ECLI:NL:RBNNE:2025:3544

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
14 augustus 2025
Publicatiedatum
28 augustus 2025
Zaaknummer
11452207 BU VERZ 24-2993
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke procedure inzake boete voor niet-verzekeren van motorrijtuig

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 14 augustus 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. De zaak betreft een boete die is opgelegd aan een rechtspersoon op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) voor het niet afsluiten en in stand houden van de vereiste verzekering voor een motorrijtuig. De overtreding vond plaats op 13 november 2023 en werd geconstateerd door een registercontrole. De opgelegde boete bedroeg € 459,00, inclusief administratiekosten. De gemachtigde van de betrokkene heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, maar dit beroep werd niet-ontvankelijk verklaard. Hierop heeft de gemachtigde beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 31 juli 2025 heeft de kantonrechter vastgesteld dat er geen machtiging in het dossier aanwezig was, wat noodzakelijk is voor rechtspersonen om via hun vertegenwoordigers rechtshandelingen te verrichten. De gemachtigde heeft een foto van het uittreksel uit het Handelsregister overgelegd, waaruit bleek dat hij bevoegd was om de B.V. te vertegenwoordigen. De kantonrechter oordeelde echter dat het beroepschrift in administratief beroep te laat was ingediend, aangezien de termijn van zes weken was overschreden. De gemachtigde had de mogelijkheid om pro-forma beroep in te stellen, maar dit had hij niet gedaan. Hierdoor verklaarde de kantonrechter het beroep ongegrond, wat betekent dat de inhoudelijke beoordeling van het beroepschrift niet aan de orde kwam.

De uitspraak is openbaar uitgesproken en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Assen
Bestuursrecht
beschikkingsnummer: 263182190
zaaknummer: 11452207 BU VERZ 24-2993

uitspraak van de kantonrechter van 14 augustus 2025

in de zaak van

[betrokkene] (betrokkene),

gevestigd in [vestigingsplaats]
gemachtigde: [gemachtigde] .

Inleiding

1. Aan betrokkene is een boete opgelegd op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De verkeersovertreding waarvoor de boete is opgelegd is: ‘voor een motorrijtuig niet de vereiste verzekering afsluiten en in stand houden’, verricht op 13 november 2023, om 17:06 uur, te RDW Veendam, geconstateerd door een registercontrole, met een land- of bosbouwtrekker, met kenteken [kenteken] . De opgelegde boete bedraagt € 459,00 (inclusief administratiekosten).
1.1.
[gemachtigde] heeft tegen de boete beroep ingesteld bij de officier van justitie. Deze heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing heeft [gemachtigde] beroep ingesteld bij de kantonrechter.
1.2.
De kantonrechter heeft het beroep op 31 juli 2025 op de zitting behandeld. Daarbij waren aanwezig: [gemachtigde] en als vertegenwoordiger van de officier van justitie mr. P. Belopavlovic.

Beoordeling door de kantonrechter

Overwegingen

Ontvankelijkheid beroep bij de kantonrechter – machtiging
2. De kantonrechter stelt vast dat er zich geen machtiging in het dossier bevindt. In dit geval is de boete opgelegd aan een rechtspersoon. Een rechtspersoon kan alleen via haar vertegenwoordiger(s) rechtshandelingen verrichten. Dit brengt mee dat de rechter die op een beroep moet beslissen kan verlangen dat een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel wordt overgelegd, waaruit blijkt wie bevoegd is namens de rechtspersoon rechtshandelingen te verrichten.
2.1.
Op 16 december 2024 is bij brief door de griffie van deze rechtbank de mogelijkheid aan betrokkene geboden om het geconstateerde verzuim te herstellen, door een schriftelijke machtiging toe te sturen waaruit blijkt op welke zaken deze betrekking heeft, en ook een uittreksel uit het handelsregister waaruit blijkt wie als (uiteindelijk) bevoegd bestuurder gerechtigd is beroep in te stellen. Betrokkene is in de brief van 16 december 2024 gewezen op de mogelijke consequentie van het niet tijdig herstellen van de genoemde verzuimen, namelijk dat de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk kan verklaren.
2.2.
Door [gemachtigde] is op de zitting aangevoerd dat hij de brief van 16 december 2024 niet heeft ontvangen, waardoor hij de gevraagde informatie niet heeft overgelegd. Maar hij heeft op de zitting een foto van het uittreksel uit het Handelsregister van [betrokkene] aan de kantonrechter laten zien, waaruit blijkt dat hij bestuurder is van de B.V. De kantonrechter is van oordeel dat [gemachtigde] hiermee voldoende heeft aangetoond dat hij [betrokkene] mag vertegenwoordigen.
Te laat administratief beroep bij de officier van justitie
3. De kantonrechter stelt vast dat het beroepschrift in administratief beroep te laat is ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift is zes weken. [1] Het beroepschrift had uiterlijk op 15 februari 2024 ontvangen moeten zijn. Het beroepschrift is pas op 16 februari 2025 digitaal bij de CVOM binnengekomen. Dit is dus te laat. Het beroep kan toch ontvankelijk zijn, als het gemachtigde niet toegerekend kan worden dat hij te laat beroep heeft ingesteld.
3.1.
Gemachtigde voert aan dat hij dacht dat het dossier eerst compleet moest zijn. Hij heeft gewacht met het indienen van administratief beroep totdat hij antwoord van zijn verzekeraar had over de WAM-verklaring.
3.2.
De kantonrechter ziet hierin geen aanleiding om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. De lat daarvoor ligt daarvoor in de jurisprudentie hoog. Gemachtigde had in dit geval pro-forma beroep kunnen instellen en later de gronden kunnen aanvullen. Dat hij dit niet heeft gedaan komt voor zijn eigen rekening en risico. De officier van justitie heeft het administratief beroep daarom terecht niet-ontvankelijk verklaard. Dit betekent dat de kantonrechter niet toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van het beroepschrift. De kantonrechter zal het beroep ongegrond verklaren.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.A.G. van Dijk, kantonrechter, in aanwezigheid van R. de Hoop, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 14 augustus 2025.
griffier kantonrechter

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.

Voetnoten

1.Artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht.