3.24.Bij beschikking van deze rechtbank van 7 april 2022 is ARUP als deskundige benoemd, ter beantwoording van de volgende vragen:
Kunt u met betrekking tot de renovatie van de [flatnaam 1] aangeven welke werkzaamheden er zijn verricht, om (i) te voldoen aan de richtlijnen uit NPR9998:2015 en (ii) aardbevingsbestendig te bouwen/renoveren? Is er een recentere NPR 9998 mogelijk van toepassing? Hoe luidt uw antwoord dan?
Kunt u aangeven of en zo ja welke extra kosten (meerkosten) Lefier hiervoor heeft moeten maken (in vergelijking met een renovatie van de [flatnaam 1] zonder die werkzaamheden) en of dat redelijke kosten zijn geweest? Hoe luidt uw antwoord wanneer er mogelijk een recentere NPPR9998 van toepassing is?
Zou uw antwoord op de vragen a) en b) anders luiden indien het gebouw niet in aardbevingsgebied zou staan?
Geeft uw onderzoek overigens nog aanleiding voor opmerkingen?
Omdat ARUP te kennen gaf dat zij niet vrijstond, is bij beschikking van 13 juli 2022 Borg als deskundige benoemd. NAM heeft het voorschot op de kosten van Borg voldaan.
3.25.1Op 25 april 2024 heeft Borg gerapporteerd. In hoofdstuk 5.2. van het rapport staat het volgende over de geplande en uitgevoerde renovatie.
“5.2.2.1 Oorspronkelijke opzet renovatie
De vroegste opzet van de renovatie bij ons bekend zijn de bouwkundige tekeningen van AAS van
10 maart 2016 (4, AAS). Ten opzichte van de bestaande bouw omvatten de aanpassingen globaal:
- Uitbreiding van de woningen aan voor- en achterzijde met ca. 2 meter en extra buitenruimtes.
- De bestaande voor- en achtergevel wordt daarvoor gesloopt en er komt een nieuwe gevel.
- De constructie van de vloer, wanden en gevel bestaat uit houtskeletbouwelementen.
- Sparingen door vloeren voor leidingschachten.
- Maken van vluchttrappen aan beide uiteinden van het gebouw.
5.2.2.2 Uiteindelijke opzet renovatie aardbevingsbestendig
De opzet van de uiteindelijke renovatie (18, AAS) is grotendeels gelijk gebleven. Functioneel zijn de buitenruimtes (balkons) komen te vervallen en is het trappenhuis aan de kopse kanten van het gebouw woning geworden, waarbij er een vluchttrap aan het einde van de gang is gemaakt. Van de kopgevels is het metselwerk buitenblad vervangen door een geïsoleerd systeem met steenstrips. De langsgevels worden gemaakt met een licht, modulair profielsysteem. De laagbouw is los gehouden van de hoogbouw, door het inkorten van het betondak nabij de hoogbouw en dit te vervangen door een dak van hout.”
3.25.2Borg concludeert dat de renovatie terecht is getoetst aan de NPR 9998 versie van december 2015. In paragraaf 6.2 heeft zij uiteengezet hoe zij tot haar bevindingen is gekomen.
