Op 6 februari 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie. De zaak werd behandeld door de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken. De verdachte, geboren in 1974, was op 24 februari 2023 in de woning van een vriend in de gemeente Oldambt, waar hij een pistool en munitie aantrof. Tijdens de zitting op 23 januari 2025 werd de verdachte bijgestaan door zijn advocaat, mr. M.M. Koers, terwijl het openbaar ministerie vertegenwoordigd was door mr. I. Kluiter.
De tenlastelegging betrof het voorhanden hebben van een wapen van categorie III, te weten een pistool van het merk OMC type Back Up kaliber .380, en 6 stuks kogelpatronen van het merk Fiocchi. De rechtbank oordeelde dat de verdachte het wapen en de munitie gedurende geruime tijd in zijn beschikkingsmacht heeft gehad, wat leidde tot de bewezenverklaring van het feit. De rechtbank verwierp het verweer van de verdediging dat de verdachte niet wederrechtelijk had gehandeld, en oordeelde dat er geen omstandigheden waren die de strafbaarheid uitsloten.
De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 124 dagen, waarvan 120 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was gepleegd, en de persoonlijke situatie van de verdachte, die een stabiele leefsituatie had en een laag recidiverisico vertoonde. Het vonnis werd uitgesproken door de voorzitter en twee andere rechters, en de griffier was niet in staat om het vonnis mede te ondertekenen.