ECLI:NL:RBNNE:2025:4000

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
2 oktober 2025
Publicatiedatum
2 oktober 2025
Zaaknummer
18.081190.23
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 33-jarige man voor het medeplegen van handel in harddrugs met een gevangenisstraf van 7 maanden

Op 2 oktober 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een 33-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 maanden voor het medeplegen van handel in harddrugs. De zaak kwam ter terechtzitting op 18 september 2025, waar de verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. N.B. Swart, verscheen. Het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. T.H. Pitstra. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk verkopen, afleveren en vervoeren van cocaïne, amfetamine, MDMA en 2CB in de periode van 1 mei 2022 tot en met 20 september 2022 in Groningen. De rechtbank oordeelde dat het bewijs, waaronder afgeluisterde telefoongesprekken, voldoende was om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank achtte de verklaringen van de verdachte niet geloofwaardig en concludeerde dat hij een actieve rol had in de drugshandel, waaronder het beheren van een dealtelefoon en het aansturen van anderen. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn verblijf in een opvang voor vluchtelingen, maar vond de ernst van de feiten zwaarder wegen. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 7 maanden, met aftrek van voorarrest, en besloot dat de in beslag genomen geldbedragen aan de verdachte konden worden teruggegeven.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18.081190.23
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 2 oktober 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats] , wonende te [woonplaats] ,
postadres [postadres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 18 september 2025.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. N.B. Swart, advocaat te Groningen. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. T.H. Pitstra.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2022 tot en met 20 september 2022, te Groningen en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt
en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende cocaïne en/of amfetamine en/of MDMA (XTC-pillen) en/of 2CB, zijnde cocaïne en/of amfetamine en/of MDMA en/of 2CB, (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het ten laste gelegde feit.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. Verdachte ontkent dat hij ook maar iets te maken heeft met drugs(handel). De opgenomen telefoongesprekken hebben lange tijd geleden plaatsgevonden en wat er in de gesprekken gezegd zou zijn is bovendien uit de context getrokken. Verdachte herkent de gesprekken niet en zijn telefoon werd regelmatig door anderen gebruikt. Al met al is voor alles wat verdachte verweten wordt een alternatieve verklaring mogelijk, waardoor niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte samen met anderen heeft gehandeld in harddrugs.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna opgenomen in de bewezenverklaring.
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 21 september 2022, opgenomen op pagina 1105 en verder van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer] d.d. 6 december 2022, inhoudend als verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] :
A: Een grote bier is een grote snuif, coke dus. ik heb veel met [medeverdachte 2] gewerkt. Hij zei wat ik moest doen als het ging om die werkzaamheden.
V: En met die werkzaamheden bedoel jij drugs bezorgen? A: Ja.
V: Wat wordt bedoeld met snelle? A: Speed.
V: Wat wordt bedoeld met 4 [verdachte] blikjes? A: Daar wordt de [verdachte] snuifmee bedoeld.
V: Wat wordt er bedoeld met 3k?
A: daar wordt ketamine mee bedoeld. En 3K is dan 3 gram ketamine.
V: Welke drugs bezorg jij?
A: Voornamelijk dat eerste, Coke. Klein en groot. Op festivals wordt er vooral iets anders genuttigd.
Bijvoorbeeld speed of XTC, van die partydrugs. Ook Ketamine trouwens
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 22 september 2022, opgenomen op pagina 1120 en verder van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer] d.d. 6 december 2022, inhoudend als verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] :
V: Wat is de koeling
A: De koeling is gewoon de dealtelefoon
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 augustus 2022, opgenomen op pagina 496 en verder van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer]
d.d. 6 december 2022, inhoudend als verklaring van verbalisant:
In de periode van 1 mei 2022 tot en met 31 mei 2022, blijkt dat, op basis van de onderschepte communicatie op de taplijn' [telefoonnummer] , in gebruik bij [medeverdachte 2] , meerdere deals hebben plaatsgevonden. In deze gesprekken is te horen dat in totaal 26 [verdachte] (bier) (halve gram cocaïne) worden genoemd die zijn of zullen worden afgeleverd.
In deze gesprekken is te horen dat in totaal 65 grote (bier) (hele gram cocaïne) worden
genoemd die zijn of zullen worden afgeleverd. In deze gesprekken is te horen dat in totaal 160 snoepjes (XTC/MDMA) worden genoemd die zijn of zullen worden afgeleverd.
In deze gesprekken is te horen dat in totaal 13 Snelle Jelle (amfetamine) worden genoemd
die zijn of zullen worden afgeleverd. In deze gesprekken is te horen dat in totaal 4 3M (3MMC) worden genoemd die zijn of zullen worden afgeleverd. Van de 180 deals is te horen dat in 22 gevallen de aansturing door [verdachte] plaatsvindt. Van de 180 deals is te horen dat in 1 gevallen de aflevering door [verdachte] plaatsvindt of heeft plaatsgevonden.