“
6.2 Eigen beschouwing
In hoofdstuk 5 hebben wij met een analyse van de genoemde gegevens uit de rapporten onze beschouwingen gerapporteerd. Samengevat zijn de beschouwingen als volgt:
6.2.1Ontwerpproces
Om de renovatie te realiseren is alles gedaan om binnen de kaders van de analyse van ARUP te blijven, om daarmee impliciet te voldoen aan de NPR, omdat de analyse van ARUP gebaseerd is op de NPR. Door het taakstellend stellen van de analyse van ARUP is er blijkbaar geen ruimte geweest andere strategieën te doorlopen. De gemaakte keuzes in het ontwerp van de renovatie zijn verklaarbaar vanuit het gestelde kader van behoud van de on-versterkte flat. Omdat de meeste keuzes van het ontwerp passend zijn gehouden binnen het aldus ontstane randvoorwaardelijke kader vanuit de seismische analyse van ARUP gebaseerd op de NPR, zijn deze maatregelen te zien als voldoen aan de richtlijnen uit de NPR. Daarmee is niet te stellen dat dit de meest kostenefficiënte aanpak is geweest. Omdat ontwerpkeuzes ook worden gemaakt op andere criteria dan de seismische kaders, is het niet ondenkbaar dat de renovatie er in grote lijnen hetzelfde had uitgezien als nu ontwikkeld. (…)
6.2.3Seismische onderbouwing nieuwe bouwdelen
ARUP doet geen her-analyse van de aan de hoogbouw toegevoegde constructies en sluit de laagbouw uit. Zij geven een waarde van de te rekenen versnelling van 0,3g bij een aardbeving mee als waarde om aan onderdelen te rekenen. ARUP heeft niet onderbouwd hoe zij aan deze waarde gekomen zijn, hoe dit gebaseerd is op de NPR en heeft niet meegegeven hoe dit verwerkt moet worden binnen het kader van de NPR. Dit gegeven wordt door HADO gebruikt om de dimensies te bepalen van de constructie van de uitbreiding van de hoogbouw en de laagbouw. De wijze van analyse kan gezien worden als het onderbouwen van aardbevingsbestendig bouwen, maar is niet conform de richtlijnen van de NPR. Het niet mee-analyseren in de seismische hoofdberekening van de laagbouw en de nadere uitsluiting ervan door ARUP leidt tot de ontwerpkeuze om de laagbouw los te koppelen van de hoogbouw en deze apart te voorzien van stabiliteitselementen. Dit kan gezien worden als blijven voldoen aan het randvoorwaardelijke kader als omschreven in 6.2.1. Ook hier geldt weer dat daarmee niet te stellen is dat dit de meest kostenefficiënte aanpak is geweest.”
3.25.3Borg heeft vraag (a) van de rechtbank, welke werkzaamheden er zijn verricht om te voldoen aan de NPR 9998 en aardbevingsbestendig te bouwen, in paragraaf 6.3. als volgt beantwoord:
“i.Te voldoen aan de richtlijnen uit NPR9998.-2015
Met verwijzing naar 6.2.2 en de posten zoals genoemd in de kostenopstelling van Van Wijnen ([21, Van Wijnen]), zijn de volgende onderdelen onderbouwd vanuit de NPR 9998:2015 (met beargumentering):
Steenstrips langsgevels - om te blijven voldoen aan de seismische beoordeling van ARUP [7, ARUP]
Sparing in keukens vervallen - idem, geen aanpassingen capaciteit bestaande draagstructuur [7, ARUP]
Brug over laagbouw - idem, ontkoppelen massa van laagbouw [7, ARUP]
5. Nieuwe begane grondvloer - idem, ontkoppelen massa van laagbouw [7, ARUP]
7. Metselwerk balkons (borstweringen) - volgend uit analyse [8, ARUP] en [6, [naam] ]
8. Balkonvloeren - om te blijven voldoen aan de seismische beoordeling van ARUP [7, ARUP]
9. Seismische ontkoppeling - zie 3.
11. Maatregel kopgevels - om te blijven voldoen aan de seismische beoordeling van ARUP [7, ARUP]
91. Adviseurs - extra werkzaamheden engineering en proces en post Uitvoering e.d. is gevolg vanuit de werkzaamheden.
en
iiAardbevingsbestendig bouwen/renoveren?
Met verwijzing naar 6.2.3 en de posten zoals genoemd in de kostenopstelling van Van Wijnen ([21, Van Wijnen]) zijn de volgende onderdelen in het kader van aardbevingsbestendig bouwen verricht, maar rekenkundig niet onderbouwd vanuit de NPR 9998:2015 verricht (met beargumentering):
4. Windverbanden nieuwe gevel - om vloerschijven te creëren voor de uitbreidingen
aan de bestaande flat. [19, HADO]
6. Houten vloerelementen - als onderdeel van 4.
10. Stabiliteitsverbanden laagbouw - voortkomend uit ontkoppeling van de hoogbouw [19, HADO]
21. Frames + portaal laagbouw achtergevel als 10.”
3.25.4Op vraag (c), of de antwoorden anders zouden luiden indien het gebouw niet in aardbevingsgebied zou staan, heeft Borg geantwoord:
“Ja, de genoemde werkzaamheden zouden dan niet zijn uitgevoerd.
