ECLI:NL:RBNNE:2025:3699

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
9 september 2025
Publicatiedatum
9 september 2025
Zaaknummer
18.004212.24
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugdstrafrecht. Verdachte veroordeeld voor het teweegbrengen van een explosie en bezit van hasj.

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 9 september 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het teweegbrengen van een explosie bij een woning in Winschoten en het bezit van hasj. De verdachte, geboren in 2005, werd bijgestaan door mr. F.H. Kappelhof, terwijl het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door mr. L. de Graaf. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen op 20 september 2023 een explosie heeft veroorzaakt door professioneel vuurwerk, de Super Cobra 6, aan te steken nabij een woning. Dit leidde tot aanzienlijke schade aan de woning en een nabij geparkeerde auto, en er was gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de aanwezige personen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een jeugddetentie van 180 dagen, waarvan 142 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 120 uren. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het advies van de Raad voor de Kinderbescherming, die een laag recidiverisico constateerde. De rechtbank heeft de verdachte ook vrijgesproken van andere ten laste gelegde feiten die niet bewezen konden worden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18.004212.24

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d.

9.september 2025 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 2005 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 26 augustus 2025. Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. F.H. Kappelhof, advocaat te Delfzijl.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. L. de Graaf.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 20 september 2023 te Winschoten, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een of meer ontploffingen teweeg heeft gebracht en/of brand heeft gesticht door op/bij/ter hoogte van een woning, gelegen aan de [adres] een stuk (professioneel) vuurwerk (Super Cobra 6) althans (een) explosieve/brandbare substantie(s) en/of stof(fen) met open vuur in aanraking te brengen en/of aan te steken en/of tot ontbranding te brengen, en daarvan
  • gemeen gevaar voor voornoemde woning en/of (een) ruit(en) en/of (een) deur(en) van voornoemde woning en/of in de nabijheid gelegen woning(en) en/of auto's, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of
  • levensgevaar voor de in de woning aanwezige personen en/of in de naastgelegen/omringende woningen/panden aanwezige personen en/of personen die zich op het moment van de ontploffing in de nabijheid en/of de (naastgelegen) omgeving van de plek waar de ontploffing plaatsvond bevonden, in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen en/of
  • gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor in de woning aanwezige en/of in de naastgelegen/omringende woningen/panden aanwezige personen en/of personen
die zich op het moment van de ontploffing in de nabijheid en/of de (naastgelegen) omgeving van de plek waar de ontploffing plaatsvond bevonden, in elk geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte] , althans een onbekend gebleven persoon, op of omstreeks 20 september 2023 te Winschoten, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een of meer ontploffingen teweeg heeft gebracht en/of brand heeft gesticht door op/bij/ter hoogte van een woning, gelegen aan de [adres] een stuk (professioneel) vuurwerk (Super Cobra 6) althans (een) explosieve/brandbare substantie(s) en/of stof(fen) met open vuur in aanraking te brengen en/of aan te
steken en/of tot ontbranding te brengen, en daarvan
- gemeen gevaar voor voornoemde woning en/of (een) ruit(en) en/of (een) deur(en) van voornoemde woning en/of in de nabijheid gelegen woning(en) en/of auto's, in elk geval gemeen gevaar voor goederen
en/of
  • levensgevaar voor de in de woning aanwezige personen en/of in de naastgelegen/omringende woningen/panden aanwezige personen en/of personen die zich op het moment van de ontploffing in de nabijheid en/of de (naastgelegen) omgeving van de plek waar de ontploffing plaatsvond bevonden, in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen en/of
  • gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor in de woning aanwezige en/of in de naastgelegen/omringende woningen/panden aanwezige personen en/of personen die zich op het moment van de ontploffing in de nabijheid en/of de (naastgelegen) omgeving van de plek waar de ontploffing plaatsvond bevonden, in elk geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was,
bij/tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 20 september 2023 te
Winschoten, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door:
  • het plan te maken dat hij, verdachte, in de gaten zou houden of er mensen komen en als dat het geval zou zijn dat hij, verdachte, zou bellen, en/of
  • ( vervolgens) op de uitkijk te staan
2
hij op of omstreeks 6 februari 2024 te Amsterdam, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer (bruto) 79,32 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hasjiesj), zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van
artikel 3a van die wet.
Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling voor het onder feit 1 primair en feit 2 ten laste gelegde gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder feit 1 primair ten laste gelegde. Hij heeft daartoe aangevoerd dat op basis van de aangetroffen chats geen wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor een bewuste en nauwe samenwerking, zodat het primair ten laste gelegde niet kan worden bewezen. Daarvoor is meer nodig dan enkel wat losse chats. Mocht de rechtbank tot het bewijs komen dat verdachte strafrechtelijk betrokken was bij dit feit, dan kan zijn rol enkel als die van een medeplichtige worden beschouwd. De raadsman heeft zich ten aanzien van feit 2 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte op de terechtzitting van 26 augustus 2025 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende:
Ik heb mijn telefoon nooit uitgeleend.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 26 september 2023, opgenomen op pagina 25 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer [nummer] d.d. 22 augustus 2024, inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
A: We lagen gewoon te slapen. Om half drie in de nacht, iets eerder dan dat, hoorden we een enorme knal. Mijn vader en ik renden naar beneden. En we hoorden het brandalarm afgaan in de hal beneden. De deur was kapot en alle ramen waren er uit. Er lag glas op de grond. Mijn zusjes die lagen nog binnen.
V: Wie waren er allemaal thuis?
A: Mijn vader, moeder, twee zusjes en ik. V: Wat was de schade precies?
A: De voordeur is helemaal kapot. Dus de deur, het raam en het kozijn ook. Het kozijn van de bergingsdeur was ook kapot. Ook het raam van de bergingsdeur lag er uit. De deur van de berging zit naast de voordeur. Aan de voorkant van de woning lagen er nog twee ramen uit. Dat waren de ramen aan de voorzijde van de woning op de begane grond. Een raam van de auto van mijn vader is ook kapot. De voorruit van de auto, de binnenspiegel en de achterbumper zijn kapot door de explosie. In de achterbumper zitten parkeersensoren die het ook niet meer doen.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van forensisch onderzoek woning ( [adres] Winschoten) d.d. 21 oktober 2023, opgenomen op pagina 133 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:
Wij zagen dat de ruiten van de schuurdeur, voordeur en een gedeelte van de raampartij van de woonkamer kapot waren (foto 5). Wij zagen op de oprit glasscherven met daartussen restanten passend bij vuurwerk (blauw plastic en kartonnen snippers). Wij zagen dat de onderzijde van de voordeur kapot
was, de onderste plank van de deur lag tussen de glasscherven (foto 6). Wij zagen dat de deur ontzet was, het kozijn was kapot. Wij zagen binnen enkele glasscherven op de deurmat. Wij zagen dat een lat aan de binnenkant van de deur los was gekomen. Wij zagen een auto op de rechterzijde van de oprit staan. Wij zagen een ster in de voorruit. Wij zagen een blauw restant op het paravaan (foto 7). Wij zagen dat de rechterachterzijde van het voertuig beschadigd was. Wij zagen op de parkeerplaats, schuin tegenover het perceel, meerdere restanten passend bij vuurwerk.
Uitslag onderzoek
Uit onderzoek kon blijken dat de aangetroffen en in beslag genomen fragmenten kennelijk hebben toebehoord aan een flashbanger (knalvuurwerk) dat bekend is onder de naam Super Cobra 6.
Oorzaak
Op basis van de uitkomsten van het forensisch onderzoek kan worden gesteld dat de explosie was veroorzaakt door het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing met behulp van een pyrotechnisch voorwerp, passend bij vuurwerk. Dit vuurwerk werd geïdentificeerd als een Super Cobra 6, zijnde professioneel vuurwerk. Gelet op het schadebeeld was het vuurwerk tegen, of althans in de directe omgeving van de voordeur van de woning geplaatst, waarna op enig moment na ontsteking, een explosie plaatsvond.
De schade van de explosie had geleid tot ruitschade aan diverse deuren en ramen van de woning en een nabij staande geparkeerde personenauto. Daarnaast was structurele schade aan de buitendeur en kozijn ontstaan.
Gevaarzetting
Door de ontploffing was er gemeen gevaar voor goederen te duchten geweest. Afhankelijk van de positie van personen in of in de buitenomgeving van de personen zou er sprake geweest kunnen zijn van gevaar voor zwaar lichamelijk letsel.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 november 2023, opgenomen op pagina 46 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:
Het nummer [telefoonnummer 1] komt over de bevraagde periode slechts één keer voor op zendmasten in Winschoten en dat is op 20 september 2023. Uit de door Odido aangeleverde gegevens blijkt dat het de GSM met nummer [telefoonnummer 1] op 19 september 2023 om 22:11 uur gebruikt maakt van een zendmast bij het Centraal Station in Amsterdam. Vervolgens wordt er gebruikt gemaakt van een zendmast in [plaatsnaam] , gelegen nabij de snelweg A7 in de richting van Groningen. Op 20 september wordt in het tijdsblok startend om 00:52 gebruik gemaakt van zendmast gelegen aan de [adres] in Winschoten. Op 20 september 2023 vinden er drieënveertig uitgaande gesprekken plaats met het telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Uit de bevraagde zendmastgegevens rondom het plaats delict [adres] te Winschoten blijkt dat het telefoonnummer [telefoonnummer 2] op 20 september 2023 tussen 01.39 en 03.00 uur gebruikt heeft gemaakt KPN zendmast, [adres] .
De cellids van zendmasten die het vaakst worden gebruikt zijn:
[adres]
Uit de bevraagde historische printgegevens blijkt dat het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (en bijbehorend imeinummer) alleen op 20 september 2023 gebruik heeft gemaakt van zendmasten in de provincie Groningen.
Op het moment dat telefoonnummer [telefoonnummer 2] gebruik maakt van zendmasten in Winschoten heeft het meerdere malen, over en weer, contact met [telefoonnummer 1] ( [medeverdachte] ).
Gezien bovenstaande is het aannemelijk dat de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] met de auto naar Winschoten is gereisd en dat hij op de terugweg gebruik heeft gemaakt van de trein.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 februari 2024, opgenomen op pagina 128 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:
Op dinsdag 6 februari 2024 is onder verdachte [medeverdachte] een mobiele telefoon van het merk Apple, type iPhone 13 Pro inbeslaggenomen. In de uitgelezen telefoon zijn de volgende technische gegevens weergegeven: (..) “Last used MSISDN: + [telefoonnummer 1]
Apple ID: [accountnaam] ”.
Op 19 september 2023 om 21:18:01 (UTC+0)2 uur is er in applicatie Apple Maps gezocht op [adres] ( [coördinaten] ). De weergegeven coördinaten komen overeen met het adres [adres] te Winschoten.
Chats met [telefoonnummer 2]
Op 20 september 2023 worden via de applicatie iMessage berichten verstuurd tussen de telefoonnummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2] .
Het telefoonnummer [telefoonnummer 2] is in de telefoon opgeslagen onder de naam [verdachte] Uit de bevraagde historische printgegevens van [telefoonnummer 2] en [telefoonnummer 1] is vastgesteld dat beide telefoonnummers ten tijde van onderstaande berichten gebruik hebben gemaakt van zendmasten in Winschoten.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 februari 2024, opgenomen op pagina 154 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:
Op dinsdag 6 februari 2024 is onder verdachte [medeverdachte] een mobiele telefoon van het merk Apple, type iPhone 13 Pro in beslag genomen.
Er zijn diverse aanwijzingen dat het toestel door [medeverdachte] werd gebruikt, nu volgt een niet limitatieve opsomming.
  • [medeverdachte] weet de code van het toestel
  • Diverse user ID's verwijzen naar zijn naam.
Apple ID: [accountnaam]
Snapchat: [accountnaam]
[accountnaam]
- Op 20-9-2023 07:39:32 krijgt [medeverdachte] een bericht van [telefoonnummer 3] met de naam Mama: “Goedemorgen [medeverdachte] waar ben jij". Dit nummer is in gebruik bij de moeder van [medeverdachte] .
23:18 (19 september 2023)
Gezocht door middel van Apple Maps op [adres] ( [coördinaten] ) De weergegeven coördinaten komen overeen met het adres [adres] te Winschoten. Dit is het adres waar later die nacht de ontploffing is.
