het alsjeblieft niet tegen iemand zeggen. Wil mama het alsjeblieft tegen
niemand zeggen want ik vertrouw hem best veel ()
Ik had telefonisch contact met [naam directrice] , directrice van [naam werkgever] te [plaats 1] . Zij vertelde mij dat [slachtoffer 1] gisterochtend, maandag 1 juli 2024, samen met haar vriendin [slachtoffer 2] , bij haar op kantoor was gekomen. Daar hadden beide meiden onder andere aangegeven via social media contact te hebben met verdachte [verdachte] . Daarbij had [slachtoffer 2] haar telefoon getoond aan [naam directrice] . [naam directrice] had vervolgens met haar eigen telefoon twee foto's genomen van de telefoon van [slachtoffer 2] . Op een van de foto's is een zogenaamde ' selfie ' met daarop een filter van verdachte [verdachte] te zien. Onder de foto staat de volgende tekst: 'Echt waar lieverd (emoticon hartje) met jou wil ik de wereld zien al moet ik wachten om dit aan iedereen te laten zien (emoticon hartje)'.
4. De eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting van 25 september 2025:
De rechtbank ziet op pagina 77 van het procesdossier een Snapchat-selfie. Op de Snapchat-selfie ziet de rechtbank een foto van verdachte met een toegepast Snapchat-filter met allerlei hartjes daaromheen.
Onder de selfie staat de volgende tekst: 'Echt waar lieverd (emoticon hartje) met jou wil ik de wereld zien al moet ik wachten om dit aan iedereen te laten zien (emoticon hartje)'.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 juli 2024 opgenomen op pagina 23 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant ] en de tekst van de aangetroffen Whatsapp-berichten in de bijlage van dit proces-verbaal:
Op dinsdag 2 juli 2024 deed [ouder slachtoffer 1] aangifte namens haar dochter [slachtoffer 1] . [ouder slachtoffer 1] vertelde in haar aangifte dat zij in de telefoon van [slachtoffer 1] in de galerij een vergrendeld album had aangetroffen. Deze aangetroffen screenshots zijn als fotobijlage bij dit proces- verbaal van bevindingen gevoegd.
Whatsapp-gesprek met persoon die in de telefoon staat opgeslagen staat als “ [contactnaam] ”:
- Verzonden 16:20 uur: K ga vanavond rondje lopen door het dorp komt meneer gezellig langs
- Ontvangen 16:21 uur: Ik heb [naam] dan thuis
- Verzonden 16:21 uur: Dat is saai
- Verzonden 16:21 uur: Jammer
- Verzonden 16:21 uur: Doe mag ook wel mee hoor hahaha
- Ontvangen 16:23 uur: Heb je liever alleen (lachbekje met tong emoji)
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 15 juli 2024 opgenomen op pagina 26 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 1] :
Ik zit in [plaats 1] op school. [verdachte] is mijn docent. Ik heb hem een keer na mijn werk gezoend. Ik bedoel met zoenen: tongen en draaien. Hij en ik hebben ook ooit een keer weer afgesproken in de maand juni en toen wou hij seks. We hadden het geprobeerd maar het wou niet. We waren bij een bunker in [plaats 2] . We hadden gewoon afgesproken. En toen gingen we een stukje lopen. En toen liepen we naar de bunker bij de motorcrossbaan. En ja, toen gebeurde het gewoon. Bijna, niet echt. Toen vroeg hij: “Wil je seks?” En toen zei ik: “ja.” Hij pakte me vast, bij mijn borsten. Dat was onder de kleding. Hij deed zijn broek naar beneden en ik ook. Hij heeft geprobeerd zijn lul in mijn vagina te krijgen, maar het wou niet. Hij zei daarna: “Ik zie je morgen wel weer op school.” Hij gaf mij een kus op mijn lippen. Bij [plaats 2] hebben we ook gezoend. Mijn vriendin [slachtoffer 2] die weet dit ook. Zij was de enige die het wist. Ik mocht het van hem aan niemand vertellen, maar mijn beste vriendin die weet alles over me. Ik weet ook alles over haar. Hij heeft het ook bij haar gedaan, hij heeft haar ook gezoend. Hij heet [contactnaam] in mijn telefoon.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 8 juli 2024 opgenomen op pagina 58 van voornoemd dossier, inhoudend de aangifte van [slachtoffer 2] :
Omschrijving aangifte
Pleegdatum/tijd: Tussen 13 mei 2024 om 09:00 uur en 1 juli 2024 om 09:00 uur. Plaats delict: [plaats 1] .
