In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 12 augustus 2025, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster, ingediend op 7 augustus 2025, afgewezen. Het verzoek was gericht tegen het besluit van de burgemeester van de gemeente Ooststellingwerf van 4 augustus 2025, waarin werd besloten tot inbeslagname van twee honden van verzoekster, naar aanleiding van een ernstig bijtincident met de staffordshirebullterriër. De voorzieningenrechter oordeelt dat het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk is en doet uitspraak zonder zitting.
De voorzieningenrechter stelt vast dat de burgemeester de inbeslagname van de honden heeft gerechtvaardigd door te wijzen op het dreigende gevaar dat de staffordshirebullterriër voor anderen vormt. De hond heeft een voorbijgangster ernstig verwond en de burgemeester heeft besloten deze hond voor drie weken in beslag te nemen voor onderzoek door een hondengedragsdeskundige. De beige Bully XL, die ook in beslag is genomen, vertoonde eerder hinderlijk gedrag, maar er was geen informatie over eerdere bijtincidenten. De voorzieningenrechter overweegt dat de burgemeester in zijn besluit duidelijk heeft gemaakt dat de inbeslagname tijdelijk is en dat er een vervolgprocedure zal plaatsvinden na de gedragsanalyse van de honden.
De voorzieningenrechter concludeert dat, gezien de beperkte duur van de inbeslagname en de onvermijdelijke duur van een zorgvuldige behandeling van het verzoek, er feitelijk geen redelijk belang is voor het toewijzen van het verzoek om voorlopige voorziening. Daarom wordt het verzoek afgewezen. Er is geen aanleiding om een partij in de proceskosten te veroordelen.