00:03 (vanaf hier steeds 20 september 2023) ingevoerde routes in Apple maps
Er werd een route gemaakt op 19 september 2023 vanaf de coördinaten [coördinaten] naar de coördinaten [coördinaten] . De punten op de route zijn de [adres] en een punt naast de A6 bij Rustplaats de Abt, naast het daar gelegen Esso tankstation.
Opgemerkt wordt dat volgens een berekening met de routeplanner van Apple de snelste route met de auto via de A6 en de A7 ongeveer 1 uur en 33 minuten duurt. De verwachte aankomsttijd vanaf 00:03 uur is dan 01:36 uur
01:44
Start met contact via IMessage tussen het nummer in gebruik bij [medeverdachte] ( [telefoonnummer 1] ) en het nummer [telefoonnummer 2] (hierna [telefoonnummer 2] ).
01:46
Gezocht middels Apple Maps op [adres]
02:23
[telefoonnummer 2] ( [verdachte] ) stuurt “bel me” naar [telefoonnummer 1] ( [medeverdachte] )
02:37
Explosie bij de [adres]
02:41
[telefoonnummer 1] ( [medeverdachte] ) stuurt wbj (de rechtbank begrijpt: waar ben je) naar [telefoonnummer 2] ( [verdachte] )
02:43
[telefoonnummer 2] ( [verdachte] ) stuurt: gelukt? en ik timer (straattaal voor wachten) op ze naar [telefoonnummer 1] ( [medeverdachte] ) Hierna wordt er gecommuniceerd dat ze kennelijk opgehaald moeten worden door anderen
02:52
[telefoonnummer 1] ( [medeverdachte] ) stuurt Jo [verdachte] ( [verdachte] kan een afkorting zijn voor [verdachte] ) wbj naar [telefoonnummer 2] ( [verdachte] )
02:52
[telefoonnummer 2] ( [verdachte] ) stuurt: Ga laag, en om 02:53 Lig laag ergens naar [telefoonnummer 1] ( [medeverdachte] )
02:53 ( [verdachte] ) stuurt: Heb je kino (de rechtbank begrijpt: beelden)
02:53
[telefoonnummer 1] ( [medeverdachte] ) stuurt Noh ik was al weg aan het lopen, maar hoorde noem, boem naar [telefoonnummer 2] ( [verdachte] )
02:54
[telefoonnummer 1] ( [medeverdachte] ) start met het delen van zijn locatie via IMessage.
02:55
[telefoonnummer 1] ( [medeverdachte] ) stuurt heb je het? Naar [telefoonnummer 2] ( [verdachte] ) [telefoonnummer 2] ( [verdachte] ) stuurt No
Hierna wordt er onder meer gesproken over dat [telefoonnummer 1] ( [medeverdachte] ) zijn broek en jas uit moet doen en in een tas stoppen. En dat ze dan ergens gaan timeren (wachten).
03:40
Er wordt een locatie gedeeld met het telefoonnummer [telefoonnummer 4] (opgeslagen onder contact naam papa'). De coördinaten bevinden zich aan de [adres] te Winschoten.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 februari 2024, opgenomen op pagina 121 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:
De doorzoeking vond plaats in de slaapkamer van de verdachte [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 2005. Op een bed in deze slaapkamer werd een brief aangetroffen van BOS-incasso gericht aan [verdachte] . Deze brief betreft een factuur van 116,30 naar aanleiding van de kosten van een treinreis Groningen naar Lelystad Centrum op 20 september 2023.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 januari 2024, opgenomen op pagina 91 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relaas van verbalisant:
Op vordering is het volgende verstrekt door Thuisbezorgd:
Naam: [naam] en [naam] Telefoonnummer: [telefoonnummer 2] E-mailadres: [accountnaam]
Adres: [adres]
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 6 februari 2024, opgenomen op pagina 296 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [verdachte] :
V: Je staat ingeschreven op de [adres] . Hoe vaak verblijf je daar? A: Ik ben daar elke dag
V: Wij hebben gegevens opgevraagd van thuisbezorgd.nl Hieruit blijkt dat er op 4 en 7 mei onder de naam “ [naam] van de [adres] eten is besteld bij Halal Fried Chicken. Wat kan jij je hierover herinneren?
A: Dat is gewoon voor bezorgen, ik wou [naam] intoetsen. Ik zet gewoon zomaar een naam. Ik kan me wel herinneren dat ik [naam] / [naam] als naam heb gekozen. Ik weet ook nog dat ik bij Halal Fried Chicken heb besteld.