Aangever
Achternaam : [slachtoffer 2] Voornamen : [slachtoffer 2]
Geboren: [geboortedatum] 2007
[slachtoffer 2] doet aangifte tegen [verdachte] .
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor d.d. 8 juli 2024 opgenomen op pagina 59 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2007:
Ik ga naar school in [plaats 1] . Ik heb aangifte gedaan tegen de docent [verdachte] . Hij vindt mij en [slachtoffer 1] leuk. Hij ging mee naar een andere school als begeleider. Hij bood aan: “Je mag mijn Snap wel.” Wij zaten naast elkaar in de bus naar de keuzevakken carrousel. Dit was na de meivakantie. Hij heeft mij via een Snap verteld dat hij met mij wil trouwen. Ik had contact met hem via Snapchat en via WhatsApp. Wij, [slachtoffer 1] en ik, hebben vorige week maandag gesproken met hem. Hij zei dat het hem speet en dat hij te ver was gegaan en dat wij ook te ver waren gegaan. Hij heeft het dan over dat [slachtoffer 1] en dat zij een relatie hebben gehad en dat zij het bijna hadden gedaan in de bunker. Ik bedoel met “bijna gedaan” seks. Zij hadden gekust en hij mij ook. Ik had toen stage en was op school aan het helpen in het lokaal. Toen deed hij de deur dicht en gaf me een kus op mijn mond. Hij had ook een hand op mijn billen en kneep. De kus was zonder tong en het duurde niet lang. Ik was geschrokken. Ik heb niets gezegd en ik ben toen naar huis gegaan. [slachtoffer 1] vertelt mij alles met details. Ik weet daarom dat ze hebben gezoend en dat hij onder de kleding aan haar tieten heeft gezeten.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 11 juli 2024 opgenomen op pagina 67 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van [naam directrice] :
Ik ben directrice aan [naam werkgever] te [plaats 1] . Op 1 juli 2024 rond 08.10 uur kwamen [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] naar mijn kamer. In mijn kantoor nam [slachtoffer 2] het woord. [slachtoffer 2] zei: “Meneer [verdachte] vindt ons leuk en [slachtoffer 1] heeft een relatie gehad met meneer [verdachte] .” Ik vroeg wat ze met relatie bedoelde en ik hoorde dat [slachtoffer 2] zei dat er was gezoend. Op de vraag of het tegen haar zin was zei [slachtoffer 1] dat het niet tegen haar zin was en dat er verder niks was gebeurd. [slachtoffer 2] zei dat er meer was gebeurd dan alleen zoenen, maar dat [slachtoffer 1] dit niet durfde te vertellen. [slachtoffer 1] zei: “Meneer vond mij wel leuk en mooi.”
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 juli 2024 opgenomen op pagina 100 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisant [verbalisant ] :
Op 18 juli 2024 werd onderzoek gedaan in de veiliggestelde data van
de inbeslaggenomen telefoon van [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats] . Door collega [verbalisant ] was een geluidsbestand op de veiliggestelde data aangetroffen. Dit betrof een opname d.d. 01-07-2024. Door mij is het geluidsbestand met de naam “ [opnamebestand] ” opgeslagen.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 juli 2024 opgenomen op pagina 102 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de uitwerking van het onder bewijsmiddel 10
bedoelde geluidsbestand [opnamebestand] :
Man: Maar is dat misschien een idee dan? Dat we gewoon hierbij laten en dan. Meisje1: Dat moet je aan haar vragen. Ik laat het overal bij.
