ECLI:NL:RBNNE:2025:3739

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
14 augustus 2025
Publicatiedatum
12 september 2025
Zaaknummer
11399673 BU VERZ 24-2715
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen opgelegde boete op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)

Op 14 augustus 2025 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, uitspraak gedaan in een zaak waarbij aan de betrokkene een boete was opgelegd op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De boete was opgelegd omdat de betrokkene op 27 juli 2023 een bromfiets had gereden zonder de vereiste verzekering. De opgelegde boete bedroeg € 429,00, inclusief administratiekosten. De betrokkene heeft tegen deze boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 14 augustus 2025 heeft de gemachtigde van de betrokkene, M.J.M. Bergers van Boete.nu, aangevoerd dat de betrokkene het voertuig twee dagen na de registercontrole heeft geschorst en dat de verzekering niet op tijd was afgesloten omdat de ex-partner van de betrokkene de verzekering had opgezegd zonder haar op de hoogte te stellen. De vertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. R.A. van der Velde, was ook aanwezig en stelde dat het beroep ongegrond verklaard moest worden.

De kantonrechter heeft de gedraging van de betrokkene vastgesteld, maar heeft ook overwogen of er feiten en omstandigheden waren die aanleiding gaven tot een wijziging van de sanctie. Uiteindelijk heeft de kantonrechter besloten de boete te matigen tot € 219,00, inclusief administratiekosten, en heeft de officier van justitie veroordeeld in de proceskosten van de betrokkene, die zijn vastgesteld op € 113,38. De uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, kantonrechter, in aanwezigheid van mr. W.B. Jongsma, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Leeuwarden
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 260795430
zaaknummer: 11399673 BU VERZ 24-2715
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak gedaan op de openbare zitting van 14 augustus 2025
in de zaak van

[betrokkene] (de betrokkene),

woont in [woonplaats] ,
(gemachtigde: M.J.M. Bergers, Boete.nu).

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De gedraging waarvoor de boete is opgelegd is: ‘voor een bromfiets niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden’, verricht op 27 juli 2023, om 17:03 uur, vastgesteld door de RDW in Veendam met een registercontrole, met een snorfiets, met kenteken [kenteken] . De opgelegde boete bedraagt € 429,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
Betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op 14 augustus 2025 op de zitting behandeld. Daarbij was aanwezig: als vertegenwoordigster van de officier van justitie mr. R.A. van der Velde.
1.3.
Na afloop van de behandeling op de zitting heeft de kantonrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de kantonrechter

Standpunten

2. Gemachtigde voert aan dat betrokkene het voertuig twee dagen na de registercontrole alsnog heeft geschorst. De scooter was eerst van haar ex-partner, maar die heeft de verzekering opgezegd zonder haar op de hoogte te stellen dat zij de brommer moest verzekeren. Daarnaast was het voertuig defect en stond deze stil in de schuur. Gemachtigde verzoekt om vergoeding van de proceskosten.
3. De vertegenwoordigster is van mening dat het beroep ongegrond moet worden verklaard.
Overwegingen
4. Betrokkene betwist de gedraging niet, maar voert argumenten aan ter verklaring. Daarmee is de gedraging komen vast te staan. Vervolgens is de vraag of er feiten en omstandigheden zijn die aanleiding geven tot een wijziging van de sanctie.
5. De kantonrechter ziet aanleiding om de sanctie te matigen met 50% tot € 219,00 (inclusief administratiekosten). Betrokkene heeft de scooter twee dagen na de registercontrole alsnog verzekerd.
6. Omdat de kantonrechter het beroep gegrond zal verklaren, zal hij de officier van justitie veroordelen in de proceskosten van betrokkene. De ambtenaar kan het bedrag van de sanctie niet matigen in verband met de omstandigheden waaronder de gedraging is verricht of de omstandigheden waarin de betrokkene verkeert zodat niet sprake is van een aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. [1] Dit brengt mee dat de proceskosten gemaakt in de fase van het administratief beroep niet voor vergoeding in aanmerking komen.
7. De kantonrechter zal één punt toekennen met een waarde van € 907,00 voor het indienen van het beroepschrift bij de kantonrechter. Gelet op de aard van de zaak past de kantonrechter de wegingsfactor 0,5 (gewicht van de zaak = licht) toe. Aangezien de beslissing van de officier van justitie na 31 december 2023 is bekendgemaakt, past de kantonrechter de extra wegingsfactor uit artikel 13a, tweede lid, onder a, Wahv toe op de beroepsfase bij de kantonrechter. [2]
8. De berekening is als volgt: 1 (procespunt) x € 907,00 (tarief) x 0,5 (wegingsfactor, licht) x 0,25 (extra wegingsfactor herwaardering proceskostenvergoeding) = € 113,38. Hij zal de officier van justitie veroordelen in de kosten van € 113,38.

Conclusie

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie gegrond;
  • vernietigt die beslissing;
  • wijzigt de inleidende beschikking en matigt de sanctie tot € 219,00 (inclusief administratiekosten);
  • bepaalt dat betrokkene het teveel betaalde aan zekerheidstelling terugkrijgt;
  • veroordeelt de officier van justitie in de proceskosten van betrokkene van € 113,38.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.Y.B. Jansen, kantonrechter, in aanwezigheid van mr. W.B. Jongsma, griffier.
griffier kantonrechter

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.

Voetnoten

1.Hof Arnhem-Leeuwarden 3 juni 2025, ECLI:NL:GHARL:2025:3408.
2.Hoge Raad 24 juni 2025, ECLI:NL:HR:2025:985.