V: Wie maakte nog meer gebruik van deze telefoon?
A: Er maakte niemand anders gebruik van het toestel dat ik gebruikte. V: Van wie is het mailadres [accountnaam] ?
A: Dat is mijn emailadres
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte
toetsing rechtmatigheid inverzekeringstelling en vordering tot bewaring door de rechter-commissaris d.d. 9 februari 2024, los bijgevoegd bij voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [medeverdachte] :
U houdt mij voor waarvan ik word verdacht en vraagt wat mijn betrokkenheid is. Ik werd gevraagd om mee te gaan, ik zei dat het goed was. Iemand belde mij. We gingen met de auto, we zijn lang onderweg geweest toen we aankwamen stapten we uit, we waren in Winschoten. Ja, ik ben naar het Centraal station gegaan. Ik werd daar opgehaald door jongens. U vraagt of [verdachte] daarbij was. Ja. U vraagt of ik ooit eerder in Winschoten was geweest. Nee. [verdachte] en ik stapten uit, de andere twee bleven in de auto. U houdt mij voor dat uit mijn telefoon blijkt dat er in de avond is gezocht op Google Maps naar het adres [adres] Winschoten. Ja, ik was de enige die internet had. Ik heb mijn telefoon aan de bestuurder gegeven. U vraagt wat wij moesten doen toen we uitstapten. Nee, we moesten blijven staan. Op een gegeven moment hoorde we een hele harde knal, toen ben ik weggerend. U vraagt of [verdachte] ook is blijven staan. Nee, hij liep weg en toen hoorde ik een harde knal. Ik ben weggerend, ik was bang. U vraagt waarom ik niet terug ben gegaan naar de auto. Ik wist niet waar ze waren. Het klopt dat ik tegen mijn vader heb gezegd dat ik achtergelaten was en dat de auto weg was. Ik heb de hele tijd met [verdachte] gebeld, maar hij hing steeds op. Hij heeft uiteindelijk zijn locatie gedeeld en toen waren we weer samen. U vraagt hoe we terug zijn gegaan naar Amsterdam. Met de trein. U vraagt of ik een kaartje heb gekocht.
Nee. U vraagt of ik iets zou krijgen om mee te gaan. Dat was nog niet besproken. Ik zou op de uitkijk staan. U vraagt wat ik had gedaan als er iemand langs was komen lopen. Ik had dan [verdachte] moeten bellen om te zeggen dat er iemand aankwam. U vraag of ik dan niet wist wat [verdachte] ging doen als ik op de uitkijk moest staan. Nee, hij zei dat ik daar moest blijven staan.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen overweegt de rechtbank het volgende.
Telefoonnummer verdachte
De rechtbank stelt vast dat het telefoonnummer [telefoonnummer 2] in verband kan worden gebracht met verdachte. Uit de historische verkeersgegevens blijkt dat het toestel waarin dit nummer werd gebruikt veelvuldig een mast dichtbij de woning van verdachte aanstraalde. De verdere bevestiging dat het om het nummer gaat dat door verdachte werd gebruikt, vindt de rechtbank in de onderzoeksgegevens van Thuisbezorgd.nl. Er werden bestellingen gedaan met dit telefoonnummer, op het adres waar verdachte stond ingeschreven, met het e-mailadres [accountnaam] . Verdachte heeft bij de politie gezegd dat hij zich herinnerde dat hij inderdaad via Thuisbezorgd eten heeft besteld en dat [accountnaam] zijn e-mailadres is. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij zijn telefoon nooit heeft uitgeleend. De rechtbank concludeert dan ook dat verdachte degene is geweest die op 19 en 20 september 2023 gebruik maakte van (een telefoon met) het telefoonnummer [telefoonnummer 2] .
Aanwezigheid in Winschoten
De rechtbank stelt verder vast dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] zich in de nacht van 20 september 2023 in Winschoten bevonden. Deze vaststelling vindt zijn grondslag in het onderzoek naar de historische verkeersgegevens van de telefoons van beide verdachten. De telefoons hebben voorafgaand, op en kort na het moment waarop het feit is gepleegd, een of meer zendmasten in Winschoten en omgeving aangestraald. Daarnaast blijkt uit de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] in combinatie met de in de woning van verdachte aangetroffen brief van BOS incasso, dat beide verdachten in de ochtend van 20 september 2023 samen zijn teruggereisd met de trein van Winschoten/Groningen naar Amsterdam. Verdachte heeft voor zijn aanwezigheid Winschoten geen enkele logische verklaring gegeven.
