ECLI:NL:RBNNE:2025:329

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
28 januari 2025
Publicatiedatum
3 februari 2025
Zaaknummer
18-057300-22
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Nederland op 28 januari 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van de veroordeelde, die in 2022 ter beschikking was gesteld wegens een poging tot doodslag. De officier van justitie had op 12 december 2024 verzocht om verlenging van de tbs met twee jaren, wat werd behandeld op 14 januari 2025. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen, na het horen van de veroordeelde, zijn raadsman en een deskundige. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde lijdt aan schizofrenie en een verslavingsstoornis, en dat zijn behandeling zich nog in een beginfase bevindt. De deskundige bevestigde dat de veroordeelde meer verantwoordelijkheid begint te nemen voor zijn daden, maar dat er nog steeds een hoog recidiverisico is bij een (voorwaardelijke) beëindiging van de maatregel. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen vereist dat de tbs wordt verlengd, gezien de aanhoudende stoornissen en het nog te doorlopen behandeltraject. De beslissing om de tbs met twee jaren te verlengen is genomen op basis van de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
Parketnummer 18-057300-22
beslissing van de meervoudige strafkamer van 28 januari 2025 in de rechtbank Noord- Nederland op een vordering van de officier van justitie strekkende tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling
in de zaak tegen

[veroordeelde] ,

geboren op [geboortedatum] 1994 te [geboorteplaats] , thans verblijvende in de [instelling] ,
hierna te noemen: de veroordeelde

Procesverloop

De officier van justitie heeft op 12 december 2024 schriftelijk gevorderd dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling met dwangverpleging (hierna: tbs) van de veroordeelde zal verlengen met twee jaren.
De behandeling van de vordering heeft plaatsgevonden op 14 januari 2025, waarbij aanwezig waren de veroordeelde, zijn raadsman mr. J.A.W. Knoester, advocaat te Den Haag, de officier van justitie mr. D.P.
Menting en mevrouw A.J. Acton als deskundige.
De rechtbank heeft acht geslagen op de stukken, waaronder met name het door het (plaatsvervangend) hoofd van de inrichting ondertekende rapport met advies van 28 november 2024 van het behandelteam van de instelling waar de veroordeelde van overheidswege wordt verpleegd en de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de veroordeelde.