In de periode van 1 juni 2022 tot en met 20 juni 2022, blijkt dat, op basis van de onderschepte communicatie op de taplijn [telefoonnummer] . in gebruik bij [medeverdachte 2] , de taplijn [telefoonnummer] . in gebruik bij [medeverdachte 1] , de taplijn' [telefoonnummer] , in gebruik bij [medeverdachte 3] en de taplijn [telefoonnummer] , in gebruik als de dealtelefoon, meerdere deals hebben plaatsgevonden. In deze gesprekken is te horen dat in totaal 29 grote (bier) (hele gram cocaïne) worden genoemd die zijn of zullen worden afgeleverd.
In deze gesprekken is te horen dat in totaal 30 snoepjes (XTC/MDMA) worden genoemd die
zijn of zullen worden afgeleverd. In deze gesprekken is te horen dat in totaal 5 3M (3MMC) worden genoemd die zijn of zullen worden afgeleverd.
Van de 132 deals is te horen dat in 2 gevallen de aansturing door [verdachte] gedaan wordt.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verdenking d.d. 30 augustus 2022, opgenomen op pagina 1590 en verder van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verbalisant:
Door verdachten is regelmatig contact met een man, die gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer] . Uit automatische ClOT-bevraging door SUMM-IT blijkt dat dit nummer op naam staat van [verdachte] , [adres] te Groningen. In diverse opgenomen gesprekken wordt de man [verdachte] of [verdachte] (vertaling voor [verdachte] ) of “ [verdachte] " genoemd. In de gesprekken is steeds dezelfde mannenstem te horen.
TA003, sessienummer 15057, 08-05-2022, 17.19 uur:
[medeverdachte 2] : heb je bij jou bier? [verdachte] dat waren vier stuks [medeverdachte 2] : waarom vier stuks dan? [verdachte] : ik kon de portemonnee niet vinden.
[medeverdachte 2] : mijn portemonnee is bij mij.
[verdachte] : oke, het is niet zo. dat het dringend is. Ik dacht "ik neem gewoon vier stuks, dan zie ik wie ik zie.
[medeverdachte 2] : en als ze kleine willen, wat ga je dan doen? [verdachte] : ik heb ook kleine bij mij 2-3 stuks.
[medeverdachte 2] : oke. laat ik het zo doen. Ik kom je halen en naar de fiets brengen. Haal jij 15 bier en met de fiets kom je naar de zaak.
[verdachte] : prima, geen probleem.
Uit onderstaand telefoongesprek op TA004, 3472 tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] ( [verdachte] ) zegt [verdachte] dat [medeverdachte 1] de porto (portemonnee) kan halen en dat de koeling (dealtelefoon) bij [verdachte] is:
TA004, sessienummer 3472, 05-06-2022, 16.54 uur:
Samenvatting:
[medeverdachte 1] SH BUM [verdachte] zegt: joo [medeverdachte 1]
zegt: je had me gebeld? Ik heb jouw fiets gewoon gelaten man.
[verdachte] zegt dat hij in Groningen was en dat korting dicht was. [verdachte] zegt dat [medeverdachte 1] de porto kan halen bij [naam] en dat de koeling bij [verdachte] is.
[medeverdachte 1] vraagt of koeling druk was. [verdachte] zegt: nee, 2 man
[medeverdachte 1] zegt dat hij om 2 uur moet beginnen.
TA003, sessienummer 42032, 17-06-2022, 11.26 uur: Door tolk vertaald gesprek:
Samenvatting:
[medeverdachte 2] BUM [verdachte]
[medeverdachte 2] : Hoi [verdachte] ( [verdachte] ), ben je thuis? [verdachte] : kan even kijken of mijn portemonnee daar is of niet? [verdachte] : die blauwe ?
[medeverdachte 2] : ja, [verdachte] : ja, dat ligt hier.
kan je even kijken of er grote en kleine bier genoeg in zit? [verdachte] : grote wei
[medeverdachte 2] : oke, kan je snel vol vullen? [verdachte] : er zit 15 stuks in.
[medeverdachte 2] : geeft niet, probeer zoveel mogelijk erin te proppen. Beter te veel dan te weinig. Die kleine zijn ook niet NTV
[medeverdachte 2] : kijk ook of er die 3 MMC is. Wat is er nog meer? Wat ontbreekt er nog? Zet er nog een paar die MMC in.
[verdachte] : er zit wel één stuk MMC In. [medeverdachte 2] : voeg nog vier stuks toe. [verdachte] : 3 MMC, waar was dat?
[medeverdachte 2] : dat is waar je staat, in de voorkant, helemaal links, de tweede. Die staat naast cola. [medeverdachte 2] : Ik denk dat ik voor je raam sta. Hangen er misschien sokken op je
balkon?
[verdachte] : ja, ik hoor je stem.