Betrokkenheid bij de ontploffing
Uit het chatgesprek dat tussen verdachte en zijn medeverdachte kort na de explosie is gevoerd, blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte betrokken is geweest bij de explosie aan de [adres] . In dat gesprek wordt onder meer gesproken over boem, hetgeen de rechtbank begrijpt als een knal na een explosie. Daarnaast proberen beide verdachten gezien de verstuurde chatberichten elkaars locatie in Winschoten te vinden, hetgeen er op duidt dat één van hen tijdens de explosie elders verbleef terwijl de ander zich bezighield met het plaatsen en aansteken van het vuurwerk. De rechtbank is van oordeel dat medeverdachte [medeverdachte] degene is geweest die de Cobra heeft geplaatst en ontstoken. De rechtbank leidt dit af uit de vraag van verdachte aan medeverdachte [medeverdachte] of het is “gelukt”(chat 02:43 uur) en uit de vraag aan medeverdachte [medeverdachte] “heb je kino” (02:53 uur), hetgeen op weinig anders kan duiden dan op een door de medeverdachte te maken opname van de explosie of in elk geval van het geplaatste explosief. Verder wordt er gesproken over het wisselen van kleding, hetgeen er op duidt dat de beide verdachten mogelijke sporen die de explosie had achtergelaten of een mogelijk signalement wilden verhullen. Er wordt daarnaast gesproken over “laag liggen”, wat erop duidt dat men zich wilde verschuilen. Deze berichten bevestigen naar het oordeel van de rechtbank de betrokkenheid van beide verdachten bij de explosie. Zij zijn hierbij evident samen opgetrokken, zijn naar Winschoten gereisd en hebben daar zowel vlak voor als vlak na de explosie uitgebreid met elkaar gecommuniceerd.
Voor zijn aanwezigheid in Winschoten en over de inhoud van het genoemde chatgesprek, heeft hij geen enkele verklaring gegeven. Deze voor het primair ten laste gelegde redengevende omstandigheden, zijn dus niet ontzenuwd door een verklaring van verdachte. De rechtbank is dan ook van oordeel dat deze feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, redelijkerwijs niet anders kunnen worden geduid dan dat verdachte en zijn medeverdachte nauw en bewust hebben samengewerkt bij het veroorzaken van de explosie aan de [adres] , zodat het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend is bewezen.
De rechtbank is tevens van oordeel dat er door de ontploffing gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten was. Door de explosieve kracht is er veel schade aangericht aan de woning. Uit het dossier blijkt bovendien dat er een gezin aanwezig was in de woning waar de ontploffing plaatsvond. Naar het oordeel van de rechtbank staat op grond van deze feiten en omstandigheden vast dat het handelen van verdachte een situatie heeft opgeleverd waarin gevaar voor goederen en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de personen die aanwezig waren in de woning ten tijde van het ontsteken van de Cobra naar algemene ervaringsregels redelijkerwijze voorzienbaar was.
Ten aanzien van feit 2:
De rechtbank volstaat ten aanzien van het hierna onder feit 2 bewezen verklaarde met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid tweede volzin, van het Wetboek van
Strafvordering, nu verdachte het hierna bewezen verklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend. Deze opgave luidt als volgt:
de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 26 augustus 2025;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van binnentreden woning d.d. 7 februari 2024, opgenomen op pagina 111 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende het relaas van verbalisant;
een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 februari 2024, opgenomen op pagina 150 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende het relaas van verbalisant.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder feit 1 primair en feit 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1
hij op 20 september 2023 te Winschoten, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door bij een woning, gelegen aan de [adres] , een stuk (professioneel) vuurwerk (Super Cobra 6) aan te steken, en daarvan
  • gemeen gevaar voor voornoemde woning en ruiten en deuren van voornoemde woning en de in de nabijheid gelegen auto, en
  • gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor in de woning aanwezige personen te duchten was.