Motivering

De opgelegde terbeschikkingstelling
Bij vonnis van 9 december 2022 heeft de rechtbank Noord-Nederland locatie Leeuwarden de veroordeelde ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege wegens een poging tot doodslag. De tbs is aangevangen op 23 januari 2023.
Het advies van de instelling
In het verlengingsadvies wordt geadviseerd de termijn van de tbs te verlengen met twee jaren. In dit verlengingsadvies is onder meer het volgende aangegeven, zakelijk weergegeven:
Bij de veroordeelde is sprake van schizofrenie en een stoornis in het gebruik van alcohol en cannabis. Vanuit de schizofrenie is sprake van een (paranoïde) psychotische kwetsbaarheid en een religieus waansysteem. Sinds augustus 2023 verblijft de veroordeelde in de Forensisch Psychiatrische Kliniek (hierna: FPK) [instelling] . De behandeling van de veroordeelde bevindt zich nog in de beginfase en richt zich op zijn psychose, zijn verslavingsproblematiek en zijn gebrekkige copingvaardigheden. Daarnaast is de behandeling gericht op het ontbreken van behandelbereidheid en probleembesef en op het vergroten van zelfredzaamheid en verantwoordelijkheid. Sinds de opname in de FPK is er actief ingezet op het stabiliseren van het psychotische toestandsbeeld door middel van medicatie. Onder toezicht neemt de veroordeelde de anti psychotische medicatie vrijwillig in, waardoor het psychotische toestandsbeeld enigszins is afgenomen. Op de afdeling stelt de veroordeelde zich aanvankelijk teruggetrokken op, maar naarmate de psychotische symptomen afnemen neemt hij steeds vaker contact op met het behandelteam. Er is echter nog sprake van een actief waansysteem. Ondanks dat het waansysteem geen hoog geweldsrisico met zich meebrengt, is het waansysteem op dit moment nog onvoldoende behandeld om stappen te kunnen zetten op het gebied van resocialisatie. Het doel voor de komende periode is het terugdringen van het waansysteem door middel van medicatie, therapeutische behandelingen, diagnostische onderzoeken en trainingen. De aanvraag voor begeleid verlof zal worden gedaan zodra de risicofactoren afnemen. Het terugdringen van het waansysteem moet worden vormgegeven binnen een beveiligd en toezichthoudend karakter, aangezien bij de veroordeelde sprake is van een zeer gering probleembesef en -inzicht en een gebrek aan intrinsieke motivatie om (een hogere dosis) medicatie in te nemen. Hoewel de veroordeelde gedurende de behandeling geen verdovende middelen gebruikt en hij meewerkt aan de verplichte urineonderzoeken, ziet hij niet in dat er sprake is van middelenproblematiek. Het ontbreken van probleembesef en -inzicht is dan ook van grote invloed op het afnemen van de risicofactoren en de mate van behandelresponsiviteit.
Bij een (voorwaardelijke) beëindiging van de maatregel wordt het recidiverisico ingeschat als hoog. De risicofactoren zullen in dat geval toenemen, aangezien de veroordeelde zich waarschijnlijk zal onttrekken aan elke vorm van hulpverlening en zich niet zal houden aan afspraken rondom medicatie inname, het gebruik van verdovende middelen en het accepteren van ondersteuning. Op dit moment is het dan ook van belang dat de veroordeelde gedurende een langere periode wordt behandeld in een gestructureerde, toezichthoudende en beveiligde omgeving.
De deskundige A.J. Acton heeft tijdens de zitting van 14 januari 2025 het advies bevestigd en nader toegelicht. Deze toelichting houdt - zakelijk weergegeven - in:
In de afgelopen periode is er bij de veroordeelde meer verantwoordelijkheid ontstaan voor het indexdelict en hij is dan ook bereid schade te vergoeden aan het slachtoffer. Het was lastig om inzage te krijgen in de beleveniswereld van de veroordeelde, maar door de behandeling en therapieën gaat dat steeds beter. Het lukt de veroordeelde ook steeds beter om aan te geven wanneer het minder goed met hem gaat. De afgelopen tijd heeft de veroordeelde meer last gehad van psychotische klachten. Positief is dat hij daarmee zelf naar het behandelteam is gegaan en dat hij inmiddels openstaat voor behandeling. In de afgelopen weken is de dosering van de medicatie verhoogd vanwege toenemende psychotische klachten. Het inschatten van een juiste dosering medicatie is lastig geweest, omdat de veroordeelde zichzelf goed kan presenteren en hij er lange tijd van overtuigd was dat hij geen last had van psychotische klachten en deze niet had gemeld, terwijl deze wel aanwezig waren. Zodra er een stabiel psychiatrisch toestandsbeeld is en het behandelteam meer inzicht heeft in het denken en voelen van de veroordeelde, komt er zicht op begeleid verlof.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij zijn vordering tot verlenging van de tbs met twee jaren.
Het standpunt van de veroordeelde en zijn raadsman
De veroordeelde en zijn raadsman hebben zich niet verzet tegen een verlenging van de tbs met twee jaren.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de motivering in het onderliggende vonnis vast dat de tbs is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De maatregel is derhalve niet in duur beperkt en kan dus verlengd worden.
Op grond van de inhoud van voormeld advies, de door de deskundige gegeven toelichting en hetgeen overigens uit het onderzoek ter zitting naar voren is gekomen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen vereist dat de tbs wordt verlengd. De rechtbank overweegt daartoe dat de stoornissen bij de veroordeelde nog aanwezig zijn en dat het recidiverisico bij een (voorwaardelijke) beëindiging van de maatregel hoog is. Daar komt bij dat het behandeltraject zich nog in een beginstadium bevindt en er nog belangrijke vervolgstappen moeten worden gezet voordat kan worden toegewerkt naar begeleid verlof. De rechtbank zal de tbs dan ook, overeenkomstig de vordering en het verlengingsadvies, met twee jaren verlengen.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.

Beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van de veroordeelde met twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.E. Joha, voorzitter, mr. M.J. Dijkstra en mr. L. Potijk, rechters, bijgestaan door mr. M.A. Toussaint, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting op 28 januari 2025.