[medeverdachte 2] : Oke. kijk jij goed wat er is. Ik ga ook kijken wat er is, als je het gooit. [verdachte] gaat de portemonnee uit het raam van de woonkamer gooien.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende. De rechtbank gaat voorbij aan de verklaring van verdachte dat hij niet degene is geweest die de voor hem belastende tapgesprekken heeft gevoerd. Niet alleen is met zijn telefoonnummer gebeld, ook is in de verschillende gesprekken steeds dezelfde mannenstem te horen. Uit diverse opgenomen gesprekken blijkt bovendien dat de gebruiker [verdachte] wordt genoemd. Er kan naar het oordeel van de rechtbank geen twijfel over bestaan dat verdachte de telefoongesprekken heeft gevoerd. Uit die tapgesprekken blijkt, mede bezien in het licht van de overige inhoud van het dossier, dat verdachte samen met anderen drugs heeft verkocht. Verdachte had het beheer over de dealtelefoon, stuurt anderen aan om drugs af te leveren en levert in een enkel geval zelf drugs af. Ook heeft hij de beschikking over drugs die in de portemonnees wordt meegenomen om drugs af te leveren.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij in de periode van 1 mei 2022 tot en met 20 september 2022, te Groningen, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft verkocht, afgeleverd en vervoerd, hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne, amfetamine, MDMA (XTC-pillen) en 2CB, zijnde cocaïne, amfetamine, MDMA en 2CB, middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
1.
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het ten laste gelegde feit wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden met aftrek van het voorarrest.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn, wat bij een bewezenverklaring zou moeten leiden tot 10% strafkorting.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting de rapportage van de reclassering
d.d. 21 augustus 2025, het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 15 juli 2025, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich in een periode van ruim 4 maanden schuldig gemaakt aan het samen met anderen verkopen en afleveren van verschillende soorten harddrugs. Binnen die samenwerking bestond de rol van verdachte voornamelijk uit het beheren van de dealtelefoon waarop (drugs)bestellingen binnen kwamen, het klaarmaken en het afleveren van die drugs dan wel het aansturen van anderen om de drugs af te leveren. Door zo te handelen heeft verdachte bijgedragen aan de instandhouding van drugshandel in Nederland en kan hij medeverantwoordelijk worden gehouden voor de nadelige effecten die door de handel in en het gebruik van verdovende middelen worden veroorzaakt. Het is een feit van algemene bekendheid dat harddrugs zeer verslavend zijn en bovendien schadelijk voor de gezondheid. De handel en het gebruik van deze verdovende middelen brengen bovendien vele vormen van (zware) criminaliteit met zich mee.
Verdachte heeft kennelijk louter gehandeld vanuit financiële motieven en zich niet om de gevolgen voor de maatschappij bekommerd. Voorts heeft verdachte geen enkele verantwoordelijkheid genomen. De rechtbank rekent verdachte dit alles aan.
Persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft bij de strafbepaling naast de ernst van de feiten rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Daartoe heeft de rechtbank acht geslagen op het uittreksel uit de justitiële documentatie, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Verder heeft de rechtbank kennis genomen van de door de reclassering opgemaakte rapportage. Daaruit volgt onder andere dat verdachte in afwachting is van de beslissing betreffende zijn verblijfsaanvraag. Dat zorgt voor instabiliteit op meerdere leefgebieden. Zo verblijft verdachte met zijn gezin in een bed-bad-brood opvang voor vluchtelingen in Groningen. Het ontbreekt hem aan structurele en zinvolle dagbesteding. Het risico op recidive kan gelet op de proceshouding van verdachte niet worden ingeschat. De reclassering ziet om diezelfde reden geen mogelijkheden om met interventies of toezicht te algemene risicos te beperken of het gedrag te veranderen.
Strafoplegging
Op grond van de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting wordt voor 4 maanden dealen in harddrugs doorgaans een gevangenisstraf van 8 maanden gehanteerd.
Gelet op de ernst van de feiten en de landelijke oriëntatiepunten straftoemeting acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats. De rechtbank houdt in het voordeel van verdachte rekening met het feit dat sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn van minder dan een jaar, wat op grond van vaste jurisprudentie van de Hoge Raad leidt tot een strafvermindering van 10%.
Alles afwegend zal de rechtbank een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 7 maanden met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering gesteld is geweest.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

Inbeslaggenomen goederen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de in beslag genomen geldbedragen kunnen worden terug gegeven aan verdachte.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van het beslag.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen geldbedragen kunnen worden terug gegeven aan verdachte.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 47 van het Wetboek van Strafrecht en 2 en 10 van de Opiumwet. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder ten laste gelegde feit bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Ten aanzien van het beslag
Teruggavevan de in beslag genomen geldbedragen ter hoogte van 1.761,00, 54,30 en 215,00 aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Nieuwenhuis, voorzitter, M.A.M. Wolters en mr. H. van der Werff, rechters, bijgestaan door mr. F.C.A. Fierstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze
rechtbank op 2 oktober 2025.