2
hij op 6 februari 2024 te Amsterdam, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer (bruto) 79,32 gram hasjiesj, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1,
primairmedeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is
2. opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder feit 1 primair en feit 2 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een jeugddetentie van 180 dagen, waarvan 143 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en daarnaast een taakstraf in de vorm van een werkstraf van 120 uren.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat aan verdachte, in geval van een bewezenverklaring, een geheel onvoorwaardelijke jeugddetentie ter hoogte van de duur van het voorarrest en daarnaast een werkstraf wordt opgelegd.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportages, het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan het teweegbrengen van een explosie bij een woning in het midden van de nacht. Door zijn handelen is een zeer gevaarlijke situatie ontstaan, waarbij niet alleen de betreffende woning schade heeft geleden, maar ook personen in gevaar hadden kunnen worden gebracht. Dat de gevolgen van de explosie in dit geval beperkt zijn gebleven, is niet aan verdachte te danken. De rechtbank merkt op dat het teweegbrengen van ontploffingen als deze, relatief veel voorkomt en kennelijk wordt ingezet om onderlinge conflicten in het criminele milieu te beslechten. Bij dergelijke acties lijkt in het geheel geen rekening te worden gehouden met de goederen of met de lichamelijke integriteit van anderen en evenmin met de angst- en veiligheidsgevoelens van buurtbewoners en die in de samenleving. Ook dit rekent de rechtbank verdachte aan. Verdachte heeft daarnaast geen enkele openheid van zaken gegeven.
Voor een feit als dit is een onvoorwaardelijke jeugddetentie van enige duur zonder meer passend.
Verdachte heeft zich ook nog schuldig gemaakt aan het bezit van hasj. Het voorhanden hebben van hasj draagt bij aan de instandhouding van het illegale drugscircuit en de daarmee gepaard gaande criminaliteit.
De rechtbank heeft naast de ernst van de feiten ook acht geslagen op de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Uit het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) van 12 augustus 2025 volgt dat er sinds de verdenking geen negatief contact meer is geweest met politie of justitie en dat het risico op recidive als zeer laag wordt gezien. De Raad ziet nog wel zorgen op het gebied van dagbesteding. Daarom vindt de Raad een werkstraf het meest passend. De Raad adviseert om aan verdachte geen onvoorwaardelijke jeugddetentie op te leggen die langer is dan de tijd die hij al in voorarrest heeft doorgebracht, omdat verdachte een veilig thuis heeft, hier graag is en een gevangenisstraf juist kan leiden tot contacten met jongeren waar verdachte niet mee in aanraking zou moeten komen. Ter zitting heeft de Raad hieraan toegevoegd een voorwaardelijke jeugddetentie wel op zijn plaats te vinden, zodat het toezicht van de jeugdreclassering kan worden voortgezet, met het oog op het verkrijgen van een dagbesteding. De jeugdreclassering heeft ter zitting aangegeven zich goed te kunnen vinden in het advies van de Raad.
Gelet op het positieve rapport van de Raad, het feit dat verdachte zich redelijk goed aan zijn schorsingsvoorwaarden heeft gehouden en het lage recidive risico, zal de rechtbank geen langere onvoorwaardelijke jeugddetentie op leggen dan de tijd die verdachte al in voorarrest heeft doorgebracht. Wel acht de rechtbank, gezien de ernst van het feit een forse voorwaardelijke jeugddetentie en een forse taakstraf op zijn plaats. De rechtbank ziet geen aanleiding om toezicht en begeleiding door de jeugdreclassering op te leggen gelet op het lage recidive risico.
Alles overwegende acht de rechtbank een jeugddetentie voor de duur van 180 dagen, waarvan 142 dagen voorwaardelijk en een taakstraf van 120 uren, passend en geboden.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 47, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77gg en 157 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder feit 1 primair en feit 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een jeugddetentie voor de duur van 180 dagen.

Bepaalt dat van deze jeugddetentie
een gedeelte, groot 142 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie geheel in mindering zal worden gebracht.

Een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 120 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie voor de duur van 60 dagen zal worden toegepast.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Zwarts, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. G.H. Boekaar en mr.
A.L.J.M.A. Janssens, rechters, bijgestaan door mr. L.M. Jongman, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 9 september 2025.