Waarbij opgemerkt dat sommige keuzes zoals bijvoorbeeld de nieuwe gevels met een lichtgewicht systeem dan ook gemaakt zouden kunnen worden, om tot een integrale ontwerpkeuze te komen waarbij de afwegingen worden gemaakt op aspecten als verschijningsvorm (kwaliteit van het visuele beeld van de gevel), voldoen aan huidige eisen van thermische en akoestische isolatie en bouwsnelheid. Dit past in een ontwerpproces waarbij integrale keuzes worden gemaakt, die het beste voor het project zijn.”
3.25.5Op vraag (d), of het onderzoek overigens nog aanleiding geeft voor opmerkingen, heeft Borg het volgende antwoord gegeven:
“Ons is opgevallen dat er door betrokkenen geen uitgewerkt voorstel gegeven kan worden van de renovatie zonder de invloed van aardbevingsbestendig bouwen. Dat maakt onduidelijk voor partijen om te beoordelen wat de noodzaak is van bepaalde ontwerpkeuzes en welke kosten daar mee gemoeid zijn. Wij vermoeden dat dit gegeven uiteindelijk ook de bron is van het ontstane geschil.
Ons onderzoek heeft minder snel en efficiënt uitgevoerd kunnen worden, vanwege onze behoefte aan stukken die geen onderdeel waren van de aangeleverde processtukken maar er wel in vermeld staan. Ook na herhaaldelijk verzoek zijn uiteindelijk niet alle gewenste stukken aan ons verstrekt. Het is mogelijk dat in bepaald detail onze analyse kan wijzigen als genoemde stukken alsnog worden verstrekt, maar wij achten desondanks de kans niet groot dat de beantwoording van de vragen daar mee zal wijzigen.”
3.25.6Borg heeft ter beantwoording van vraag (b) de opstelling van Van Wijnen beoordeeld en - na de reactie van partijen op het concept-rapport - een bedrag van € 395.900 exclusief btw aan meerkosten redelijk geacht. Borg heeft toegelicht dat zij van mening is dat de onderbouwing op onderdelen aangescherpt kan worden door lagere eenheidsprijzen of hoeveelheden of het ontbreken van de noodzaak van opgevoerde kosten. De door Van Wijnen berekende meerkosten voor steenstrips ten opzichte van metselwerk acht Borg bij nader inzien onterecht, omdat een metselwerkgevel volgens haar geen deel was van het oorspronkelijke plan. De meerkosten van de verschillende onderdelen zijn als volgt begroot:
Van Wijnen
Borg
1
Steenstrips ipv Metselwerk
20.024,72
2
Sparing in keuken
3
Brug over laagbouw
27.094,68
12.621,00
4
Windverbanden nieuwe gevel
116.190,00
61.700,00
5
Nieuwe begane grond vloer
3.432,00
3.432,00
6
Houten vloerelementen
21.111,00
13.731,00
7
Metselwerk balkons (borstweringen)
8.970,90
8.971,00
8
Balkonvloeren
68.112,26
62.976,00
9
Seismische ontkoppeling
10
Stabiliteitsverbanden laagbouw
23.418,86
23.419,00
11
Maatregel Kopgevels
140.229,22
111.087,00
21
Frames + portaal laagbouw achtergevel
4.798,22
4.798,00
91
Adviseurs
36.011,50
36.012,00
Bouwtijdverlenging
7.652,58
3.813,00
Uitvoering
14.992,25
14.992,00
Totaal onderdelen
492.039,21
357.552,00
Verletpercentage
1.284,71
Algemene kosten (7,5%)
36.999,29
26.816,00
Winst en risico (3%)
15.909,70
11.531,00
Totaal meerkosten exclusief btw (afgerond)
546.233
395.9
3.25.7.Op de reactie van NAM dat de vraag welke meerkosten er zijn niet kan worden beantwoord, omdat er geen uitgewerkt voorstel voor de renovatie zonder toepassing van de NPR 9998 is, heeft Borg het volgende geantwoord:
“Vanuit onze deskundigheid hebben wij met de dossierstukken de analyse gedaan met als resultaat de beantwoording in 6.3. In de dossierstukken zijn motivaties gevonden waarom bepaalde zaken worden gedaan binnen het kader van aardbevingsbestendig bouwen. De genoemde notulen, verslagen en rapporten van derden als ARUP complementeren het beeld.
(…) NB Juist vanuit het feit dat ARUP de laagbouw weggelaten heeft uit de analyse maakt dat hier ingrepen zijn gedaan in het kader van het aardbevingsbestendig bouwen.”