Man: Het is een beetje uit de hand gelopen. Meisje 2: Beetje?
Man: Beetje, ja. Beetje, ja. Niet veel. Maar... Ja. Van beide kanten is het uit de hand gelopen. Man: Aan beide kanten is het uit de hand gelopen.
Man: Ik had ook beter moeten nadenken.
Man: Je mag me slaan, ik zag dat je boos bent.
Man: Het spijt me wel oprecht. Het spijt me wel oprecht. We zijn te ver gegaan. Aan beide kanten.
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 juli 2024 opgenomen op pagina 118 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend de verklaring van verdachte: [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en ik zijn op de geluidsopname te horen.
Bewijsoverwegingen
In zedenzaken zullen doorgaans slechts twee personen aanwezig zijn bij de ter discussie staande seksuele handelingen. Verdachte heeft de verdenking dat hij als onderwijsassistent ontuchtige handelingen zou hebben gepleegd met twee leerlingen steevast ontkend. Volgens artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering kan het bewijs dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, niet door de rechter uitsluitend aangenomen worden op basis van de verklaring van één getuige. Deze bepaling heeft betrekking op de tenlastelegging in haar geheel en niet op een onderdeel daarvan. De rechtbank dient dus te beoordelen of de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] betrouwbaar zijn en voldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal.
Betrouwbaarheid van de verklaringen
Uit de gebezigde bewijsmiddelen volgt dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] vriendinnen van elkaar zijn en elkaar alles vertellen. Op initiatief van [slachtoffer 2] hebben beide jonge vrouwen de gebeurtenissen die tussen verdachte en hen hebben plaatsgevonden aan de directrice van de school gemeld. Dat gebeurde vlak nadat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] met verdachte hadden gesproken. Zij hadden die ochtend verdachte herhaaldelijk laten weten dat zij met hem wilden spreken.
De directrice heeft aan [slachtoffer 1] gemerkt dat ze zenuwachtig was en dat [slachtoffer 1] huiverig was over wat ze wilde vertellen. [slachtoffer 1] heeft de directrice verteld dat ze onzeker is en dat verdachte in tegenstelling tot haar leeftijdsgenoten haar wel leuk vond. Vervolgens hebben [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] allebei een verklaring ten overstaan van de politie afgelegd. Uit beide verklaringen volgt dat de relatie die verdachte met [slachtoffer 1] onderhield verderging dan een leraar-leerling verhouding en dat er seksuele handelingen tussen hen hebben plaatsgevonden. Ook volgt uit deze verklaringen dat verdachte [slachtoffer 2] heeft gezoend en in haar billen heeft geknepen. [slachtoffer 1] heeft aan haar moeder en de politie verteld dat ze niet wil dat het leven van verdachte hierdoor zou worden verwoest. De verklaring van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] zijn naar het oordeel van de rechtbank authentiek, gedetailleerd en komen op bepaalde punten met elkaar overeen. Beide meisjes maken het verhaal ook niet groter dan het is: ze dikken het niet aan. Zo stelt [slachtoffer 1] dat het in de bunker is gebleven bij zoenen en betasten en dat de verdachte niet in haar vagina is geweest. De rechtbank heeft eveneens geloofwaardigheid ontleend aan hoe de gebeurtenissen ten overstaan van de moeder van [slachtoffer 1] , de directrice en de politie zijn geopenbaard. De rechtbank acht, alles overziend, de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] betrouwbaar.
