ECLI:NL:RBNNE:2025:3895

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
24 september 2025
Publicatiedatum
26 september 2025
Zaaknummer
25-012297
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen dwangbevel inzake geldboete opgelegd door Duitse autoriteiten

Op 24 september 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, uitspraak gedaan in een zaak waarin een veroordeelde verzet heeft aangetekend tegen een dwangbevel. Dit dwangbevel was opgelegd door de Kreis Borken Der Landrat in Duitsland op 14 september 2023, met betrekking tot een geldboete die niet tijdig was voldaan. De veroordeelde heeft het verzetschrift ingediend op 8 mei 2025, wat meer dan twee weken na de betekening van het dwangbevel was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betekening op 2 januari 2025 heeft plaatsgevonden, en dat het verzetschrift dus te laat is ingediend. De rechtbank heeft geoordeeld dat de veroordeelde niet-ontvankelijk is in het verzet, omdat niet is voldaan aan de wettelijke termijn voor het indienen van het verzet. De uitspraak is gedaan door een meervoudige raadkamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren. De beslissing is openbaar uitgesproken en de veroordeelde is geïnformeerd over de mogelijkheid om cassatie in te stellen binnen veertien dagen na betekening van de beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Leeuwarden
raadkamernummer : 25-012297
cjib-zaaknummer : 3505254004048194
beslissing van de meervoudige raadkamer van 24 september 2025 op het verzet ex artikel 15 van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie, ingesteld door:

[veroordeelde] ,

geboren op [geboortedatum] 1944 te [geboorteplaats] , wonende op het adres [woonplaats] ,
hierna te noemen: veroordeelde.

Procesverloop

Veroordeelde heeft zich bij verzetschrift verzet tegen het nemen van verhaal door afgifte van een dwangbevel inzake de door de Kreis Borken Der Landrat in Bondsrepubliek Duitsland, op 14 september 2023 opgelegde geldboete, vermeerderd met de verhogingen wegens het niet voldoen van de geldboete en de administratiekosten. Het dwangbevel is op 14 december 2024 afgegeven voor een totaalbedrag van
160,80.
De behandeling van het verzetschrift heeft plaatsgevonden op 10 september 2025.
Veroordeelde is niet verschenen. S. Romkema, werkzaam bij het Centraal Justitieel Incassobureau (hierna: CJIB), was namens de Minister van Justitie en Veiligheid aanwezig bij de behandeling.

Motivering

De rechtbank stelt op basis van de stukken het volgende vast.
Het verzet is ingesteld op grond van artikel 15 van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging geldelijke sancties en beslissingen tot confiscatie (hierna: WWETGC). Artikel 6:4:5, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) is van overeenkomstige toepassing verklaard.
De rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, is de bevoegde instantie voor de behandeling van het verzetschrift.
De rechtbank stelt op basis van de stukken het volgende vast.
Het verzetschrift dient, conform artikel 6:4:5, derde lid Sv, te worden ingesteld bij deze rechtbank binnen twee weken na de betekening van het dwangbevel. Volgens het exploot is het dwangbevel op 2 januari 2025 door de deurwaarder betekend, door middel van achterlating van het dwangbevel in een gesloten envelop op het voornoemde adres van veroordeelde. Dit is een geldige betekening conform artikel 46, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het verzetschrift is op 8 mei 2025 bij de rechtbank binnengekomen en valt daarmee ruim buiten de wettelijke termijn om verzet tegen het nemen van verhaal door afgifte van een dwangbevel in te stellen.
Standpunt Minister van Veiligheid en Justitie
De medewerker van het CJIB heeft namens de Minister ter terechtzitting aangevoerd dat veroordeelde niet-ontvankelijk is in het verzet, omdat het verzetschrift niet binnen twee weken na betekening van het dwangbevel is ingediend en daarom te laat is ingediend.
Oordeel rechtbank
De rechtbank stelt vast dat veroordeelde niet binnen twee weken na betekening van het dwangbevel verzet heeft ingesteld. De rechtbank zal daarom veroordeelde niet-ontvankelijk verklaren in het verzet.

Beslissing

De rechtbank verklaart veroordeelde niet-ontvankelijk in het verzet.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme, voorzitter, mr. N.A. Vlietstra en mr.
G.C. Koelman, rechters, in tegenwoordigheid van G.T. Zandstra-Alkema, griffier en in het openbaar op 24 september 2025 uitgesproken.
Mr. J.G.W. Lootsma-Oude Nijeweme is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Wanneer u het niet eens bent met deze beslissing kunt u binnen veertien dagen na betekening van deze beslissing cassatie instellen. Het instellen van cassatie doet u bij de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden.
De Hoge Raad neemt de zaak alleen in behandeling wanneer het aan de Staat verschuldigde bedrag, inclusief kosten, is betaald. Dit bedrag dient als zekerheidsstelling. Zie hiervoor artikel 6:4:5, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering. Het gaat om een bedrag van
160,80. Dit bedrag moet binnen twee weken na het instellen van cassatie zijn betaald op rekeningnummer IBAN NL40INGB0705005143 van het CJIB in Leeuwarden, onder vermelding van het cjib-zaaknummer 3505254004048194.
De door de deurwaarder aan u in rekening gebrachte bedragen voor incassokosten/invorderingskosten en kosten van het exploot moeten aan de deurwaarder worden betaald.