7.1.De uitspraak van 18 december 2024 wijzigt deze lijn in de rechtspraak, maar geeft wel een overgangsregeling. Zij die op basis van de oude rechtspraak over intern salderen een activiteit zijn gestart zonder natuurvergunning, moeten volgens de Afdeling uit oogpunt van rechtszekerheid de tijd krijgen om alsnog een natuurvergunning aan te vragen. Daarom vindt de Afdeling dat tot 1 januari 2030 niet handhavend opgetreden mag worden tegen initiatiefnemers die:
tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2025 fysiek zijn gestart met een activiteit, terwijl
voor die activiteit op grond van de rechtspraak over intern salderen geen natuurvergunning nodig was.
Deze periode kunnen de initiatiefnemers gebruiken om te bepalen of voor het voortzetten van de activiteit een natuurvergunning nodig is, of de activiteiten aanpassen. Dit betekent overigens niet dat bevoegde bestuursorganen tot 2030 helemaal niet kunnen handhaven. Zij kunnen bijvoorbeeld maatwerkvoorschriften stellen als dat nodig is om te voorkomen dat een Natura 2000-gebied verslechtert.
8. De rechtbank beoordeelt hierna of het college een beroep kan doen op de overgangsregeling die de Afdeling heeft geformuleerd. Daarbij behandelt de rechtbank eerst de vraag of voor de activiteit van derde-partij op grond van de verlaten lijn in de rechtspraak geen natuurvergunning nodig was. Daarna gaat de rechtbank nog in op wat het college naar voren heeft gebracht over het moment van de fysieke start van de activiteit.
Zou onder de oude lijn in de rechtspraak geen natuurvergunning nodig zijn geweest?
9. Volgens eiseres zou onder de oude lijn in de rechtspraak voor het project van derde-partij een natuurvergunning zijn vereist. Eiseres stelt dat het college op een onjuiste wijze gebruik heeft gemaakt van het instrument van intern salderen. Daarbij is het college volgens eiseres in het bestreden besluit uitgegaan van een onjuiste referentiedatum en een onjuiste referentiesituatie. Om die reden kan volgens eiseres niet worden geconcludeerd dat met het project van derde-partij geen sprake is van significant negatieve effecten en was daarom ook onder de oude lijn in de rechtspraak een natuurvergunning vereist. De rechtbank bespreekt hierna eerst de referentiedatum en daarna de referentiesituatie.
Wat is de referentiedatum?
10. Eiseres voert aan dat het college de onjuiste referentiedatum heeft gehanteerd. Volgens eiseres moet het college uitgaan van de datum van aanwijzing van de Waddenzee als Natura-2000 gebied, namelijk 10 juni 1994.