Het steunbewijs ten aanzien van de verklaring van [slachtoffer 1] (feit 1)
De verklaring van [slachtoffer 1] vindt in de eerste plaats bevestiging in de verklaring van verdachte dat hij met [slachtoffer 1] contact heeft gehad en met haar heeft afgesproken bij de bunkers van [plaats 2] . Daarnaast neemt de rechtbank de inhoud van de Whatsapp-berichten die op de telefoon van [slachtoffer 1] zijn aangetroffen in aanmerking. De inhoud van deze berichten duidt op meer dan een enkele vriendschappelijke docent-leerling-relatie tussen verdachte en [slachtoffer 1] en ondersteunt haar verklaring. Zo wordt [slachtoffer 1] aangesproken als “lieve [slachtoffer 1] ”, spreekt verdachte uit dat hij met [slachtoffer 1] een dagje uit wil, zonder dat dit de school moet rondgaan en geeft hij aan dat hij haar “liever alleen wil”. Verder is er een geluidsopname op de telefoon van verdachte aangetroffen waarin hij in een gesprek met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zegt dat het hem spijt en dat het uit de hand is gelopen. Verdachte heeft verklaard dat hij zich daarmee wilde verontschuldigen voor het doorvertellen van een verhaal van [slachtoffer 1] aan de directrice dat hij buiten schooltijd had gehoord. De rechtbank is van oordeel dat de beladen bewoordingen die verdachte in de geluidsopname gebruikt, niet passend zijn bij de door hem gegeven verklaring. De bewoordingen passen wel bij de bredere reeks van gebeurtenissen zoals deze door [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] naar voren zijn gebracht.
Het steunbewijs ten aanzien van de verklaring van [slachtoffer 2] (feit 2)
De verklaring van [slachtoffer 2] vindt bevestiging in de verklaring van verdachte dat hij met haar in een een-op-een-situatie was. Daarnaast vindt deze steun in de Snapchat-selfie die verdachte naar haar heeft verstuurd. Uit de toegepaste filter en tekst van deze Snapchat-selfie blijkt een ondubbelzinnige liefdesverklaring. Verdachte heeft verklaard dat het een verkeerd geformuleerd bericht was, dat hij zich er niet bewust van was dat hij dat bericht zo stuurde en dat daar niks achter zat. Hij wilde met dit bericht aangeven dat hij voor [slachtoffer 2] klaarstond. De rechtbank acht dit niet geloofwaardig. De rechtbank vindt evenals bij [slachtoffer 1] dat de verklaring van [slachtoffer 2] bevestiging vindt in de hierboven aangehaalde geluidsopname waarin verdachte zich verontschuldigt en zegt dat het uit de hand is gelopen. Ten slotte stelt de rechtbank vast dat feit 1 en feit 2 op de tenlastelegging in tijd, plaats en gedraging nauw met elkaar samenhangen. Deze gebeurtenissen hebben plaatsgevonden binnen het sociale netwerk van [naam werkgever] te [plaats 1] in de periode dat verdachte daar als onderwijsassistent werkte.
Conclusie
De rechtbank acht de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] betrouwbaar en ziet voldoende bevestiging van deze verklaringen in de verklaring van verdachte zelf, de uitgewisselde WhatsApp- berichten, de verstuurde Snapchat-selfie en de geluidsopname. De onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten hangen nauw met elkaar samen. De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte, zonder noodzaak daartoe, deels buiten schooltijden, direct contact onderhield met twee minderjarige leerlingen en dat hij tijdens ontmoetingen de hem verweten handelingen met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft verricht.
De rechtbank is van oordeel dat de leerlingen, waaronder [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , in de functie van onderwijsassistent die verdachte op de school vervulde aan zijn opleiding waren toevertrouwd. Het feit dat verdachte niet de onderwijspapieren had maakt dat niet anders. Zij zagen verdachte als een personeelslid van de school, naar wie ze ook moesten luisteren.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht feit 1 primair en feit 2 primair wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1
hij als onderwijsassistent in de periode van 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2024 te [plaats 1] en [plaats 2] , gemeente Westerkwartier ontucht heeft gepleegd met de aan zijn opleiding toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2010, door [slachtoffer 1] met tong te zoenen en haar ontblote borsten vast te pakken;
2
hij als onderwijsassistent omstreeks 13 mei 2024 te [plaats 1] , gemeente Westerkwartier, ontucht heeft gepleegd met de aan zijn opleiding toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2007, door [slachtoffer 2] te zoenen en in haar billen te knijpen.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.