Op 6 februari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die zijn echtgenote heeft mishandeld en meerdere (vuur)wapens en munitie in zijn woning en voertuig voorhanden had. De mishandeling vond plaats op 24 februari 2023, waarbij de verdachte zijn echtgenote een vuistslag in het gezicht gaf en haar bij de keel greep. Daarnaast had hij verschillende vuurwapens en munitie in zijn bezit, waaronder een revolver en een pistool, wat in strijd is met de Wet wapens en munitie. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 365 dagen, waarvan 350 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, en een taakstraf van 120 uren. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van de echtgenote betrouwbaar was, ondersteund door medisch bewijs van letsel. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ernstige feiten die de lichamelijke integriteit van zijn echtgenote in gevaar hebben gebracht en bovendien een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van anderen met zich meebrachten door het bezit van wapens. De rechtbank heeft rekening gehouden met de omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn motivatie voor behandeling en de positieve rapportage van de reclassering, maar heeft ook de ernst van de feiten in overweging genomen. De rechtbank heeft geoordeeld dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet meer passend was, gezien de tijd die verstreken is sinds de feiten en de positieve ontwikkeling van de verdachte.