ECLI:NL:RBNNE:2025:3511

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
22 juli 2025
Publicatiedatum
26 augustus 2025
Zaaknummer
10789392 \ CV EXPL 23-7319 (eindvonnis 22 juli 2025)
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake betalingsverplichtingen en vernietiging van overeenkomst tussen Greenwheels en gedaagde

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 22 juli 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Greenwheels en een gedaagde partij over onbetaald gebleven facturen na autohuur. Greenwheels stelde dat er meerdere ritovereenkomsten waren gesloten, en niet slechts één abonnementsovereenkomst. De kantonrechter oordeelde dat, hoewel er inderdaad verschillende ritovereenkomsten tot stand waren gekomen, de verplichtingen van artikel 6:230v lid 3 van het Burgerlijk Wetboek ook van toepassing waren op de abonnementsovereenkomst. Dit omdat de consument bij het aanmaken van een account een maandelijkse abonnementsprijs en een eenmalige borgsom verschuldigd was. De kantonrechter concludeerde dat de bestelknop niet voldeed aan de wettelijke eisen, waardoor de abonnementsovereenkomst vernietigd werd.

De vordering van Greenwheels tot nakoming van de betalingsverplichting werd afgewezen, omdat Greenwheels geen andere gronden had aangedragen voor betaling. Daarnaast had Greenwheels onvoldoende inzicht gegeven in de naleving van de (pre)contractuele informatieplichten met betrekking tot de ritovereenkomsten. De kantonrechter oordeelde dat Greenwheels niet had voldaan aan haar verplichtingen om de juiste en volledige informatie te verstrekken, wat noodzakelijk was voor de beoordeling van de vordering. Hierdoor werden de vorderingen van Greenwheels afgewezen en werd zij veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Groningen
Zaaknummer: 10789392 \ CV EXPL 23-7319
Vonnis van 22 juli 2025
in de zaak van
COLLECT CAR B.V., H.O.D.N. GREENWEELS,
te [vestigingsplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: Greenwheels,
gemachtigde: Invorderingsbedrijf,
kenmerk: [nummer] ,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: [gemachtigde] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 4 februari 2025,
- de mondelinge behandeling van 27 mei 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
In het tussenvonnis van 4 februari 2025 heeft de kantonrechter een mondelinge behandeling gelast om de vernietigbaarheid van de overeenkomst en de sanctionering van de vastgestelde schendingen van de (pre)contractuele informatieverplichtingen met partijen te bespreken.
2.2.
[gedaagde] aangegeven dat een derde zijn portemonnee heeft gestolen, het account bij Greenwheels heeft aangemaakt en ritjes in de Greenwheels auto heeft gemaakt. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] verder aangegeven de overeenkomst te vernietigen omdat hij er niet aan gebonden wil zijn.
2.3.
Tijdens deze mondelinge behandeling heeft Greenwheels een nieuw standpunt ingenomen. Volgens Greenwheels heeft [gedaagde] door het aanmelden bij Greenwheels een abonnementsovereenkomst afgesloten en zijn op die overeenkomst niet de regels rondom de bestelknop van toepassing. Daarnaast wordt volgens Greenwheels per rit een overeenkomst gesloten. Verder verzet Greenwheels zich tegen de vernietiging van de overeenkomst.
2.4.
De kantonrechter volgt [gedaagde] niet in de stelling dat een derde het account heeft aangemaakt, ritjes in de auto heeft gemaakt en [gedaagde] daarom niet hoeft te betalen aan Greenwheels. In de conclusie van dupliek heeft [gedaagde] aangegeven dat hij er van wist dat die derde het account op naam van [gedaagde] bij Greenwheels aanmaakte. Het is voor rekening en risico van [gedaagde] dat hij een derde toegang tot zijn gegevens heeft gegeven. Dat betekent niet dat [gedaagde] niet tegenover Greenwheels is gebonden.
2.5.
De kantonrechter kan Greenwheels volgen in het standpunt dat er een abonnementsovereenkomst is afgesloten en daarnaast diverse ritovereenkomsten (huurovereenkomsten) tot stand zijn gekomen. Echter, ook op deze abonnementsovereenkomst is artikel 6:230v lid 3 BW van toepassing omdat [gedaagde] daarvoor een maandelijkse abonnementsprijs en een eenmalige borgsom was verschuldigd. De kantonrechter ziet geen aanleiding om terug te komen op het oordeel dat de bestelknop niet aan de voorwaarden voldoet. Nu [gedaagde] de overeenkomst heeft vernietigd kan de vordering tot nakoming van de betalingsverplichting niet slagen. Greenwheels heeft zich enkel verzet tegen de vernietiging en heeft geen andere grondslag aan haar vordering ten gronde gelegd.
2.6.
Ten aanzien van de ritovereenkomsten heeft Greenwheels in het geheel geen inzicht gegeven in de naleving van de (pre)contractuele informatieplichten en de bestelknop. Dit kon en had zij wel moeten doen onder andere op grond van alinea 4.4 van het tussenvonnis van 2 april 2024. Greenwheels heeft in de dagvaarding, de conclusie van repliek en de nadien genomen akte alleen informatie verstrekt over de abonnementsovereenkomst. Het zal zo zijn dat Greenwheels van inzicht is veranderd maar dit doet niet af aan haar verplichting om de kantonrechter van de juiste en volledige informatie te voorzien. De kantonrechter kan nu niet toetsen of Greenwheels heeft voldaan aan de op haar rustende (pre)contractuele informatieplichten, waaronder de vereisten van de bestelknop. Het consumentenrecht is recht van openbare orde, zodat de kantonrechter de verplichting heeft ambtshalve te onderzoeken of hieraan is voldaan. Dit betekent dat de vordering zonder deze onderbouwing niet voldoende gemotiveerd is gesteld.
2.7.
Gelet op dit alles zal de kantonrechter de vorderingen van Greenwheels afwijzen.
Als de in het ongelijk gestelde partij wordt Greenwheels veroordeeld in de proceskosten. Aan de zijde van [gedaagde] worden die begroot op € 50,00.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
wijst de vorderingen van Greenwheels af,
3.2.
veroordeelt Greenwheels in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 50,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Boerlage-van den Bosch en in het openbaar uitgesproken op 22 juli 2025.
36251